DISK regels en straffen taak 3







DISK regels en straffen
Introductie thema 10
Vandaag leer ik meer over: 
1. straffen/een straf
2. belonen/een beloning
3. boete
4. mogen en moeten  
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon







DISK regels en straffen
Introductie thema 10
Vandaag leer ik meer over: 
1. straffen/een straf
2. belonen/een beloning
3. boete
4. mogen en moeten  

Slide 1 - Diapositive

Krijg jij weleens straf?
ja, vaak
ja, soms
bijna nooit
nooit

Slide 2 - Sondage

timer
1:30
Waarvoor krijg jij straf thuis?
En wat voor straf krijg je dan?

Slide 3 - Carte mentale

Krijg jij weleens een beloning?
ja, vaak
ja, soms
bijna nooit
nooit

Slide 4 - Sondage

timer
1:30
Waarvoor krijg jij een beloning thuis?
En wat krijg je dan?

Slide 5 - Carte mentale

Belonen is beter dan straffen

Slide 6 - Sondage

Ouders mogen kinderen slaan

Slide 7 - Sondage

Kinderen horen geen straf te krijgen

Slide 8 - Sondage

Docenten mogen alleen belonen

Slide 9 - Sondage

Je leert van je staf

Slide 10 - Sondage

Welke straf hoort er bij een verkeersboete? 

Slide 11 - Diapositive

140 euro
60 euro
100 euro
110 euro
door rood licht fietsen
appen op de fiets
geen licht op de fiets
niet rechts fietsen

Slide 12 - Question de remorquage

Slide 13 - Vidéo

Straffen op school vind ik...
Goed, want anders luistert er niemand
Niet leuk, maar ik begrijp het wel
Niet goed, want het is nergens voor nodig
Iets anders, namelijk....

Slide 14 - Sondage

Welke straf vind jij goed?
Te laat komen op school
timer
1:30

Slide 15 - Question ouverte

Welke straf vind jij goed?
Spijbelen
timer
1:30

Slide 16 - Question ouverte

Welke straf vind jij goed?
Een docent uitschelden
timer
1:30

Slide 17 - Question ouverte

Welke straf vind jij goed?
Afval op de grond gooien
timer
1:30

Slide 18 - Question ouverte

moeten
1. Je moet stoppen voor een rood stoplicht.
2. Je moet op tijd komen.

moeten = de plicht hebben, 
het is verplicht



mogen
1. Je mag niet door rood rijden.
2. Je mag niet te laat komen.


mogen = toestemming (wel/niet) hebben, iets mag wel/niet

Slide 19 - Diapositive

mogen  = toestemming hebben  
  • Mevrouw, mag ik iets vragen?
  • Mogen we naar huis?
  • Ik heb gemogen 
Mogen
TT
VT
Ik 
mag
mocht
Jij/ u
mag
mocht
Hij/ zij
mag
mocht
Wij
mogen
mochten
Jullie
mogen
mochten
Zij
mogen
mochten

Slide 20 - Diapositive

Hij ....... morgen niet naar het feest.
A
mogen
B
mag
C
mocht
D
moet

Slide 21 - Quiz

Wij ....... morgen het 3e uur naar school.
A
mogen
B
mag
C
mocht
D
moeten

Slide 22 - Quiz







DISK regels en straffen
Introductie thema 10
Vandaag leerde ik meer over: 
1. straffen/een straf
2. belonen/een beloning
3. boete
4. mogen en moeten  

Slide 23 - Diapositive