Fictie par.4 Spanning

1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Tekst 2 - Broergeheim
Je vraagt je misschien af waar ik ben. Dat zal ik je vertellen: bij oma. Bij oma Bos. Pap en mam hebben me gisteren heel vroeg naar haar toe gebracht. Waarom weet ik niet. Ik wilde vroeg opstaan, omdat ik al de hele week zin had in de zaterdag. Eindelijk zomervakantie! Voor mij dan, want jij bent al twee weken vrij van school. Ik wilde plannen met je maken. En ik wilde naar het water. Met z’n tweeën lekker zwemmen of varen met de rubberboot. Maar mam maakte me eerder wakker dan de wekker. Ze stond in het donker en pakte paps sporttas vol met míjn kleren. Toen ik vroeg waarom ze dat deed, zei ze dat ik stil moest zijn. Jij lag nog op bed en ik mocht je niet wakker maken. En ik mocht ook niet op je kamer komen. Jouw deur zat dicht. Mam trok me mijn bed uit. Ze had een zonnebril op! Ze nam me mee aan haar hand. Het ging allemaal heel snel. Douchen hoefde niet. Een koud washandje over mijn gezicht was genoeg. En ontbijten deden we straks, zei ze. Beneden smeerde pap broodjes pindakaas en die stopte hij in een zakje. Mam zette me in de gang, pakte nog wat spullen uit de woonkamer en voor ik het wist stonden we bij de auto. Het was heel stil op straat. ‘Moet Stefan niet mee?’ vroeg ik. Mam was te druk met spullen in de auto leggen. Pap keek me aan en zei niets. Zijn ogen waren een beetje rood. Had hij gehuild? Ik ging maar achterin zitten. Alleen. Pap startte de auto en we reden de straat uit. Het was al warm buiten en pap zette z’n raampje open. Een bries stroomde de auto in. Ik vroeg waar we naartoe gingen. Mam draaide zich om en keek met een zielig gezicht langs de hoofdsteun van haar stoel. Ze vertelde dat ik een tijdje ging logeren bij oma Bos. Ik vroeg meteen wanneer jij kwam. Mam zei dat we het daar nog wel over zouden hebben.
Emiel de Wild, Broergeheim (niveau 1). Leopold, Amsterdam 2013
timer
3:00

Slide 2 - Diapositive

Joeri schrijft: ‘Jij lag nog op bed.’ Is dat waar, denk je? Leg je antwoord uit.

Slide 3 - Question ouverte

Hoe voelen Joeri’s ouders zich?
Leg uit hoe je dat weet

Slide 4 - Question ouverte

Wat is er met Stefan aan de hand, denk je?

Slide 5 - Question ouverte

Tekst 3 - Broergeheim
Joeri heeft bijna een maand bij oma Bos gelogeerd. Hij heeft op geen enkele manier contact met Stefan kunnen leggen. Als zijn ouders hem ophalen, blijken ze verhuisd te zijn. In het nieuwe huis is geen kamer voor Stefan. Op Joeri’s vragen geven zijn ouders lange tijd geen antwoord. Dan wil Joeri’s vader met hem praten.
‘Dit gaat over Stefan.’
Ik schrok. Dit was het dus. Nu zou ik te weten komen waar jij bent.
Pap zei: ‘Je moet goed luisteren, ik vertel het maar één keer. Daarna moet je proberen te vergeten wat ik heb gezegd en iets leuks gaan doen.’
‘Beloofd,’ zei ik snel. Maar of ik het wilde vergeten, zou ik nog wel zien.
Het was stil.
Pap zei: ‘We hebben lang niet over Stefan gepraat. Dat heeft een reden.’
En weer was het stil.

timer
2:00

Slide 6 - Diapositive

Wat zou de reden kunnen zijn waarom er lang niet over Stefan is gepraat?

Slide 7 - Question ouverte

Bij wie voel je je betrokken? Kies en leg uit: Joeri – Stefan – de ouders.

Slide 8 - Question ouverte

In Broergeheim zit actiespanning / psychologische spanning, want ….

Slide 9 - Question ouverte

Wat is een voorbeeld van actiespanning?
A
Hoofdpersoon denkt na over zijn moeilijke jeugd
B
Een hoofdpersoon wordt achtervolgd door een inbreker
C
Hoofdpersoon voelt zich verdrietig omdat hij zijn vriend mist
D
Een hoofdpersoon Een Hoofdpersoon twijfelt of hij de waarheid moet vertellen

Slide 10 - Quiz

Wanneer spreek je van psychologische spanning?
A
Als er een achtervolging is
B
Als je wilt weten wie de dader is
C
Als je meeleeft met een personage
D
Als er een schietpartij plaatsvindt

Slide 11 - Quiz

Welke situatie roept vooral vragen op bij de lezer?
A
Als iemand wordt achtervolgd op straat
B
Als een personage huilt om zijn overleden hond
C
Personage in een verlaten huis hoort iets, maar niet weet wat
D
Geheimzinnige envelop wordt openmaakt waar geld in zit

Slide 12 - Quiz

Waarom wil je doorlezen bij een spannend verhaal?
A
Omdat het verhaal zich afspeelt in een mooi land
B
Omdat je het moeilijk vindt om het boek weg te leggen
C
Omdat het boek makkelijk leest
D
Omdat je antwoorden wilt op vragen die het verhaal oproept

Slide 13 - Quiz


😴 Helemaal niet spannend
🙂 Een beetje spannend
😮 Best wel spannend
😱 Super spannend, ik wil blijven doorlezen

Slide 14 - Sondage