Nederlands Film Festival: Kapsalon Romy

KAPSALON ROMY
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBurgerschapsonderwijs+6BasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Introductie

Door deze les maken de leerlingen kennis met filmeducatie en gaan zij dieper in op hoe de filmmaker het verhaal overbrengt. Film creëert een werkelijkheid. De maker zet allerlei middelen in om onze blik te sturen. Wij zien dus wat de filmmaker wil dat wij zien. In hoeverre is de leerling zich hiervan bewust? Wat doen de filmbeelden met de leerling? Deze bewustwording wordt bereikt door onderzoekend leren. Er zijn dus geen goed-fout opdrachten, wel kijkvragen, klassengesprekken en reflectievragen. Synopsis: De tienjarige Romy vindt het niet leuk dat ze elke dag naar oppasoma Stine moet, die als kapster werkt en alzheimer heeft. Als zij haar kleindochter in vertrouwen neemt over die toenemende vergeetachtigheid en verwardheid, beseft Romy dat oma niet alleen op haar past, maar zij ook op oma. Bekroond op het Noorse International Children's Film Festival als Beste Europese jeugdfilm van 2019 en gebaseerd op het gelijknamige kinderboek van Tamara Bos.

Instructies

Leerdoelen
  • De leerling leert over hoofdrollen en bijrollen en kan het verschil tussen beide uitleggen.
  • De leerling leert over het camerastandpunt en de manier waarop deze het perspectief van de kijker kan beïnvloeden.  
  • De leerling leert over het effect van een voice-over in films.
  • Leerlingen leren over de overeenkomsten en verschillen tussen boek en film.
Benodigdheden
  • Smartphone
Werkwijze
  • Van de film Kapsalon Romy (2019, 90 min., Mischa Kamp) bekijk je met de klas korte fragmenten. Hierbij worden vragen gesteld over het narratief (op welke manier de inhoud verteld wordt), de filmische vormgeving en de context. 
  • Deze opdrachten zijn geschikt voor het primair onderwijs (groep 7 en 8). De opdrachten kenmerken zich door natuurlijke differentiatie. Dit houdt in dat leerlingen op eigen niveau (onderdelen van) het probleem kunnen oplossen. Bij overleg zal discussie vaak noodzakelijk zijn.
  • Nadat de klas de hele film heeft gezien, kunnen de vragen nogmaals worden behandeld. Verschillen de antwoorden?
  • Deze les kan geprint worden, inclusief de notities per dia, door op de print knop te drukken rechtsboven in het scherm.
  • Er kan worden gekozen voor verschillende werkvormen: individueel, in groepjes of klassikaal. 
  • De lesduur is exclusief de film en nabespreking.
NB Ons advies is om bij deze les niet te werken met 'devices in de klas'. Je kunt dit uitzetten door het vinkje onderin het scherm van de lespresentatie te deactiveren.

Onderdelen in deze les

KAPSALON ROMY

Slide 1 - Tekstslide

Introductie:

Leerdoelen:
  • De leerling leert over hoofdrollen en bijrollen en kan het verschil tussen beide uitleggen.
  • De leerling leert over het camerastandpunt en de manier waarop deze het perspectief van de kijker kan beïnvloeden.
  • De leerling leert over het effect van een voice-over in films.
  • De leerling leert over de overeenkomsten en verschillen tussen boek en film.
Benodigdheden voor de doe-opdracht:
  • Eén smartphone per groepje.
Werkwijze:
  • Van de film Kapsalon Romy (2019, 90 min., Mischa Kamp) bekijk je met de klas korte fragmenten. Hierbij worden vragen gesteld over het narratief (op welke manier de inhoud verteld wordt), de filmische vormgeving en de context.
  • Deze opdrachten zijn geschikt voor het primair onderwijs (groep 7 en 8). De opdrachten kenmerken zich door natuurlijke differentiatie. Dit houdt in dat leerlingen op eigen niveau (onderdelen van) het probleem kunnen oplossen. Bij overleg zal discussie vaak noodzakelijk zijn.
  • Nadat de klas de hele film heeft gezien, kunnen de vragen nogmaals worden behandeld. Verschillen de antwoorden?
  • Deze les kan geprint worden, inclusief de notities per dia, door op de print knop te drukken rechtsboven in het scherm.
  • Er kan worden gekozen voor verschillende werkvormen: individueel, in groepjes of klassikaal. 
  • De lesduur is exclusief de film en nabespreking. 
NB: Ons advies is om bij deze les niet te werken met 'devices in de klas'. Je kunt dit uitzetten door het vinkje onderin het scherm van de lespresentatie te deactiveren.
Vraag of opdracht
Extra informatie
Tip
Kijk
Luister

