WISK X HOOFDSTUK 4 Tabel en grafiek - Les 4.3 Tabel, grafiek en diagram 2

• NT2
• Secundair onderwijs

WISK - X

Hoofdstuk 1

HOOFDSTUK 4   

TABEL EN GRAFIEK 

LES4.4

Tabel, grafiek en diagram 2

Uitleg tekens in je boek

• Nieuwe woorden.  
• Oefening met de klas.
•  Nazeggen.
•  Leren. 
• Invuloefening/trek een lijn
• Kleuren. 
• Oefening met een vraag. 
• Oefening met zoeken. 
• Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
•  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
• Spel. 

In les 4.3 heb je veel geleerd over grafieken, tabellen en diagrammen. 

In deze les ga je nog meer leren over grafieken, tabellen  en diagrammen.

Er zijn veel woorden om te vertellen wat er in een grafiek gebeurt. Kijk naar de tabel.

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

Hoe warm was het 10.00 uur?

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

Hoe warm was het 18.00 uur?

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

wat is de minimum(laagste) temperatuur op woensdag 13 mei?

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

wat is de minimum(hoogste) temperatuur op woensdag 13 mei?

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

Hoe laat was de temperatuur het hoogst?

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

Wanneer blijft de temperatuur constant?

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

Wanneer stijgt de grafiek?

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

Wanneer daalt de grafiek?

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

Wat gebeurt er met de temperatuur tussen 7:00 en 8:00 uur? 

Vertel dit op 5 manieren.

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

Wat gebeurt er met de temperatuur tussen 14:00 en 17:00 uur? 

Vertel dit op 5 manieren.

Bespreek met de klas.

• Wat zijn gegevens?
• Wat betekent het aantal?
• Wat betekent aflezen? 

Kijk naar de grafiek en bespreek met de klas.

Wat gebeurt er met de temperatuur tussen 11:00 en 13:00 uur? 

Vertel dit op 4 manieren.

Nieuwe woorden.
Schrijf de woorden in jouw taal.
stijgen/toenemen/ de toename/dalen/afnemen/de afname

Nieuwe woorden.
Schrijf de woorden in jouw taal.
constant blijven/het minimum/het maximum

Nazeggen

• stijgen
• toenemen
• de toename
• dalen
• afnemen
• de afname
• constant blijven
• het minimum
• het maximum 

Zet een cirkel om alle roosterpunten

Deze opdracht staat in je boek op blz. 122. 

Vul de tabel in en teken de grafiek

Vul de tabel en teken de grafiek in je boek. Deze staat op blz. 137

• Op dag 1 staan er 10 auto's 
• Op dag 2 staan er 5 auto's 
• Op dag 3 staan er 5 auto's 
• Op dag 4 staan er 8 auto's 
• Op dag 5 staan er 0 auto's 

• Op dag 6 staan er 7 auto's
• Op dag 7 staan er 15 auto's
• Op dag 8 staan er 16 auto's
• Op dag 9 staan er 10 auto's
• Op dag 10 staan er 10 auto's 

Bij de ........................................................... staat het aantal auto's.

Bij de ..............................................................staat het nummer van de dag.

Het ..........................................................................van de grafiek is 16.

Het ............................................................................van de grafiek is 0.

horizontale as

Verticale as

maximum

minimum

Tussen dag 3 en 4  ........................................................... de grafiek.

De grafiek ..............................................................op dag 2 en 3

De grafiek ..........................................................................na dag 8.

daalt

stijgt

blijft constant

Kijk naar het diagram en beantwoord de vragen.

Waar gaat het diagram over?

1. de hoeveelheid fruit in de tuin in 2016 en 2017
2. hoeveel geld er op school is verdiend in 2016 en 2017
3. hoeveel fruit er op school werd verkocht in 2016 en 2017
4. wat voor fruit leerlingen meenamen naar school in 2016 en 2017

Hoeveel appels werden er in
2016 op school verkocht?

1. 80
2. 50
3. 20
4. 40

Hoeveel appels werden er in
2017 op school verkocht?

1. 80
2. 50
3. 20
4. 40

Met hoeveel nam de verkoop
van het aantal appels toe?

1. 100%
2. 60%
3. 30 appels
4. 80 appels

Hoeveel mandarijnen werden
er in 2016 op school verkocht?

1. 80
2. 50
3. 20
4. 40

Hoeveel bananen werden
er in 2016 op school verkocht?

1. 80
2. 50
3. 20
4. 40

Hoeveel meer bananen dan
mandarijnen werden
er in 2016 op school verkocht?

1. 80
2. 50
3. 20
4. 40

Welk fruitsoort werd het minst
verkocht op school?

Hoeveel fruit werd er in totaal verkocht
in 2016?

Hoeveel fruit werd er in totaal verkocht
in 2017?

In welk jaar werd het meeste fruit
verkocht?

Extr

Taak 4.4 Tabel, grafiek en diagram 2

• Maak de taken van Blz. 140 tot en met blz. 143
• Doe dit in stilte (stoplicht)

• Heb je de taken niet af dan is het huiswerk
  
• Als je de taken af hebt laat je dit aftekenen/zien.

Uitleg tekens in je boek

• Nieuwe woorden.  
• Oefening met de klas.
•  Nazeggen.
•  Leren. 
• Invuloefening/trek een lijn
• Kleuren. 
• Oefening met een vraag. 
• Oefening met zoeken. 
• Oefening waarbij met een liniaal getekend wordt.
•  Oefening waarbij de rekenmachine gebruikt wordt. 
• Spel.