Economie voor vmbo
lessen voor de dagelijkse praktijk

Schaarste & welvaart

SCHAARSTE
& WELVAART
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

SCHAARSTE
& WELVAART

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert in deze les wat schaarste betekent in de economie.

Slide 2 - Tekstslide

1

Slide 3 - Video

00:01-00:06
In de zomer van 2018 regende het te weinig. De droogte in ons land had invloed op de economie.

Slide 4 - Tekstslide

gevolgen van de droogte voor de economie

Slide 5 - Woordweb

Schaarste
Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig zoals tijd en geld. Deze middelen zijn beperkt, dat noem je schaarste.

Slide 6 - Tekstslide

Wat staat er in het woordenboek?

Slide 7 - Tekstslide

Wat is geen schaars goed?
A
brood
B
auto
C
zonlicht
D
geld

Slide 8 - Quizvraag

Schaarste betekent in de economie ...
A
dat er weinig van is.
B
dat mensen secundaire behoeften hebben.
C
dat je middelen te beperkt zijn om in al je behoeften te voorzien.
D
dat mensen zich door reclame laten beïnvloeden.

Slide 9 - Quizvraag

1

Slide 10 - Video

00:23
Kun jij een ander voorbeeld geven van zelfvoorziening?

Slide 11 - Open vraag

Leg het begrip welvaart uit.

Slide 12 - Open vraag

Welvaart en schaarste

Welvaart: de mate waarin je je behoeften kunt vervullen.


Dus hoe meer je behoeften worden vervuld, hoe meer welvaart je hebt. De welvaart van iemand is laag als weinig van zijn behoeften worden vervuld (ook als die persoon erg rijk is).

Welvaart van iemand is hoog als bijna al zijn behoeften worden vervuld (ook als die persoon weinig besittingen heeft).


Niemand heeft genoeg middelen om alle behoeften te vervullen, dit noemen we schaarste

Slide 13 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 14 - Tekstslide

Is de kleding van Nike schaars?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Welke producten zijn allemaal schaars?
A
Brood, regenwater en cola
B
Een fiets, de wind en een computer
C
Zon, tomaten en boeken
D
Een stoel, TV en smartphone

Slide 16 - Quizvraag

Welk van de volgende goederen is niet schaars?
A
Een schilderij van van Gogh
B
Lucht
C
Drinkwater
D
Zand in de zandbak

Slide 17 - Quizvraag

Leg uit wat schaarste te maken heeft met welvaart.

Slide 18 - Open vraag

Begrijp je alles wat er net is uitgelegd?
(100 is alles, 0 is niks)
0100

Slide 19 - Poll

Noteer je vragen die je nog hebt.

Slide 20 - Open vraag

Heb je de lesstof nog niet goed begrepen? Kijk dan naar de volgende video.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video