Lesbrieven Nieuwe Economie
Geef havo- en vwo-leerlingen op een inspirerende en leuke manier een bredere blik op economie.

Wat is economie? - Bovenbouw

Wat is economie?

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is economie?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is economie?
In deze les onderzoeken we waarover we praten als we over economie praten.

Daarbij onderscheiden we:
  1. De economie → al het menselijk handelen dat gericht is op het voorzien in de behoeften van mensen zelf en anderen (the economy)
  2. De economische wetenschap → de manier waarop economen dit menselijk handelen inzichtelijk proberen te maken (economics)



Slide 2 - Tekstslide

Doel: Uitleggen wat we in deze les gaan doen (1 min)
In deze les gaan we onderzoeken waarover we praten als we over economie praten.
Dat is belangrijk, omdat er twee manieren zijn om te kijken naar het begrip economie. We onderscheiden daarbij:
• De economie → al het menselijk handelen dat gericht is op het voorzien in de behoeften van mensen zelf en anderen
• De economische wetenschap → de manier waarop economen dit menselijk handelen inzichtelijk proberen te maken
Het Engels is in dit geval behulpzamer, daar verduidelijkt de taal of we praten over de wereld om ons heen (the economy) of over de wetenschap die we gebruiken om deze wereld inzichtelijk te maken (economics)

Wat is economie?



Aan het einde van deze les:
  • Kun je uitleggen wat het onderscheid is tussen ‘de economie’ en ‘economische wetenschap’
  • Begrijp je dat de economie gevormd wordt door menselijke interacties
  • Weet je dat er verschillende manieren zijn om de economie te beschrijven en te onderzoeken



Slide 3 - Tekstslide

Doel: Introductie van de leerdoelen (1 min)

Aan het einde van deze les:
• Kun je uitleggen wat het onderscheid is tussen ‘de economie’ en ‘economische wetenschap’
• Begrijp je dat de economie gevormd wordt door menselijke interacties
• Weet je dat er verschillende manieren zijn om de economie te beschrijven en te onderzoeken


Economie = Oikos Nomos?
Oudgriekse oorsprong van het woord economie → oikos en nomos

Oikos → het huishouden waarvoor we in de behoeften voorzien

Nomos → de kennis die we inzetten bij het voorzien in deze behoeften


Slide 4 - Tekstslide

Doel: Herkomst van het woord economie duiden en relateren aan de twee manieren van kijken naar het begrip economie (2 min)

Het woord economie is een samenstelling van de Oudgriekse woorden oikos en nomos, waarbij oikos staat voor huis, nomos voor regel.
  Het werd ruim 2.000 jaar geleden gebruikt om aan te duiden hoe een huishouden bestuurd moest worden. In dat woord zit onderscheid tussen het onderwerp waarnaar je kijkt en de regels die je toepast om daar structuur aan te geven.
Deze oorspronkelijke betekenis komt nog steeds overeen met de manier waarop economie vaak gebruikt wordt, alleen wordt daarbij niet langer alleen aan het huishouden (micro-economie), maar ook aan het geheel van economische interacties gedacht (macro-economie).
En het samengestelde woord kan ook nog steeds los gezien worden om inzicht te geven in de twee onderdelen van het woord economie.
• Het oikos-deel verwijst dan naar de wereld: het geheel van menselijke interacties gericht op het voorzien in behoeften.
• Het nomos-deel verwijst dan naar de economische wetenschap: de regels of kennis die ingezet worden om deze menselijke interacties inzichtelijk te maken.

Menselijke behoeften → nodig voor overleving en comfort

Menselijke interacties gericht op het voorzien in behoeften vormen deels onze wereld → de economie
De economische wetenschap → onderzoekt hoe deze interacties tot stand komen


Dus...

Slide 5 - Tekstslide

Doel: De twee manieren om te kijken naar het begrip economie verder uitwerken (3 min)
Economie begint bij menselijke behoeften. Voor onze overleving en ons comfort zijn we afhankelijk van een sterk uiteenlopende set goederen en diensten.
Deze menselijke behoeften zijn context afhankelijk: d.w.z. ze zijn afhankelijk van de plaats en tijd waarin mensen leven. Ook de manier waarop mensen in hun behoeften voorzien is afhankelijk van de context waarbinnen dit gebeurt. Een gemiddelde Nederlandse leerling nu heeft heel andere behoeften dan een leerling die rond 1990 op een middelbare school zat. En ook de manier waarop in behoeften voorzien wordt is in die tijd sterk veranderd.
De economie (the economy), die ontstaat door menselijke interacties gericht op het voorzien in behoeften, is dus ingebed in een gemeenschap. De gemeenschap geeft met sociale normen en wetgeving richting aan de menselijke interacties gericht op het voorzien in de behoeften van mensen. Dit alles moet gebeuren binnen de biosfeer: de fysieke grenzen van de planeet.
De economische wetenschap (economics) bestudeert onder welke voorwaarden deze interacties tot stand komen. Het is een manier van kijken naar de wereld die inzichtelijk maakt hoe verschillende economieën ingericht zijn, hoe voorzien wordt in behoeften en wat we daarvan kunnen leren.

Bijvoorbeeld:
Een warenmarkt is een vorm van menselijke interactie gericht op behoeftenvoorziening
De economische wetenschap bestudeert de warenmarkt met het marktmodel om o.a. te verklaren hoe prijzen tot stand komen


Slide 6 - Tekstslide

Doel: Illustreren van de twee manieren waarop het begrip economie bekeken kan worden (1 min)
Met de economie (the economy) bedoelen we dus alle maatschappelijke verschijnselen die gericht zijn op het voorzien in behoeften. Een tastbaar voorbeeld daarvan is een warenmarkt. Daarbij wordt ook direct de contextafhankelijkheid van de economie zichtbaar. Een Nederlandse warenmarkt ‘werkt’ heel anders dan een Arabische soek, maar beide zijn vormen van menselijke interactie gericht op behoeftebevrediging.
 
De economische wetenschap (economics) bestudeert vervolgens aspecten van die menselijke interacties. Bijvoorbeeld door de warenmarkt te bestuderen met het marktmodel om te verklaren hoe prijzen tot stand komen, hoe het wederzijds voordeel verdeeld wordt, of door te kijken naar asymmetrische informatie om te verklaren waarom klanten een aankoop achteraf soms negatief beoordelen.

timer
2:00
De economie
De economische wetenschap
Supermarkt
Shoppen
Evenwichtsprijs
Productiefactor
Belastingdienst
Externaliteit
BBP
Werken
Regering
Salaris
Arbeidsinkomensquote
Bank(rekening)
Bedrijf
Indirecte ruil
Volkomen concurrentie
Douane
Surplus
Containerschip

Slide 7 - Sleepvraag

Interactieve opdracht: wat hoort waarbij?
Doel: Leerlingen uitdagen om begrippen toe te wijzen aan ‘de economie’ of de ‘economische wetenschap’ en hen daarmee laten nadenken over de twee manieren om te kijken naar het woord economie. (2 min)
Leerlingen krijgen een aantal begrippen te zien, aan hen de vraag om de begrippen in het juiste vakje te slepen. Hoort het begrip thuis bij ‘de economie’ of bij ‘de economische wetenschap’?

Doel: De juiste uitkomst van de opdracht bespreken

Bespreek na afloop van de opdracht na. Wat valt op? Vonden leerlingen het ingewikkeld om te bepalen of iets hoort bij ‘de economie’ of de ‘economische wetenschap’
Antwoorden
De economie
- Werken
- Salaris
- Shoppen
- Belastingdienst
- Supermarkt
- Bankrekening,
- Bedrijf
- Containerschip
- Douane
- Regering
De economische wetenschap
- BBP
- Productiefactor
- Volkomen concurrentie
- Arbeidsinkomensquote
- Externaliteit
- Indirecte ruil
- Surplus
- Evenwichtsprijs

Wat is ‘de economie’?
De economie, de economische werkelijkheid is overal om ons heen

