Les 4.4 Zwanger worden

Zwanger worden
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Zwanger worden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we doen vandaag?
Huiswerk nakijken 4.3
Quiz
Uitleg basisstof 4.4 
Maken huiswerk 4.4
Evaluatie


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer ben je vruchtbaar?
A
Rond de menstruatie
B
Rond het groeien van baarmoederslijmvlies
C
Hele maand
D
Rond de ovulatie

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke dag van de menstruatiecyclus start de menstruatie?
A
1
B
5
C
14
D
28

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Jongens zijn vruchtbaar als.........................
A
Ze een baard krijgen
B
In de puberteit komen
C
De eerste zaadlozing hebben
D
Schaamhaar krijgen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel 3: Menstruatiecyclus
Menstruatie
Baarmoederslijmvlies verdikt
Ovulatie
Vruchtbare periode

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de menstruatie?
A
Baarmoederslijmvlies dat geproduceerd wordt
B
Een bloedvat dat knapt
C
Geen bevruchting van de eicel
D
Afgestorven follikels

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
 Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.
Je kunt beschrijven hoe bevruchting bij de mens verloopt.
Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt.
Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Erectie
Als een jongen seksueel opgewonden is, krijgt hij een erectie.





Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwellichamen en een erectie
Zwellichamen kunnen vollopen met bloed en zetten uit (erectie).

Bouw zwellichamen is vergelijkbaar.

Clitoris erectie is minder zichtbaar.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadlozing
  • Bij een zaadlozing komen wel 100-400 miljoen zaadcellen vrij
  • Een zaadlozing kan op verschillende manieren plaatsvinden

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zaadlozingen

Een jongen kan een zaadlozing krijgen bij: 
  • geslachtsgemeenschap
  • masturbatie. 
  • natte droom.

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevruchting
Als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel dan is dat een bevruchting.

De bevruchting 
vindt in de eileider 
plaats. 


 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling in baarmoederslijmvlies

Slide 15 - Diapositive

De bevruchte eicel is meteen gaan delen en enkele dagen daarna vindt de innesteling plaats. De cellen hechten zich vast in het slijmvlies van de baarmoeder. Er vindt dan geen menstruatie meer plaats. 
Zwangerschap
Bevruchting en zwangerschap

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Embryo
  • Embryo = Het kind dat zich in de baarmoeder ontwikkelt

  • Tijdens de eerste weken is het baarmoederslijmvlies de voeding van het embryo

  • Daarna de placenta (= moederkoek)


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Placenta en navelstreng
De foetus  is door de navelstreng verboden met de placenta.

De bloedvaten van de moeder liggen vlak
langs de bloedvaten van de foetus.


Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Embryo en foetus
(vanaf 8e week foetus)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Echografie en prenataal onderzoek

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het werk
Maak van basisstof 4.4
Opdracht 1 t/m 7
Opdracht  4 hoeft niet

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan je nu?
De kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen?
Beschrijven hoe bevruchting bij de mens verloopt?
Beschrijven hoe een zwangerschap verloopt?
Uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions