14.2 Voedsel produceren

Voedsel produceren
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Voedsel produceren

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesplanning
  • Welkom
  • Terugblik
  • Leerdoelen
  • Uitleg
  • Aan het werk
  • Nabespreken
  • Volgende les?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het eind van de les kan je:
  • Verschillende soorten boerenbedrijven opnoemen
  • Uitleggen op welke manieren boeren veel voedsel kunnen produceren
  • Uitleggen welke gevolgen akkerbouw en veeteelt kunnen hebben voor de omgeving
  • Welke regels nadelige gevolgen proberen te voorkomen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voedselkringloop
koolstofkringloop

Slide 5 - Diapositive

in de natuur wordt alleen gebruikt wat beschikbaar is
alles wat geproduceerd wordt, wordt weer gebruikt, geen afval
gesloten kringloop kan oneindig doorgaan
er gaan geen stoffen verloren en er hoeven geen nieuwe stoffen aan toegevoegd te worden
verbruikte stoffen worden weer aangevuld
kringloop is een voorbeeld van een duurzame oplossing
als wij ook alleen gebruiken wat beschikbaar is, en alles wat we produceren bruikbaar is, dus geen afval, is dat duurzaam
koolstofdioxide
fotosynthese
verbranding
mineralen en fossiele brandstoffen
zuurstof
afvaleters

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedsel
  • Geproduceerd door boeren
  • 3 manieren
  1. Akkerbouw
  2. Tuinhouders
  3. Veeteelt

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De boer van vroeger
  • Gemengd bedrijf
  • Gesloten kringloop

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boer nu
  • Monocultuur 
  • Opbrengst verhogen
  • Ziekte en schade voorkomen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Supergewassen en supervee
Veredelen-fokken
Rassen kruisen om betere eigenschappen te krijgen

Slide 12 - Diapositive

bijvoorbeeld 1 plant met grotere vruchten, andere plant die sappiger is
kruisen zodat je grote en sappige vruchten krijgt
Overbemesting en uitspoeling
Mineralen uit meststoffen spoelen mee naar oppervlaktewater of komen in het grondwater terecht

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vermesting
Veel mineralen in water.
Voedselrijk , maar soortenarm

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. toename algen en kroos
2. water troebel.  Licht wordt tegengehouden. Bodemplanten sterven 
3. roofvissen kunnen prooi niet meer zien en sterven
4.  afname watervlo, toename algen
 5. algen leven kort en sterven.  Veel reducenten. Weinig zuurstof, veel CO2. Geen leven mogelijk
waterbloei

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ziekte en besmetting voorkomen
Gewasbeschermingsmiddelen tegen plagen
Goede hygiëne om besmetting te voorkomen

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

gemengd bedrijf
dat zou ook op grote schaal kunnen
is ook een duurzame oplossing
Hoe duurzaam is jullie voedsel
1. Kies een voedingsmiddel uit wat jullie vaak eten. Dit kan een stuk vlees, een broodje in de kantine of een stuk groente en fruit zijn
2. Onderzoek het product. Geef antwoord op de volgende vragen:
  • Waar komt het product vandaan? (Land of regio)
  • Hoe wordt het geproduceerd? (Bijvoorbeeld: op een akker, in een kas, in een fabriek, via veeteelt)
  • Wat is nodig voor de productie? (Denk aan water, land, voer, energie, vervoer)
  • 4. Wat kan de persoon die het product maakt doen om dit duurzamer te maken.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk
Wat: Maken 14.2 t/m opdracht 11
Hoe: In tweetallen
Hulp: Je mag met je buurman/vrouw overleggen. Komen jullie er beide niet uit dan mag je het aan de docent vragen 
Klaar: N.V.T.
Tijd: 30 min
timer
15:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions