Taaltest week 15

Taaltest
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Taaltest

Slide 1 - Diapositive

https://www.plusonline.nl/digitaal/plus-taaltest
1) Onder de motorkap van een auto zit tegenwoordig veel ........ .

A
elektronica
B
electronica

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

2) Voor het ........  laten we een vakman komen.
A
stuucwerk
B
stuckwerk
C
stucwerk
D
stuukwerk

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

3) Ons advies: ........  als één groep naar buiten.

A
treed
B
treedt

Slide 4 - Quiz

Het woord 'treed' is gebiedende wijs.
4) Goed ........  is kostbaar, maar wel belangrijk.


A
autoönderhoud
B
auto-onderhoud
C
autoonderhoud
D
auto onderhoud

Slide 5 - Quiz

De samenstelling 'auto-onderhoud' wordt met een streepje geschreven, omdat hier sprake is van klinkerbotsing.
5) Volgens mij heeft de directeur last van een ........ .
A
strestoornis
B
stressstoornis
C
stresstoornis

Slide 6 - Quiz

Dit woord is samengesteld uit 'stress + stoornis'. Daarom staan er drie s'en achter elkaar.
6) De Afrikaanse dansgroep heeft de hele avond bewogen op een aanstekelijk ........ .
A
Afroritme
B
afroritme
C
Afro-ritme
D
afro ritme

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

7) Ik heb jarenlang ........  met een collega.
A
gecarpoold
B
cargepooled
C
gecarpooled
D
cargepoold

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

8) Het is vreselijk. Dit zijn ........  toestanden.
A
tenhemelschrijend
B
tenhemelschreidende
C
tenhemelschrijdende
D
tenhemelschreiende

Slide 9 - Quiz

'Schreien' = huilen of schreeuwen. Het aaneengeschreven bijvoeglijk naamwoord 'tenhemelschreiend' is afgeleid van de uitdrukking 'dat schreit ten hemel' (dat is in de hoogste mate ergerlijk).
9) Alle kinderen wilden in de ........ .

A
caroussel
B
carousel
C
carrousel
D
carroussel

Slide 10 - Quiz

=draaimolen
10) Een mix van runder- en varkensgehakt heet ook wel ........ .
A
halfomhalf
B
half om half
C
half-om-half

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions