Beweging'

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Beweging'

MN - Periode 4 

Welkom klas v2i

Kauwgom uit!

Zitten volgens plattegrond!

- Tassen voorin/in de vakken. 

- Chromebook op tafel

- Etui op tafel 

- Oortjes 

- Aantekeningen schrift

Lesplanning

• Planning doornemen
• Terugblik vorige les 
• Opdracht skelet
• Aan de slag! (WB opdr. + Werkstukkaart 2)

• TK. Spieren bespreken 

•  Afsluiting van de les 
  

      Doelen:

• Aan het eind van deze les is Werkstukkaart 2 af + verwerkt in je site 
• Aan het eind van deze les is het Logboek bij Werkstukkaart 1 + 2 bijgewerkt
• Ik benoem de naam, opbouw en functie van de organen van het skelet en spierstelsel bij dieren en mensen.
  
• Ik benoem het verschil tussen spierpijn en spierkrampen.

Vorige les....

• Introductie werkstuk/module
• Werkstukkaart 1 verwerkt in de website (mindmap, weetjes, plaatjes sport)

Even checken....

• Waar ging de module over?
• Wat was het werkstuk?
•  Hoe vaak telt het werkstuk mee?
• Wat moet je inleveren  voor het werkstuk?
• Hoeveel toetsen krijg je deze module?

Leerdoelen:

• Je noemt de namen van botten in een gegeven afbeelding.
  
• Je benoemt welke orgaanstelsels samenwerken om te bewegen.
  
• Je legt uit dat er verschillende typen botverbindingen en gewrichten zijn, hoe deze werken en je kunt er voorbeelden van noemen.
  
• Je beschrijft de vier functies van het skelet.

Maak aantekeningen!

Het Skelet

4 Functies skelet:

- Bescherming

- Beweging

- Stevigheid

- Vorm

Onderdelen skelet

Gewrichten

Bot verbindingen

Samenstelling botten

dashboard.blooket.com

Zelfstandig werken

Lees de TK. Skelet nog eens goed door. 

• Maak de WB opdrachten 1 t/m 9

Klaar? = Werkstukkaart 2 maken

Samenwerken!

Maak met je tweetal Werkstukkaart 1 + 2

Verwerk de theorie over botten.

Klaar? = Iets voor jezelf

sites.google.com

Zijn er nog vragen over de les-/leerstof over het skelet?

Dit is als het goed is af:

- Werkstukkaart 1 + 2

- Knip/plak blad skelet

- TK. - skelet WB opdrachten

Leerdoelen: 

• Je legt uit hoe spieren zijn opgebouwd, werken en vast zitten aan het skelet.
  
• Je benoemt wat de functie is van spieren en pezen is en verklaart hoe spieren samenwerken.
  
• Je benoemt het verschil tussen willekeurig en onwillekeurige spieren.
  
• Je beschrijft wat spierpijn en spierkramp is

Opbouw spier

BODY-WORLD Amsterdam

Antagonisten

Willekeurige- en onwillekeurige spieren

Spierpijn + Spierkramp

• Als er veel afvalstoffen in de spier achterblijven, krijg je spierpijn.
• Spierkramp, ontstaat als alle spierbundels in een spier tegelijk maximaal samentrekken. Als de spier zich dan niet uit zichzelf kan ontspannen en samengetrokken blijft, heb je kramp.

De spieren die bij het bewegen van een bot een tegengestelde beweging veroorzaken

Bijv. Triceps / Biceps

Verdieping: Gevaar van snelle spiergroei m.b.v. anabolen

Huiswerk voor komende woensdag

• Werkstukkaart 1 + 2 af en verwerkt in de website 
• WB opdrachten 10 t/m 15 Spieren maken

Afsluiting:

• Hoe was de werkhouding?
• Wat hebben we gedaan deze les?
• Lesdoelen behaald? 

• Quizizz Botten & Spieren 

      Doelen:

• Aan het eind van deze les is Werkstukkaart 2 af + verwerkt in je site 
• Aan het eind van deze les is het Logboek bij Werkstukkaart 1 + 2 bijgewerkt
• Ik benoem de naam, opbouw en functie van de organen van het skelet en spierstelsel bij dieren en mensen.
  
• Ik benoem het verschil tussen spierpijn en spierkrampen.

quizizz.com

Toets bespreken

1. Klassikaal toetsvragen/antwoorden bespreken

2. Zelfstandig QA-analyse invullen 

Regels bij het reflecteren op de toets:

- Eerst 5 min in stilte

- Daarna 10 min overleggen

- Vraag over je eigen toets? Doen we achteraf

RTTI: QA-analyse

Stap 1: Bekijk je gemaakte toets, tel de punten na. Gebruik hierbij de toets/antwoordmodel. 

Stap 2: Open RTTI via magister. Ga naar MN en klik op: 'QA-analyse' invullen. 

Stap 3: Vul de QA-analyse in voor de vragen waarbij je niet de volledige punten hebt gescoord. 

Stap 4: Niet bezig met je toets? Dan ben je de inleiding op de nieuwe website aan het doornemen + je kunt alvast beginnen aan het werkstuk.

Als iedereen klaar is kijken we of er nog vragen zijn die we klassikaal willen bespreken. 

Eerst 5 minuten voor jezelf, daarna 10 min overleggen - na 15 min. klassikaal

Daarna ruimte voor vragen eigen toets.