Slide 2 - Tekstslide

Legenda:
Waar staan de iconen voor, hoe werkt deze les? Klik er in de volgende dia's op voor uitleg.
Wie heeft de film gezien? 
Wie heeft het boek gelezen?
Bekijk de filmposter. Waar denk je dat de film over gaat?

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 1: Verwachtingen
Vragen vooraf.

De film die jullie gaan bekijken heet Kapsalon Romy

Antwoorden:
- Vraag 1, 2, 3: eigen antwoorden.
Je gaat nu naar
fragment 1 kijken >

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 1: Verwachtingen

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie zag je in deze openingsscène?
Wie is Romy denk je?
Wie waren de vrouwen naast Romy?
Waar speelde de scène zich af?
De kapsalon is van de oma van Romy. In de film heet de kapsalon ‘Kapsalon Stine’. Waarom denk je dat de film ‘Kapsalon Romy’ heet?

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 1: Verwachtingen
Vragen bij een specifiek fragment.

- Vraag 1: Een meisje en twee vrouwen (een moeder en oma)
- Vraag 2: Het meisje in de kappersstoel is Romy. 
- Vraag 3: Naast haar staan haar moeder en oma.
- Vraag 4: De scène speelt zich af in een kapsalon. Dat zie je omdat Romy een kapperscape om heeft, ze voor een spiegel zit en iemand haar haar aan het kammen is.
- Vraag 5: eigen antwoord.
Je gaat nu naar
fragment 2 kijken >

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk fragment 2
Jullie kijken het begin van de film Kapsalon Romy.
0

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke personages zag je in het fragment? 
Wie is de hoofdpersoon of wie zijn de hoofdpersonen in de film?
Waarom denk je dat? 
Wat weet je over Romy & haar oma? Hoe is de band tussen Romy en haar oma?  
De filmmaker van de film heeft goed nagedacht over hoe zij wil dat alle personages op de kijker overkomen. Hoe zou je het karakter van oma Stine omschrijven? 
personage
Een personage is een verzonnen persoon in een film, toneelstuk of boek.
hoofdrol
De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in een verhaal.
bijrol
Een bijrol is een rol in een film die geen hoofdrol is, maar die wel belangrijk is voor het verhaal.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 2: Personages
Vragen bij een specifiek fragment.

Antwoorden:
- Vraag 1: Romy, haar oma en haar ouders.
- Vraag 2 en 3: Romy, want je hoort haar gedachtes en je volgt haar belevenissen. Als kijker kijk je met Romy mee naar wat er gebeurt.
- Vraag 4: eigen interpretatie. Suggestie: De band tussen Romy en haar oma lijkt niet heel goed. Romy wil bijvoorbeeld liever niet dat haar oma op haar past.
- Vraag 5: eigen interpretatie. Suggestie: Oma Stine lijkt geen hele lieve oma. Ze is streng en wil bijvoorbeeld liever niet dat Romy in de kapsalon langskomt met vriendinnetjes.

Uitleg personage:
Een personage is een verzonnen persoon in een film, toneelstuk of boek.

