5.2 De middeleeuwse stad

De middeleeuwse stad


1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

De middeleeuwse stad


Slide 1 - Diapositive

Tijd van steden en staten.

Slide 2 - Diapositive

Vroege middeleeuwen
Late middeleeuwen
Beide
Domein
Clovis
Drieslagstelsel
Verspreiding Islam
Geldeconomie
De Hanze
Steden
Leenstelsel
Ruilen
Christendom

Slide 3 - Question de remorquage

Introductie
  • Uitleg over de middeleeuwse stad
  • Rollenspel: de middeleeuwse rechtszaal
  •  Na de les (pauze): PO-filmpjes kijken die nog niet zijn beoordeeld.

Slide 4 - Diapositive

Leerdoel
  • Je kunt de sociale lagen in een middeleeuwse stad benoemen en uitleggen wat een gilde is.

  • Je kunt uitleggen waarom steden in de late middeleeuwen meer macht kregen ten opzichte van de adel.

  • Je kunt uitleggen hoe steden in de late middeleeuwen werden bestuurd.


Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

De middeleeuwse stad
Burgerij= inwoners van een stad.

  • Onderlaag afhankelijk van hulp van de kerk en rijke mensen.
  • Steeds meer mensen in de stad gingen hetzelfde beroep uitoefenen.
  • Daarom besloten ambachtslieden om hun krachten te bundelen in een 'gilde'.
Rijke kooplieden en  gildemeesters
winkeliers en ambachtslieden
De gewone (arme) arbeiders

Bedelaars en daklozen

Slide 7 - Diapositive

Het gilde
Gilde = vereniging van mensen met hetzelfde beroep.
  • Vrouwen
  • Mannen namen leiding
  • Voorkomen concurrentie (regels werktijden, opleiding, prijs/kwaliteit)
  • Alleen gildeleden mochten een ambacht uitoefenen.
  • Gilden steunden elkaar bij ziekte of overlijden.

Slide 8 - Diapositive

Het gilde
  • Verschillende soorten leden.
  • Belangrijkste leden: eigenaren werkplaatsen (meesters).
  • Minder belangrijk: ambachtslieden in opleiding (leerling)
  • Het gilde zorgde ervoor dat er niet te veel meesters kwamen. 
  • Vakken: timmerman, schoenmaker, bakker, smeden, kleermakers, schilders, etc.

Slide 9 - Diapositive

Gezel in opleiding
Leerlingfase (ongeveer 10 jaar oud):
  • Een kind werd als leerling opgenomen bij een meester.
  • Hij of zij woonde vaak bij de meester in huis.
  • De leerling kreeg geen loon, maar wel eten, onderdak en vakonderwijs.
Gezelfase (na ongeveer 1-7 jaar):
  • Als de leerling genoeg geleerd had, werd hij een gezel.
  • Hij werkte voor een meester en kreeg nu wél loon.
Meesterproef:
  • Na genoeg ervaring kon de gezel een meesterproef doen.
  • Als die goedgekeurd werd door het gilde, mocht hij zijn eigen werkplaats beginnen.

Slide 10 - Diapositive


Wat wordt bedoeld met de "burgerij" in de middeleeuwen?
A
De boeren die op het platteland werkten en onderdanig waren aan de heer.
B
De ridders die vochten voor hun koning en land.
C
Een groep mensen uit de stad die geen adel of geestelijkheid was, maar vaak rijk werd door handel en ambachten.
D
De geestelijken die in kloosters woonden en de bijbel bestudeerden.

Slide 11 - Quiz


Wat was een gilde in de middeleeuwen?
A
Een vereniging van ambachtslieden die regels opstelde voor hun vak en elkaar ondersteunde.
B
Een geheime broederschap van handelaren die de prijzen op de markt bepaalden.
C
Een militair gezelschap van huurlingen dat bescherming bood aan rijke kooplieden.
D
Een bestuurlijke raad van edelen die de stad regeerde namens de koning.

Slide 12 - Quiz

Meer invloed.
Steden werden bestuurd door de heer (koning/hertog/graaf). Maar: bewoners wilden meer invloed hebben.. Zij wilden:

  1. Zelf hun stad besturen: meer invloed
  2. Zelf rechtspreken: meer controle en eerlijke processen
  3. En hun eigen munt slaan: economische zelfstandigheid
  4. Een eigen leger: onafhankelijkheid

Slide 13 - Diapositive

Stadsrechten
Steden krijgen stadsrechten. Dit      zijn privileges van een stad. 
  • Steden moesten voor stadsrechten betalen. Koningen, hertogen en graven verkochten stadsrechten voor geld. Dit geld hadden zij nodig voor hun hofhouding.

Wat is het gevolg?

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Rechtspraak
  • De stedelijke rechtbank bestond uit: de schout(voorzitter) en schepenen (andere rechters).
  • De heer moest het wel eens zijn met de schepenen.
  • Wat konden burgers doen? 

Slide 16 - Diapositive

Fun
Fact
Middeleeuwse dierenprocessen

Slide 17 - Diapositive

Bestuur
  • Andere taken van de schout en schepenen: veiligheid en verdediging en regels.
  • Meer dan een rechtbank -> bestuur van de stad.
  • Maar: niet zo democratisch als het lijkt..

Slide 18 - Diapositive

Rollenspel: middeleeuwse rechtszaak
  • Schout: Leidt de rechtszaak, stelt vragen, houdt orde, beslist mee over straf
  • 3 Schepenen: Luisteren, stellen vragen, overleggen en oordelen met de schout
  • Verdachte: Verdedigt zichzelf tegen de beschuldiging
  • Getuige 1: Vertelt wat hij/zij heeft gezien/gehoord
  • Getuige 2: Zegt iets wat helpt of juist tegen de verdachte spreekt
  • Publiek (rest vd klas):  Kijkt mee, mag na afloop reageren en stemmen op straf/onschuld
Regels in de rechtzaal
1. Tijdens de rechtzaak is het publiek stil.
2. De schout leidt de rechtzaak, iedereen luistert dus naar de schout.
3. De rollen worden door mevrouw De Jong verdeeld.

Slide 19 - Diapositive

Casus
In het jaar 1352 wordt Dirk, een jonge boerenknecht, beschuldigd van het stelen van een brood uit de kraam van de bakker op de markt. Het dorp lijdt onder een slechte oogst en voedsel is schaars. Dirk beweert dat hij het brood nodig had voor zijn zieke moeder. De bakker heeft aangifte gedaan.

Slide 20 - Diapositive

Casus 2
Een oude vrouw, Magteld, wordt ervan beschuldigd de waterput te hebben vergiftigd. Twee mensen in het dorp zijn ziek geworden. Sommigen beweren dat ze haar rare spreuken hoorden prevelen vlak bij de put. Anderen zeggen dat ze gewoon een kruidvrouw is die mensen probeert te helpen.

Slide 21 - Diapositive

Casus 3
De jonge boer Willem wordt beschuldigd van hout hakken in het bos van de heer, wat verboden is zonder toestemming. Het bos is eigendom van de landheer, maar Willem zegt dat hij alleen een paar dode takken heeft verzameld om zijn gezin warm te houden. Een jager van de heer heeft hem betrapt.

Slide 22 - Diapositive

Leerdoel
  • Je kunt de sociale lagen in een middeleeuwse stad benoemen en uitleggen wat een gilde is.

  • Je kunt uitleggen waarom steden in de late middeleeuwen meer macht kregen ten opzichte van de adel.

  • Je kunt uitleggen hoe steden in de late middeleeuwen werden bestuurd.


Slide 23 - Diapositive