Phrases T1
1 / 34
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Ja, daar ben ik het mee eens.
Slide 2 - Question ouverte
Je hebt gelijk, Vincenzo's is beter.
Slide 3 - Question ouverte
Daar ben ik het niet mee eens.
Slide 4 - Question ouverte
Ik weet het niet zeker.
Slide 5 - Question ouverte
Gary is dit weekend jarig.
Slide 6 - Question ouverte
Ben je vrijdag of zaterdag vrij?
Slide 7 - Question ouverte
Sorry, ik kan niet op vrijdag komen, maar zaterdag is oké.
Slide 8 - Question ouverte
Die Pizza King is niet heel goed.
Slide 9 - Question ouverte
We hebben een tafel voor tien op zaterdag om zes uur.
Slide 10 - Question ouverte
Wat kost een pizza?
Slide 11 - Question ouverte
Het is niet duur.
Slide 12 - Question ouverte
Je kunt een pizza margherita krijgen voor seven pond negenennegentig.
Slide 13 - Question ouverte
Hoeveel is dat in totaal?
Slide 14 - Question ouverte
Een pizza en een toetje zijn in totaal twintig pond.
Slide 15 - Question ouverte
Pardon!
Slide 16 - Question ouverte
Pas op!
Slide 17 - Question ouverte
Zou ik u iets mogen vragen?
Slide 18 - Question ouverte
Wil je er een paar?
Slide 19 - Question ouverte
Ja, alstublieft. Graag.
Slide 20 - Question ouverte
Ik wil er graag een paar.
Slide 21 - Question ouverte
Sorry, maar ik eet nooit vis.
Slide 22 - Question ouverte
Gewoonlijk eet ik geen patat.
Slide 23 - Question ouverte
Ik wil graag een omelet, alstublieft.
Slide 24 - Question ouverte
Kan ik de pastei proberen, alstublieft?
Slide 25 - Question ouverte
Hartelijk bedankt.
Slide 26 - Question ouverte
Graag gedaan!
Slide 27 - Question ouverte
Geen dank.
Slide 28 - Question ouverte
Heeft u iets voor vegetariërs?
Slide 29 - Question ouverte
Wat kan ik dan voor u pakken?
Slide 30 - Question ouverte
Kunt u me helpen?
Slide 31 - Question ouverte
Het is heel makkelijk.
Slide 32 - Question ouverte
Kunt u mij vertellen wat erin zit?
