les 8 :onregelmatige werkwoorden A2

Onregelmatige werkwoorden A2-B1
Grammatica
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Onregelmatige werkwoorden A2-B1
Grammatica

Slide 1 - Diapositive

Onregelmatige werkwoorden A2-B1
voorbeeld
werkwoord                                              doen

verleden tijd enkelvoud                         deed

verleden tijd meervoud                          deden

voltooide tijd                                            hebben gedaan

Slide 2 - Diapositive

dc

Zeggen
zei
zeiden
hebben gezegd
ff

Zien
zag
zagen
hebben gezien

onregelmatige werkwoorden

Slide 3 - Diapositive

dc

Zijn
was
waren
zijn geweest
ff

Zingen
zong
zongen
hebben gezongen
onregelmatige werkwoorden

Slide 4 - Diapositive

Ze ... dat ze er om half 10 zou zijn.
A
zei
B
zeiden
C
heb gezegd
D
heeft gezegd

Slide 5 - Quiz

Ik ... die film nog niet gezien
A
heb
B
hebt
C
heeft
D
hebben

Slide 6 - Quiz

Waar ... jullie?
A
was
B
waren
C
zijn geweest
D
ben geweest

Slide 7 - Quiz

Met de kerst ... we altijd liedjes en keken we gezellig een film
A
zong
B
zongen
C
hebben gezongen
D
gezongen

Slide 8 - Quiz

Maak deze zin verleden tijd: Ik wil relaxen, dus ga ik heel de dag op de bank liggen.

Slide 9 - Question ouverte

dc

Zitten
zat
zaten
hebben gezeten
ff

Zoeken
zocht
zochten
hebben gezocht
onregelmatige werkwoorden

Slide 10 - Diapositive

dc

Zullen
zou
zouden
ff

Zwemmen
zwom
zwommen
hebben gezwommen
onregelmatige werkwoorden t/m eruitzien

Slide 11 - Diapositive

Welke film ... jullie te kijken?
A
zat
B
zaten
C
hebben gezeten
D
hebt gezeten

Slide 12 - Quiz

Ik ... mijn telefoon, maar ik heb hem al gevonden!
A
zocht
B
zochten
C
heb gezocht
D
hebben gezocht

Slide 13 - Quiz

We ... eigenlijk naar Spanje op vakantie gaan, maar we hebben toch voor Turkije ...
A
zou, gekoos
B
zouden, gekoos
C
zou, gekozen
D
zouden, gekozen

Slide 14 - Quiz

Heb jij wel eens met dolfijnen ...?
A
zwom
B
zwommen
C
zijn gezwommen
D
gezwommen

Slide 15 - Quiz

Maak deze zin verleden tijd: Ik lees heel veel, dat vind ik belangrijk

Slide 16 - Question ouverte

Maak deze zin verleden tijd: Zaterdag help ik eerst mijn moeder met boodschappen doen, en daarna ga ik lekker zwemmen met mijn partner

Slide 17 - Question ouverte

Zeggen

Slide 18 - Question ouverte

Zien

Slide 19 - Question ouverte

Zijn

Slide 20 - Question ouverte

Zingen

Slide 21 - Question ouverte

Zitten

Slide 22 - Question ouverte

Zoeken

Slide 23 - Question ouverte

Zullen

Slide 24 - Question ouverte

Zwemmen

Slide 25 - Question ouverte

Vertel iets over gisteren.

Slide 26 - Question ouverte

Vertel over een leuk moment in jouw leven. Wat gebeurde er?

Slide 27 - Question ouverte

Ik ken de onregelmatige
werkwoorden
van les 7
0100

Slide 28 - Sondage