De watersnoodramp was een periode van extreme droogte in Nederland
B
De watersnoodramp was een zware storm op de Noordzee zonder schade
C
De watersnoodramp was een periode waarin er heel veel regen viel
D
De watersnoodramp was een grote overstroming in Nederland
1 / 19
suivant
Slide 1: Quiz
Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Wat was de Watersnoodramp?
A
De watersnoodramp was een periode van extreme droogte in Nederland
B
De watersnoodramp was een zware storm op de Noordzee zonder schade
C
De watersnoodramp was een periode waarin er heel veel regen viel
D
De watersnoodramp was een grote overstroming in Nederland
Slide 1 - Quiz
Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp vanuit de VS om Europa weer op te bouwen
B
Hulp om alle gewonde soldaten naar huis te brengen na de oorlog
C
Hulp om de Berlijnse muur te doorbreken
D
Hulp van de VS om een muur in het westen te bouwen
Slide 2 - Quiz
Wat is een verzorgingsstaat?
A
Een staat waarin er door de overheid gezorgd word voor de burgers
B
Een staat waar bedrijven alles regelen voor de burgers
C
Een staat waar iedereen zelf zijn problemen moet oplossen
D
Een staat waarin alle burgers zelf voor verzorging moeten zorgen
Slide 3 - Quiz
Wat was de belangrijkste reden voor de toenemende welvaart in Nederland na de oorlog?
A
De gasbel in Groningen
B
De Rotterdamse haven
C
De Deltawerken
D
De Marshallhulp
Slide 4 - Quiz
6.3 Jongeren in opstand!
Door de toegenomen welvaart ontstaat er een consumptiemaatschappij in Nederland. Er ontstaan verschillende jeugdculturen die zich tegen alles gaan afzetten.
Slide 5 - Diapositive
Leerdoelen 6.3
Aan het einde van de les kan je uitleggen wat een consumptiemaatschappij is.
Aan het einde van de les kan je uitleggen hoe de consumptiemaatschappij kon ontstaan.
Aan het einde van de les kan je uitleggen hoe jeugdculturen konden ontstaan.
Aan het einde van de les kan je de emancipatie van de vrouw in de jaren '60 uitleggen.
Slide 6 - Diapositive
Stijgende welvaart
Wederopbouw verliep goed
Marshallhulp
Economie ging steeds beter draaien
Mensen hadden hierdoor meer te besteden en hadden ook steeds meer vrije tijd in tegenstelling tot mensen voor de oorlog
Geld en tijd werd besteed aan consumptieartikelen
Spullen om het leven gemakkelijker te maken
Slide 7 - Diapositive
Consumptie
maatschappij
Maatschappij die gericht is op het bezit en gebruik van goederen en waarbij mensen telkens nieuwe dingen aanschaffen
Mogelijk door de welvaart
Maar ook mogelijk door nieuwe technologie
Televisie, koelkast, wasmachine maar ook veel kleding en andere spullen
Veel invloed vanuit de VS, mede door de Marshallhulp
Slide 8 - Diapositive
Afbeelding
Slide 9 - Diapositive
Jeugdculturen
Verandering in de manier van leven, na de middelbare school hoefde niet iedereen meteen te gaan werken
Jongeren hadden meer vrij tijd en eigen geld
Jongeren konden zelf gaan bepalen wat ze deden en zette zich hierbij af tegen de ouders
Jongeren gaan een eigen identiteit crueren door middel van kleding en muziek
Ontstaan van een generatiekloof
Slide 10 - Diapositive
Nozems
Eerste naoorlogse jeugdcultuur
Invloeden vanuit de VS
Rock and Roll muziek
Leren jassen, spijkerbroeken, vetkuif of het suikerspin kapsel
Bromfietsen zoals Zündapp of Kreidler
Slide 11 - Diapositive
Hippies
Make love not war
Flowerpower: in harmonie leven met de natuur
Tegen geweld, protesteerden veel tegen de Vietnamoorlog
Waren tegen de consumptiemaatschappij!
Muziekfestivals en experimenteren met drugs en seks
Te herkennen aan de lange hare en wijde kleren vol met kleur
Slide 12 - Diapositive
Emancipatie van de vrouw
Verdeling van de rollen van man en vrouw bleef tot lang na de Tweede Wereldoorlog hetzelfde
Man moest werken en de vrouw zorgde voor het huishouden
In de jaren 60 begon dat te veranderen, vrouwen vonden deze verdeling niet meer vanzelfsprekend!
Gingen strijden voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen
De pil hielp, vrouwen konden zelf bepalen
Slide 13 - Diapositive
Leg uit waarom er na de oorlog een consumptiemaatschappij ontstaat in Nederland.
Slide 14 - Question ouverte
Leg uit waarom er in de jaren 60 jongerenculturen ontstonden in Nederland.
Slide 15 - Question ouverte
Wat is een consumptiemaatschappij?
A
Een maatschappij waarin mensen veel eten
B
Een maatschappij waarin mensen zo min mogelijk consumeren
C
Een maatschappij die gericht is op het kopen van nieuwe spullen
D
Een maatschappij die gericht is op het hergebruiken van spullen
Slide 16 - Quiz
Waarom waren oudere mensen vaak niet blij met jeugdculturen?
A
De jeugdcultuur zette zich af tegen de ouders
B
De jeugdculturen zorgden voor veel problemen
C
De jeugdculturen zorgden voor teveel verschillen in de maatschappij
D
De jeugdculturen lieten aan oudere mensen zien dat ze oud waren