Hormonen

1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Wat zijn hormonen?
A
Eiwit die zorg voor verbetering van functie van cel processen
B
Chemische boodschapper die een doel cel/orgaan aanzet tot bepaald proces
C
Een Chemische boodschapper die celstofwisseling vertraagd
D
Een eiwit die omgezet word in spiercellen

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Een endocriene klier is een klier die
A
stoffen afgeeft aan andere organen of huid door middel van een kanaaltje
B
maken speeksel en talg aan
C
Scheiden hun product af aan de bloedbaan
D
kunnen verstoppen

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Hersenen
Hypofyse
Hypothalamus

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Noem 4 hormonen die door de hypofyse worden gemaakt

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

wat is de functie van het hormoon
FSH
A
Zorgt voor herstel en vervanging van lichaamscellen
B
Stimuleert de aanmaak van melanine in pigmentcellen van de huid
C
Stimuleert de rijping van eicellen in de eierstokken
D
zet de schildklier aan om schildklierhormoon te maken

Slide 16 - Quiz

Wat doet het hormoon
STH?
A
Stimuleert de aanmaak van borstklierweefsel en melkproductie
B
Zorgt voor herstel en vervanging van lichaamscellen
C
Stimuleert de zaadballen voor de productie van testosteron
D
Stimuleert de aanmaak van rode bloedcellen

Slide 17 - Quiz

Wat doet het hormoon
TSH?
A
Stimuleert de schildklier in zijn functie
B
Stimuleert de bijnieren in hun functie
C
Stimuleert de nieren in hun functie
D
Stimuleert de alvleesklier in zijn functie

Slide 18 - Quiz

NEDERLANDSE NAAM
AFKORTING
bijnierschorsstimulerend hormoon
follikel stimulerend hormoon
Anti diuretisch hormoon
Groei hormoon
ACTH
STH/GH
FSH
ADH

Slide 19 - Question de remorquage

1
De hypothalamus registreert te weinig water in het bloed
de hypothalamus prikkelt de hypofyse om minder ADH aan het bloed af te geven
De hypothalamus prikkelt de hypofyse om meer ADH aan het bloed af te geven
De nieren houden minder water vast
Het ADH stimuleert de nieren om water vast te houden
Het bloed wordt verdund met water en is op een gegeven moment voldoende verdund
Zet onderstaande zinnen in de juiste volgorde door de cijfers op de juiste plek te slepen
2
3
4
5

Slide 20 - Question de remorquage

Juist of onjuist
De schildklier produceert het hormoon Thyroxine
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Het parathormoon (bijschildklier) is de antagonist van thyroxine
A
Juist
B
onjuist

Slide 22 - Quiz

Wanneer is het hormoon cortisol verhoogd aanwezig in je bloed?
A
Wanneer je teveel suikers hebt gegeten
B
Wanneer je seksueel opgewonden bent
C
wanneer je ernstig ziek bent
D
Alleen wanneer je dit per injectie toedient

Slide 23 - Quiz

De eilandjes van langerhans zijn onderdeel van je lever
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Welke 2 hormonen worden er aangemaakt in de eilandjes van Langerhans?

Slide 25 - Question ouverte

Insuline zorgt voor opname van suikers in het de cellen en weefsels
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Het is 11 uur in de ochtend. Je komt bij je cliënt en ziet hem bewusteloos op de grond liggen. Hij is diabeet op insuline. Wat doe je?
A
Je dient glucagon toe en belt 112
B
Je schenkt voorzichtig limonade in zijn mond en belt 112
C
Je start met reanimatie
D
Je dient insuline toe en belt 112

Slide 27 - Quiz

Wat is een nadeel van glucagon
A
Je krijgt er hoofdpijn van
B
Mensen schieten snel in een hyperglycaemie
C
Het is snel uitgewerkt
D
Het heeft geen nadelen

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Diapositive

Wat is Renine?
A
Hormoon voor aanmaak van rode bloedcellen
B
Hormoon voor aanmaak van witte bloedcellen
C
Hormoon die maagzuur aanmaak stimuleert
D
Hormoon die bloeddruk verhoging genereerd

Slide 30 - Quiz

Wat is de functie van prostaglandine?
Ze zorgen voor:
A
vaatvernauwing, demping van de koorts en zwelling tijdens een ontsteking
B
bescherming van de maagwand, wekken koorts op, versterken het pijngevoel
C
aanmaak van bloedcellen, verhoogd de hartslag, geeft contractiekracht bij weeën
D
Demping van koorts, verminderen pijnprikkels, beschermen de maagwand

Slide 31 - Quiz

Welk medicijn heeft een negatieve invloed op prostaglandines?
A
Paracetamol
B
Diclofenac
C
Morfine
D
geen van allen

Slide 32 - Quiz

Juist of onjuist:
Histamine is een hormoon die vrijkomt bij beschadiging van weefsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Juist of onjuist:
Histamine zorgt er voor dat je koorts krijgt
A
juist
B
onjuist

Slide 34 - Quiz

Waar speelt oxytocine een belangrijke rol?
A
Bij de borstvoeding
B
Bij het in stand houden van de zwangerschap
C
Bij het kleiner worden van de baarmoeder
D
Bij het ontstaan van weeën

Slide 35 - Quiz

Juist of onjuist
Testosteron is een vrouwelijk geslachtshormoon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

oefenen 
https://kahoot.it/challenge/0809901?challenge-id=d2beaa5c-cc2f-4b5f-befb-1198e6a32fce_1669191869050

https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=AvgTku57zU6Le0QxCxVsqjy1SSgfIzdAjOqj5Q4hC3ZURFZQTlhURk1MVEIyTUtOMFhBUUc3WFc5MS4u

Slide 39 - Diapositive