§5.3 Rekenen aan reacties- RAM

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 1 - Diapositive

5.3 Rekenen aan reacties

Slide 2 - Diapositive

Doelen
Aan het einde van de les kan ik:
  1. met de wet van massabehoud uitleggen dat stoffen in vaste verhoudingen met elkaar reageren.
  2. berekeningen uitvoeren aan de hand van massaverhoudingen. 
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 3 - Diapositive

Verbrandingsproducten bevatten altijd het volgende atoomsoort:
A
C
B
H
C
O
D
S

Slide 4 - Quiz

Wat is de systematische naam van de stof S2O5?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de juiste naam van BrO2?
A
dibroommonoxide
B
monobromidedioxide
C
broommonoxide
D
broomdioxide

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Diapositive

Uit hoeveel atomen bestaat NH3?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Bij een chemische reactie verdwijnen er atomen want de beginstoffen verdwijnen
A
Juist
B
Onjuist
C
Huh.. wat zijn atomen?!

Slide 9 - Quiz

Massabehoud
Bij een chemische reactie verdwijnen geen atomen 
Bij een chemische reactie hergroeperen de atomen zich

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 10 - Diapositive

Wet van Lavosier / Wet van behoud van massa
massa beginstoffen = massa reactieproducten
Ontdekt door meneer Lavoisier (Wet van Lavoisier).

Bij een chemische reactie is de totale massa van de beginstoffen gelijk aan de totale massa van de reactieproducten


Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 11 - Diapositive

Wet van Lavosier / Wet van behoud van massa


Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties
Al (s) + O2 (g) → Al2O3 (s)
9 gram : 8 gram → 17 gram 

LET OP!

Het gaat om alle stoffen.
Dus gassen moet je ook meetellen. 

Slide 13 - Diapositive

Voorbeeld
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties
Al (s) + O2 (g) → Al2O3 (s)
9 gram : 8 gram → 17 gram 

Hoeveel g O2 is nodig voor
de verbranding van 22,6 g Al?

Slide 14 - Diapositive

Stappenplan
  1. Noteer de stofnamen in de eerste kolom
  2. Noteer de massaverhouding in de tweede kolom
  3. Vul de gevraagde massa in
  4. Vul de verhoudingstabel verder in
Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 15 - Diapositive

Oefenen
waterstofchloride en ammoniak reageren in de verhouding 3,6 : 1,7 tot salmiak. 
Hoeveel gram waterstofchloride heb je nodig om 40 g salmiak te maken? Rond je antwoord af op 1 decimaal 

Hoofdstuk 5. Chemische reacties
§5.3 Rekenen aan reacties

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

1

Slide 24 - Vidéo

Slide 25 - Question de remorquage