Het is onderdeel van de samenleving en afhankelijk van de omgeving
Bijvoorbeeld: de economie in India ziet er anders uit dan hier in Nederland
Economieën ontstaan door menselijk handelen → wij hebben invloed op de economische werkelijkheid



Slide 8 - Tekstslide

Doel: Uitleggen wat we verstaan onder de economie (2 min)
Als we het hebben over de economie dan hebben we het over het geheel aan menselijke interacties en menselijk handelen dat erop gericht is te voorzien in de behoeften waarvan we afhankelijk zijn voor onze overleving en ons comfort. De economie, de economische werkelijkheid is daarmee overal om ons heen.  
De economie wordt zo gevormd door de samenleving waarbinnen ze ontstaat en is dus afhankelijk van de omgeving waarbinnen dit gebeurd. Dit leidt tot een grote verscheidenheid aan economieën, elk afgestemd op de context waarbinnen ze ontstaan.
In India bijvoorbeeld speelt een groot deel van het economische leven zich op straat af. Dit is deels ingegeven door het klimaat, deels door het gebrek aan beschikbare winkelruimte, maar is ook een gevolg van het ontwikkelingsniveau van het land.
Economieën komen niet kant en klaar uit de lucht vallen. Ze zijn het gevolg van menselijk handelen. De afspraken die we met elkaar maken vormen onze economie. We hebben dus invloed op de economische werkelijkheid en kunnen deze bijsturen als we niet tevreden zijn over bepaalde uitkomsten.

Beheer van de economie

De economie ontstaat deels spontaan → een beetje zoals een bos
Als consument en producent maken we keuzes die de economie mede vormgeven
We kunnen wel structuur aanbrengen
Dit doet de overheid met wetten en regels, belastingen en subsidies en door zelf te produceren

Slide 9 - Tekstslide

Doel: introduceren van de boswachter-metafoor – we hebben allemaal een (weliswaar heel) beperkte invloed op hoe een economie zich ontwikkelt
De economie ontstaat dus door menselijk handelen en door menselijke interacties. Dit gebeurt voor een deel spontaan, een beetje zoals bij een bos: binnen de grenzen van het gebied bepaalt toeval en hoe goed een soort is aangepast op haar omgeving op welke manier het bos zich ontwikkelt.
Mensen zijn binnen economieën onafhankelijke beslissingsmakers, ieder met hun eigen belangen en ideeën. Onze interacties, zowel als consument als producent bepalen hoe een economie zich ontwikkelt.
We kunnen er als consument bijvoorbeeld voor kiezen om duurzame consumptiekeuzes te maken, als producent kunnen we proberen om onze grondstofketen slaafvrij te krijgen of we kunnen met een groep mensen lokaal energie opwekken voor eigen gebruik of een deel-auto project opzetten.
Maar we kunnen hier als samenleving wel structuur in aanbrengen: net als een boswachter dat kan binnen een bos, door bepaalde soorten te verwijderen, brandgangen aan te leggen. Zo kunnen we de systemische voorwaarden scheppen om sommige menselijke interacties en sommige vormen van handelen te stimuleren, terwijl we andere vormen juist afremmen. 
Deze invloed oefenen we voor een belangrijk deel uit via de overheid. Met wetten, regels, belastingen en subsidies en door bepaalde goederen en diensten zelf te produceren (collectieve goederen) stuurt de overheid hoe een economie zich ontwikkelt. Dit doet de overheid in opdracht van ons allemaal.
Met ons eigen handelen als consument en producent, via sociale normen en door te kiezen voor een politieke partij hebben we invloed op de manier waarop een economie zich ontwikkelt. We zijn daarmee allemaal een klein beetje boswachter.

Rollen binnen de economie
  • Gezinslid
  • Burger
  • Consument
  • Werknemer
  • Ondernemer
  • Investeerder
  • Onderdeel van een vereniging




Slide 10 - Tekstslide

Doel: Het introduceren van enkele rollen die mensen binnen een economie kunnen spelen (2 min)
Ieder mens heeft binnen een dag heel verschillende rollen binnen de economie. Als mens wisselen we voortdurend tussen verschillende soorten van menselijke interactie, waarbij we telkens andere doelen nastreven en ons handelen steeds afstemmen op de omgeving waarbinnen we handelen.
Niet al deze rollen worden vanzelfsprekend erkend als onderdeel van het economisch handelen bij een gangbare benadering van het vak. Toch vervullen ze een wezenlijke functie bij het voorzien in de menselijke behoeften
Denk daarbij aan de menselijke rol als:
Gezinslid: iedereen is in de eerste plaats lid van een gezin, binnen het gezin wordt een grote hoeveelheid onbetaalde zorg verleend die essentieel is voor het functioneren van de samenleving;
Burger: iedereen is daarnaast onderdeel van de samenleving en kan via een stem of acties invloed uitoefenen op de manier waarop die samenleving zich ontwikkelt;
Consument: koop je goederen of diensten om in je behoeften te voorzien? Dan ben je consument. Jouw consumptiekeuzes hebben invloed op de economie;
Werknemer: als je werkt voor iemand anders en daar een salaris voor ontvangt dan ben je actief als werknemer. Door wel of niet te kiezen voor een bepaalde werkgever kun je invloed uitoefenen op de economie;
Ondernemer: als je goederen of diensten produceert en deze verkoopt dan ben je actief als ondernemer. Je keuzes daarin hebben een directe invloed op de economie;
Investeerder: hou je inkomen over dat je niet hoeft te gebruiken voor consumptie? Dan kun je geld investeren in de activiteiten van anderen en daar een inkomen uit verdienen, je investeringsbeslissingen zijn vervolgens zeer vormend voor de economie;
Onderdeel van een vereniging: via het verenigingsleven kan voorzien worden in de behoeften aan sport, spel en samenkomst. Actieve leden van verenigingen verrichten onbetaalde arbeid om dit mogelijk te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Doel: Leerlingen laten nadenken over hun eigen netwerk van economisch handelen (8 min)
Leerlingen zijn zelf ook actief in de economie, ze vervullen al verschillende van de hiervoor genoemde rollen binnen de economie. Sommige leerlingen hebben al een baantje, zijn actief bij een vereniging en ze zijn allemaal actief als consument.
In deze opdracht wordt leerlingen gevraagd na te denken over hun eigen economisch handelen en hier een netwerk van te tekenen.

Slide 12 - Tekstslide

Doel: Leerlingen laten nadenken over hun eigen netwerk van economisch handelen (8 min)
In deze opdracht wordt leerlingen gevraagd na te denken over hun eigen economisch handelen en hier een netwerk van te tekenen.
Bespreek de opdracht na. Wat valt op?
Lukt het leerlingen om hun eigen economisch handelen in kaart te brengen?

Economische wetenschap
Het doel van de economische wetenschap (economics)inzichtelijk maken van de complexe economische werkelijkheid (economy). Zo kunnen we bijsturen en die economische werkelijkheid vormgeven

Instrumenten, modellen en theorieën om te begrijpen hoe de economie (the economy) functioneert

Verschillende manieren van kijken


Slide 13 - Tekstslide

Doel: Uitleggen wat we verstaan onder de ‘economische wetenschap’ (2 min)
Het doel van de economische wetenschap is het inzichtelijk maken van de complexe economische werkelijkheid, zodat er met economisch beleid kan worden bijgestuurd in deze economische werkelijkheid als dat nodig of wenselijk is.
De economische wetenschap (economics) biedt manieren van kijken waarmee aspecten van de economische werkelijkheid inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Het zijn dus de instrumenten, modellen en theorieën die we gebruiken om te begrijpen hoe de economie (the economy) functioneert.
Daarbij kunnen verschillende invalshoeken, of manieren van kijken gekozen worden. We kunnen bijvoorbeeld naar de economie kijken als een geheel van markttransacties die we kunnen analyseren met behulp van de marginale analyse, en evenwichtsprijzen. Of we kunnen kijken naar de fysieke grenzen van de planeet, om vervolgens te onderzoeken hoe onze economie binnen die kaders kan bijdragen aan het welzijn van mensen.

