Thema 6 - les 5 en 6 - Engelse leenwoorden

Welke Engelse woorden herken je?
Jan klapt zijn laptop open. Eens zien of zijn vriend Murat online is. Misschien kunnen ze even chatten.
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welke Engelse woorden herken je?
Jan klapt zijn laptop open. Eens zien of zijn vriend Murat online is. Misschien kunnen ze even chatten.

Slide 1 - Question ouverte

Welke Engelse woorden herken je?
Jan surft naar een website van whatsapp en logt in.

Slide 2 - Question ouverte

Lesdoel
Ik leer Engelse leenwoorden in de Nederlandse taal te herkennen.

Slide 3 - Diapositive

Welke woorden horen bij elkaar?
inloggen
printen
de game
het password
online
het level
de website
het niveau
afdrukken
je aanmelden
op het internet
de pagina op het internet
het computerspel
het wachtwoord

Slide 4 - Question de remorquage

Slide 5 - Diapositive

Welkwoord komt uit het Engels?
Tussen Utrecht en Maastricht rijdt een intercity.

Slide 6 - Question ouverte

Welkwoord komt uit het Engels?
Is dat wel waar? Dat wil ik even checken.

Slide 7 - Question ouverte

Welkwoord komt uit het Engels?
In haar vrije tijd gaat ze shoppen.

Slide 8 - Question ouverte

Welkwoord komt uit het Engels?
De deejay gaf een geweldige show.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Taal
Thema 6 les 6
pagina 32
Maak alle opdrachten.
Ik leg de opdrachten uit.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien