Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 80 min
Éléments de cette leçon
§4.1
Produceren
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen vandaag?
Actualiteit
Introductie hoofdstuk 4
Instructie hoofdstuk 4
Aan de slag
Toets bespreken
Les afsluiten
Slide 2 - Diapositive
www.nu.nl
Slide 3 - Lien
Leg uit hoe een stroomstoring, zoals die in Spanje, invloed kan hebben op de bestedingen van consumenten. Gebruik in je antwoord het begrip "consumptie".
Slide 4 - Diapositive
Tijdens de stroomstoring daalden de bestedingen met 34%. Noem twee redenen waarom consumenten op zo’n dag minder uitgeven, en leg per reden uit waarom dat tot een lagere consumptie leidt.
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat het verband is tussen consumeren en produceren.
Je kunt uitleggen dat er waarde wordt toegevoegd aan een product door productiefactoren in te zetten.
Je kunt onderscheiden welke verschillende soorten bedrijven er zijn.
Je kunt uitleggen hoe de arbeidsproductiviteit kan worden verhoogd en deze berekenen.
Slide 6 - Diapositive
Produceren of consumeren
Produceren --> bedrijven
Consumeren --> consumenten
Kies uit:
Arbeid
Geld voor goederen & diensten
Goederen en diensten
Slide 7 - Diapositive
Waarom is het maken van een maaltijd thuis geen productie. Maar het maken van een maaltijd in een restaurant wel?
Slide 8 - Diapositive
Wat heb je nodig om te produceren?
Bedrijfskolom
Toegevoegde waarde
Slide 9 - Diapositive
Wat heb je nodig om te produceren?
Productiefactoren
Slide 10 - Diapositive
Machines, gebouwen, hulpmiddelen etc.
Personeel
Grondstoffen, vestigingsplaats en energie
Ondernemer die de factoren op de meest
efficiënte manier met elkaar combineert
Slide 11 - Diapositive
Produceren of verhandelen
Handelsonderneming
Productieonderneming
Dienstverlenend bedrijf
Platformeconomie
Slide 12 - Diapositive
Aan de slag
Maken opdracht 4 t/m 7 blz. 105 t/m 107
Ben je klaar? Lees de leertekst goed door en werk rustig verder.
timer
15:00
Slide 13 - Diapositive
Hoe kunnen bedrijven steeds sneller werken?
Arbeidsproductiviteit = de hoeveelheid producten die 1 medewerker in een bepaalde tijd kan maken
Slide 14 - Diapositive
Hoe kunnen bedrijven de arbeidsproductiviteit verhogen?
Scholing
Mechanisatie/automatisering/robotisering
Arbeidsverdeling
Stukloon/bonus
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Aan de slag
Maken opdracht 4 t/m 8 + 10 en 12 blz. 105 t/m 109
Ben je klaar? Lees de leertekst goed door en werk rustig verder.
timer
15:00
Slide 17 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat het verband is tussen consumeren en produceren.
Je kunt uitleggen dat er waarde wordt toegevoegd aan een product door productiefactoren in te zetten.
Je kunt onderscheiden welke verschillende soorten bedrijven er zijn.
Je kunt uitleggen hoe de arbeidsproductiviteit kan worden verhoogd en deze berekenen.