Kiezen voor één manier van kijken? → reduceert de complexiteit van de economische realiteit


Dit kan leiden tot blinde vlekken →
Wat zie je wel? Wat zie je niet?


"Je gaat het pas zien als je het doorhebt”

Manieren van kijken

Slide 14 - Tekstslide

Doel: Uitleggen dat de keuze voor een invalshoek er ook voor kan zorgen dat je zaken over het hoofd ziet (1 min)
Door te kiezen voor een bepaalde manier van kijken wordt een economisch probleem behapbaar gemaakt. Het reduceert de complexiteit van de economische realiteit zodat je uitspraken over een onderwerp kan doen. 
Maar door te kiezen voor één bepaalde manier van kijken ontstaan ook blinde vlekken. Zo kan er bijvoorbeeld op korte termijn geoptimaliseerd worden voor economische groei, maar deze groei kan ten koste gaan van de leefomgeving en de mogelijkheden om te voorzien in menselijke behoeften op de lange termijn.
De parabel van de blinde mannen die elk dachten te begrijpen wat een olifant is (‘Het is een slang. Nee een muur. Niet waar een boomstam. Echt niet, het is een touw.”) vormt een mooie metafoor voor het belang en de werking van pluralisme in de economische wetenschap, hoewel economen natuurlijk niet blind zijn.

Stromingen in economisch denken? → verschillende manieren om naar de economische werkelijkheid te kijken.

Geen ‘one size fits all’ → iedere manier van kijken heeft voor- en nadelen
Onze manier van kijken is (ook) afhankelijk van tijd, plaats, omstandigheden →  
  • Marxisme na de industriële revolutie,
  • Ecologische economie, nu er zorgen zijn over de biosfeer


Economische stromingen

Slide 15 - Tekstslide

Doel: Uitleg geven over verschillende economische stromingen (2 min)
Deze manieren van kijken zijn te herkennen als stromingen binnen de economie. Bijvoorbeeld de neoklassieke economie die het tot stand komen van prijzen op markten en verstoringen van dit proces onderzoekt.
Het is belangrijk om te onthouden dat er niet 1 juiste economische stroming is. Het zijn allemaal manieren om een specifiek aspect van de economie inzichtelijk te maken. Elke stroming belicht een ander onderdeel van de economie en is daarmee nuttig voor een bepaald deelaspect. Waar het om draait is de best passende aanpak te kiezen en daarbij ook te kijken wat een andere stroming kan doen om dat beeld te verduidelijken.
Economische stromingen ontstaan vaak in reacties op veranderingen in de economie, de samenleving of de biosfeer. Bijvoorbeeld de opkomst van de Marxistische economie aan het eind van de 1e industriële revolutie, of de ecologische economie die opkwam in de tijd dat de menselijke invloed op de planeet steeds duidelijker voelbaar werd (klimaatverandering, tekort aan grondstoffen, uitsterven diersoorten en planten e.d). De economische wetenschap staat niet stil, het ontwikkelt zich parallel aan de complexe economische werkelijkheid.

Invloed op de wereld:
Economisch beleid bepalend voor hoe de wereld er uit ziet
Kennis van de economie en de economische wetenschap geeft grote invloed op de wereld waarin we leven
Hoe willen we die wereld vormgeven?


Slide 16 - Tekstslide

Doel: Uitleggen dat beleid sterk beïnvloed wordt door economisch denken, door de manier waarop we naar de economie bekijken (2 min)
Deze manieren van kijken, deze economische stromingen zijn niet zonder gevolgen. Economische wetenschap en een economische manier van kijken hebben grote invloed op de manier waarop de economie (the economy) zich ontwikkelt.
Kennis van de economie en economische wetenschap geeft grote invloed op de wereld waarin we leven.
De vraag die we kunnen stellen is, in wat voor wereld willen we leven? Met economische kennis kan hierin gestuurd worden. De economie die we gezamenlijk vormen kan bijgestuurd worden als we andere doelen gaan nastreven.
-> Vraag leerlingen of ze kunnen bedenken welke economische stroming van invloed is op het overheidsbeleid in Amerika en China.

