Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
En, of, maar, want, dus
en, of, maar, want, dus
1 / 20
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
20 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
en, of, maar, want, dus
Slide 1 - Diapositive
zin 1
zin 2
+
nieuwe lange zin
Slide 2 - Diapositive
Ik loop.
Ik bel mijn moeder.
en
Ik loop en ik bel mijn moeder.
Slide 3 - Diapositive
Ik eet.
Ik heb honger.
want
Ik eet,
want
ik heb honger.
Slide 4 - Diapositive
Ik ben moe.
Ik slaap niet goed.
want
Ik ben moe,
want
ik slaap niet goed.
Slide 5 - Diapositive
en - of
Ik drink koffie
en
ik praat met Mohammad.
Ik woon in Utrecht
en
ik heb twee kinderen.
Ik koop in de winkel
of
ik koop op internet.
Ik ga naar Sarah
of
ik ga naar Amira.
Slide 6 - Diapositive
Bas gaat met de bus,
want
zijn fiets is gestolen.
Bas gaat met de
Slide 7 - Diapositive
Bas wil fietsen,
maar
zijn fiets is gestolen.
Bas gaat met de bus,
want
zijn fiets is gestolen.
De fiets van Bas is gestolen,
dus
hij neemt de bus.
Slide 8 - Diapositive
De woordjes
maar, want, dus
,
of
en
en
betekenen:
Bas wil fietsen,
maar
zijn fiets is gestolen.
Je praat over een tegenstelling.
Bas gaat met de bus,
want
zijn fiets is gestolen.
Je geeft een reden.
De fiets van Bas is gestolen,
dus
hij neemt de bus.
Je praat over iets dat na iets anders gebeurt.
Bas koopt nieuwe schoenen
en
hij zoekt een kado.
Je praat over twee (verschillende) dingen.
Hij koopt een boek
of
hij koopt een bos bloemen.
Je kunt tussen twee dingen kiezen.
Slide 9 - Diapositive
Gaan we wandelen, ... gaan we naar de bioscoop?
A
want
B
of
Slide 10 - Quiz
Ik moet nu weg, ...ik heb een afspraak
A
want
B
dus
Slide 11 - Quiz
Wij hebben twee kinderen. Jing is onze dochter ... Hua is onze zoon
A
en
B
of
Slide 12 - Quiz
Hanna is niet blij, ... haar telefoon is kapot.
A
want
B
maar
Slide 13 - Quiz
Ik heb donderdag les, ... het is een feestdag, dus ik ben vrij.
A
of
B
maar
Slide 14 - Quiz
Zora staat in de file, ... ze komt te laat.
A
want
B
dus
Slide 15 - Quiz
Ik koop een broek en ....
Slide 16 - Question ouverte
Ik ga slapen, want.......
Slide 17 - Question ouverte
Ik wil veel geld of ....
Slide 18 - Question ouverte
Het is mooi weer, maar ....
Slide 19 - Question ouverte
Mijn fiets is kapot, dus....
Slide 20 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Voegwoorden (en, maar, want, omdat)
6 days ago
- Leçon avec
32 diapositives
NT2
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Samengestelde zinnen
March 2025
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Voegwoorden A2 th 5 -Omdat, als, maar, want, dus
March 2025
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
MBO
Leerjaar 1
voegwoorden oefenen A2
May 2025
- Leçon avec
16 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2
Samengestelde zinnen
April 2023
- Leçon avec
48 diapositives
NT2
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Les 8 A2
19 days ago
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2
Voegwoorden A2 th 5 -Omdat, als, maar, want, dus
October 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Middelbare school
MBO
Leerjaar 1
Museumbezoek
April 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs