§2.4 Werktuigen

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Vorige week

Hefboom -> draaipunt, korte arm, lange arm

Moment -> M = F x r

Werklijn -> kortste afstand tussen kracht en draaipunt (loodrecht)

Momentenwet -> Evenwicht: linksom = rechtsom

Werktuigen

Soms is spierkracht niet genoeg

Hulp inschakelen -> werktuigen

Schroevendraaier, sleutel, nijptang, etc.

"Vergroot" je spierkracht

Twee krachten

Jouw uitgeoefende spierkracht

Kracht die de sleutel uitoefent op de moer

Draaipunt

Twee momenten

Jouw uitgeoefende moment --> F1 x r1

Moment die de sleutel uitoefent op de moer --> F2 x r2

Draaipunt

F1 x r1 = F2 x r2 

Kleine kracht met grote arm = grote kracht met kleine arm

Dubbele hefboom

Eigen draaipunt

Precies dezelfde berekening als bij de enkele hefboom, maar de uiteindelijke uitgeoefende kracht is nu twee maal zo groot.

Nijptang

Bereken de uitgeoefende kracht op de spijker

Draaipunt niet in het midden?

Sommige hefbomen werken net anders

Nog steeds de hefboomregel!

Verandering bij de armen.

Let hier op!!!

Kruiwagen

Mevrouw Brands heeft 145 kg

zand in de kruiwagen geschept.

Hoeveel spierkracht moet ze

uitoefenen voordat ze de

kruiwagen op kan tillen?

Huiswerk

§2.4 opdracht 1, 3, 5,7 (alle oneven)