Welke vervolgstudies kan je kiezen als je het vak economie volgt?
Voor iedere economische studierichting geldt dat je profijt hebt van het vak economie → van finance en marketing tot economisch beleid of econometrie
Maar ook bij veel andere studierichtingen heb je profijt van economische kennis → van bestuurskunde, politicologie en recht tot geneeskunde en geschiedenis
Economische kennis helpt je om keuzes beter te begrijpen en daarmee de wereld om ons heen → zinvol in elke opleiding



Wat kun je ermee?

Slide 17 - Tekstslide

Doel: voor bovenbouw leerlingen duidelijk maken wat ze hebben aan het vak economie voor hun vervolgstudie (1 min)

Wat heb je als leerling in je vervolgstudies aan de economische kennis die je jezelf eigen maakt?

Voor iedere economische studierichting is het zinvol als je kennis in de economie in huis hebt.

Maar ook voor andere, niet economische studies is het behulpzaam om kennis te hebben van de economie en de economische wetenschap.

Economische kennis helpt je om keuzes inzichtelijk te maken en daarmee de wereld om ons heen. Daar heb je iets aan in bijna iedere opleiding.


Opdracht
Wat zou jij willen doen met economische kennis?

Slide 18 - Tekstslide

Doel: leerlingen laten nadenken over de vraag wat ze willen doen met economische kennis (2 min)
Tijdens deze les hebben leerlingen hopelijk een duidelijker beeld gekregen over wat je allemaal kan met economische kennis en op welke terreinen kennis van de economie ingezet kan worden.
Denken – Delen – Uitwisselen
Laat leerlingen nadenken over de vraag wat zij willen doen met economische kennis. (1 min), vervolgens delen met een andere leerling (1 min) en afsluitend uitwisselen en nabespreken (1 min).
Heeft deze les beïnvloed wat leerlingen zouden willen doen met economische kennis?

De wereld en de bril
Economie is niet 1 ding

Het is de wereld zoals we die voor ons zien (the economy)

Maar ook de manier waarop we deze wereld inzichtelijk proberen te maken (economics) 

Slide 19 - Tekstslide

Doel: samenvatten van de belangrijkste inzichten in de les (2 min)
Zoals we in deze les hebben kunnen zien hebben we het niet zo zeer over één ding als we het hebben over economie. De Nederlandse taal is hier niet zo handig als de Engelse taal; waarbij direct een onderscheid gemaakt kan worden tussen de economie (the economy) en de economische wetenschap (economics).
 
Als we het hebben over economie dan kan het dus gaan om de economische wereld om ons heen (ingebed in gemeenschap en biosfeer). We kijken dan naar de manieren waarop mensen handelen en interacties ingaan om in hun behoeften te voorzien. Dat geheel zien we dagelijks om ons heen, het is de wereld zowel we die voor ons zien.
 
De economische wetenschap probeert deze economische wereld om ons heen inzichtelijk te maken. Het biedt manieren van kijken voor specifieke aspecten van deze wereld.

  1. Omschrijf in je eigen woorden de begrippen ‘de economie’ en ‘economische wetenschap’
  2. Hoe kunnen wij als mens invloed uitoefenen op de economie?
  3. Waarom is het vaak zinvol om de economie op verschillende manieren te bekijken? Licht je antwoord toe.



Reflectie

Slide 20 - Tekstslide

Doel: reflecteren op wat de leerlingen deze les geleerd hebben


Wat vond je van deze les?
1100

Slide 21 - Poll

De poll (schaal)
Door middel van de schaal kun je leerlingen vragen een getal in te voeren. Geef zelf de minimum- en maximumgetallen in en laat de leerlingen de rest doen. Leerlingen beantwoorden deze vraag middels een zogenaamde slider, die ze zelf kunnen verplaatsen. 

Met de poll kun je leerlingen bevragen met stellingen tijdens de (klassikale of gedeelde) les. Deze stellingen hebben geen goede of foute antwoorden, maar kunnen juist gebruikt worden om discussies te starten en meningen uit te vragen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies