par. 4 Voedsel en duurzaamheid

Par. 4 Voedsel en duurzaamheid
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Par. 4 Voedsel en duurzaamheid

Slide 1 - Diapositive

par. 4 Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen waarom er steeds meer voedsel geproduceerd moet worden en welke gevolgen dit heeft.
  2. Je kunt uitleggen hoe er onzichtbaar water kan zitten in een voedselproduct en waarom die hoeveelheid verschilt per product.
  3. Je kunt voorbeelden geven van voedselproducten met meer en minder onzichtbaar water.
  4. Je kunt uitleggen dat voedselproductie en -consumptie kan leiden tot waterstress in gebieden.
  5. Je kunt uitleggen wanneer voedselproductie en -consumptie meer of minder duurzaam is.
  6. Je kunt uitleggen waarom het kweken van insecten duurzamer is dan het kweken van rundvlees.

Slide 2 - Diapositive

Hoe vaak eet jij vlees?
elke dag
3 keer per week
1 keer per week
nooit

Slide 3 - Sondage

Hoeveel liter water kost de productie van een biefstuk?
A
7.500
B
1.000
C
500
D
5000

Slide 4 - Quiz

Voor hoeveel % CO2 uitstoot is vlees verantwoordelijk
A
100
B
7
C
40
D
15

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Meer voedsel nodig
  • Om meer voedsel te kunnen produceren, is er steeds meer grond en water nodig. Niet alleen voor gewassen die door de mens worden gegeten, maar ook voor veevoer voor de intensieve veeteelt. Dit heeft gevolgen.
  • tropisch regenwoud wordt gekapt om er soja en mais te verbouwen als veevoer. Dit veevoer eten koeien en runderen over de hele wereld, ook die in Nederland.
  • Behalve veevoer komt veel van ons eigen voedsel ook uit het buitenland. Dit wordt vervoerd over grote afstanden, wat veel energie kost.
  • Er is een grote berg plastic afval aan het ontstaan, op het land en in de oceanen. Dit komt onder andere doordat er veel plastic wordt gebruikt om voedsel te verpakken. Kijk maar eens in de supermarkt.



Leerdoel 1

Slide 7 - Diapositive

Watervoetafdruk
= hoeveel water een persoon of land gebruikt.
  • zichtbaar (direct) watergebruik: was, douchen en wc gebruiken

Water zit ook verstopt in producten als voedsel, papier en katoen. Dit wordt onzichtbaar water genoemd. 
Dit verschilt per product. 

Leerdoel 2

Slide 8 - Diapositive

Waterstress
= als de vraag naar water groter is dan de beschikbare hoeveelheid water. 

Steeds meer in de gebieden in de VS hebben dit, door:
  • vaker langere droge periode 
  • meer watergebruik 

Voorbeeld: rivier de Colorado. Wordt gebruikt voor irrigatie



Leerdoel 3

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Duurzaam voedsel?

  • Duurzaam voedsel wordt zo geproduceerd wat we in de toekomst ook nog voldoende en gezond kunnen eten. 

  • Een boer die geen bestrijdingsmiddelen gebruikt dat de gevolgen voor mensen, dieren en de omgeving zo klein mogelijk zijn 

  • Duurzaam consumeren kan bijvoorbeeld door minder vlees te eten of minder voedsel weg te gooien.
Leerdoel 4

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Rundvlees of eetbare insecten?
Vlees is voor veel mensen een belangrijke bron van eiwit. Voor 1 kg rundvlees is 25 kg voer en 16.000 liter water nodig. 
Ook insecten zijn een bron van eiwit. In Aziatische en Afrikaanse landen worden ze al veel gegeten 
Voor 1 kg eetbare krekels is 2,1 kg voer en 400 liter water nodig. Een belangrijke reden voor dit grote verschil in hoeveelheid voer is dat insecten koudbloedig zijn: zij gebruiken hun voer niet om zichzelf warm te houden, wat warmbloedige dieren als runderen wel doen. 
Dit betekent wel dat er voor het houden van insecten energie nodig is om de ruimte waarin zij zitten te verwarmen.
Leerdoel 6

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Slide 17 - Vidéo

Hoeveel kilo voedsel verspillen we per jaar in Nederland denk je?
A
2 miljard
B
18 miljoen
C
500 miljoen
D
18 miljard

Slide 18 - Quiz

Welk voedsel wordt het meest weggegooid?
A
Zuivel
B
Fruit
C
Groente
D
Brood en deegwaren

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

par. 4 Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen waarom er steeds meer voedsel geproduceerd moet worden en welke gevolgen dit heeft.
  2. Je kunt uitleggen hoe er onzichtbaar water kan zitten in een voedselproduct en waarom die hoeveelheid verschilt per product.
  3. Je kunt voorbeelden geven van voedselproducten met meer en minder onzichtbaar water.
  4. Je kunt uitleggen dat voedselproductie en -consumptie kan leiden tot waterstress in gebieden.
  5. Je kunt uitleggen wanneer voedselproductie en -consumptie meer of minder duurzaam is.
  6. Je kunt uitleggen waarom het kweken van insecten duurzamer is dan het kweken van rundvlees.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo