LJ2 ww op ER voca E&F H2
Wat is de stam van het werkwoord parler ?
A
parle
B
parles
C
parl
D
par
1 / 19
Éléments de cette leçon
Wat is de stam van het werkwoord parler ?
A
parle
B
parles
C
parl
D
par
Slide 1 - Quiz
Wat is juist?
A
Je parle
B
Je parles
C
Je parlez
D
Je parlent
Slide 2 - Quiz
Wat is juist?
A
Tu aime
B
Tu aimes
C
Tu aimons
D
Tu aimez
Slide 3 - Quiz
Wat is juist?
A
Nous écoutes
B
Nous écoutez
C
Nous écoute
D
Nous écoutons
Slide 4 - Quiz
Wat is juist?
A
Je aime
B
J'aimes
C
J'aime
D
Je aiment
Slide 5 - Quiz
Vertaal: ik praat
Slide 6 - Question ouverte
Vertaal: jij kijkt
Slide 7 - Question ouverte
Vertaal: wij houden van
Slide 8 - Question ouverte
Vertaal: hij is dol op
Slide 9 - Question ouverte
Vertaal: ik luister
Slide 10 - Question ouverte
Wat betekent la chaise?
A
De stoel
B
De keuken
C
Nu
D
De berg
Slide 11 - Quiz
Wat betekent la montagne?
A
Na
B
De tafel
C
Het scherm
D
De berg
Slide 12 - Quiz
Wat betekent quelque?
A
Dichtbij
B
Enkele
C
Helpen
D
De zolder
Slide 13 - Quiz
Wat betekent Le rendez-vous?
A
Kletsen
B
De zee
C
De afspraak
D
Het ijsje
Slide 14 - Quiz
Wat betekent Après?
A
Dus
B
Na
C
De neef
D
Blij
Slide 15 - Quiz
Geef de vertaling van: Hoe vind jij jouw kamer?
Slide 16 - Question ouverte
Geef de vertaling van: Nee, ik woon in een flat
Slide 17 - Question ouverte
Geef de vertaling van: Woon jij in een huis?
Slide 18 - Question ouverte
Geef de vertaling van: Ben je vaak in je slaapkamer?
