3h - les 4 - H4.3 Kracht en massa?

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Noem de twee weerstandkrachten

Slide 2 - Question ouverte

Noem de Eerste wet van Newton in je eigen woorden.

Slide 3 - Question ouverte

Je vertraagt met de auto.
De motorkracht is 300 N. Hoe groot zijn de weerstandskrachten?
A
Ook 300 N
B
Kleiner dan 300 N
C
Groter dan 300 N
D
Kun je niet weten

Slide 4 - Quiz

Welke weerstandkracht maak je kleiner door je banden op te pompen?
A
Luchtweerstandkracht
B
Schuifweerstandkracht
C
Rolweerstandkracht
D
Alle weerstandkrachten

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
☐ Je kunt het begrip traagheid
    uitleggen.

☐ Je kunt berekeningen maken met de
    tweede wet van Newton.

☐ Je kunt de remkracht op een     
    voertuig berekenen met de
    vertraging.

Slide 6 - Diapositive

Eerste wet van Newton

Als de resulterende kracht 0 N is, is het voorwerp in rust, of het beweegt met een constante snelheid langs een rechte lijn.

Met andere woorden:
Als er geen resulterende kracht werkt, is er geen verandering.

Slide 7 - Diapositive

Gevolgen van Fres
1) Fres wijst naar voor
     De snelheid wordt groter
2) Fres wijst naar achter
     De snelheid wordt kleiner
3) Fres wijst naar links of rechts
     De richting verandert

Slide 8 - Diapositive

km/h   en   m/s
Je hebt twee eenheden voor snelheid:

km/h (kilometer per uur) 
- m/s (meter per seconde)

1 m/s = 3,6 km/h

Slide 9 - Diapositive

(v,t)-diagram
In een (v,t)-diagram zie je
de snelheid op verschillende tijdstippen:

Slide 10 - Diapositive

Bewegingen herkennen









            Eenparige beweging             Eenparige versnelde beweging   Eenparig vertraagde beweging

Slide 11 - Diapositive

Versnelling        en       vertraging 
De snelheid neemt iedere                                            De snelheid neemt iedere 
seconde toe met 3 m/s.                                                 seconde af met 2 m/s.






Slide 12 - Diapositive

Versnelling berekenen

Slide 13 - Diapositive

Oppervlaktemethode






Eenparige beweging:        Eenparig versnelde beweging
s = opp. rechthoek              s = opp. driehoek                     s = driehoek + rechthoek

Slide 14 - Diapositive

Traagheid
Hoe groter de massa van een voorwerp, hoe moeilijker het is om de snelheid/richting te veranderen

Een voorwerp met een grotere massa heeft een grotere traagheid.

Slide 15 - Diapositive

Luchtkussenbaan

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Lien

Tweede wet van Newton
F = m × a

F: Kracht in N
m:  massa in kg
      a: versnelling in  m/s²

Slide 18 - Diapositive

Een auto heeft een massa van 1.200 kg.
De auto versnelt met 2,0 m/s².
Bereken de resulterende kracht.

Slide 19 - Question ouverte

Remkracht berekenen
Om de remkracht van een auto te berekenen gebruik je dezelfde formule. Vaak is de remkracht de enige kracht die werkt.

F = m × a

Slide 20 - Diapositive

Een auto heeft een massa van 1.200 kg.
De auto vertraagt met 3,0 m/s².
Bereken de remkracht

Slide 21 - Question ouverte

Leerdoelen
☑ Je kunt het begrip traagheid
    uitleggen.

☑ Je kunt berekeningen maken met de
    tweede wet van Newton.

☑ Je kunt de remkracht op een     
    voertuig berekenen met de
    vertraging.

Slide 22 - Diapositive

Aan de slag

Slide 23 - Diapositive

titel

Slide 24 - Diapositive

           Begrippen
           uit deze les

  • ...
  • ...

Slide 25 - Diapositive


Titel kan hier geplaatst worden.

Slide 26 - Question ouverte

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 27 - Diapositive