Uitleg hoofdpersoon:
De hoofdpersoon is het belangrijkste personage in een verhaal. Het is degene die we volgen en met wie we meeleven als kijker. De hoofdpersoon beleeft allerlei avonturen tijdens de film, maakt vaak een verandering door en heeft meestal een droom of wens. Aan het einde van de film zie je vaak of deze droom/wens in vervulling is gegaan.

Uitleg bijrol:
Een bijrol is een rol in een film die geen hoofdrol is, maar die wel belangrijk is voor het verhaal. Een bijrol is dus een kleinere rol dan de hoofdrol.
Hoe denk jij dat het verhaal verder zou kunnen gaan? Je mag alles zelf bedenken. 
Als je dat lastig vindt, kunnen de volgende vragen je helpen:
- Op welke manier zou oma Romy kunnen verrassen?
- Hoe verwacht jij dat de band tussen Romy en haar oma straks is?
- Werkt oma nog steeds in de kapsalon?
- Past oma nog steeds op Romy?
- Wat voor avonturen zou Romy kunnen beleven?

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 3: Vervolg

Je hebt nu de eerste 12 minuten van de film gezien. Dit is de introductie. Als kijker heb je nu alle informatie die je moet weten om het verhaal te volgen. 
Hoe denk jij dat het verhaal verder zou kunnen gaan? Je mag alles zelf bedenken. Als je dat lastig vindt, kunnen de hulpvragen je helpen.

Antwoorden:
- eigen interpretatie.

Je gaat nu naar
fragment 3 kijken >

Slide 11 - Tekstslide

Bekijk fragment 3 

De camera (en dus de filmmaker) bepaalt waar jij naar kijkt, maar ook hoe je het te zien krijgt. De filmmaker stuurt met de camera dus de aandacht van jou als kijker. Bekijk fragment 2 en let goed op het camerastandpunt (waar de camera staat). 
0

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is je opgevallen aan het camerastandpunt? 
Waarom denk je dat de filmmaker de oma en moeder van Romy maar half in beeld wilde hebben? Wat is hiervan het effect op jou als kijker? 
camerastandpunt
Het camerastandpunt is de plaats waar de camera staat. Hierbij kun je letten op de hoogte en de hoek van waaruit gefilmd wordt.  

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 4: Cameravoering
Vragen bij een specifiek fragment.

Antwoorden:
- Vraag 1: Je ziet in dit fragment Romy samen met haar oma en moeder, maar je ziet niet het gezicht van de moeder en oma van Romy. Je ziet hen naast Romy staan, maar ze staan niet helemaal in beeld. De camera staat (en blijft) op ooghoogte van Romy.
- Vraag 2: De camera staat even hoog als Romy’s gezicht, waardoor je het idee krijgt dat jij als kijker met Romy meekijkt. Dit zorgt ervoor dat je je extra verbonden voelt met haar en minder met de oma en moeder van Romy, die je ook niet goed kunt zien.

Uitleg camerastandpunt:
Het camerastandpunt is de plaats waar de camera staat. Hierbij kun je letten op de hoogte en de hoek van waaruit gefilmd wordt. Het zou saai zijn als de camera steeds op dezelfde plek staat. Filmmakers kiezen telkens welke camerastandpunt voor ieder beeld het beste werkt. De camera kan bijvoorbeeld laag bij de grond worden gehouden en omhoog filmen, recht voor het te filmen personage worden neergezet of juist van hoog naar laag filmen.

Je gaat nu naar
fragment 4 kijken >

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht 5: Voice-over

Laat de leerlingen goed naar het fragment luisteren. 
0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie hoorde je? 
Hoe kan het dat je Romy wel hoort, maar niet ziet praten? 
Waarom zou een filmmaker een voice-over willen gebruiken?
voice-over
Een voice-over is een vertelstem in een film. Het is de stem van iemand die je niet in beeld ziet praten.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 5: Voice-over
Vragen bij een specifiek fragment.

Antwoorden:
- Vraag 1: De stem van Romy.
- Vraag 2: Je hoort de gedachtes van Romy. Ze praat niet tegen één van de andere personages. Daarom zie je haar in beeld niet praten.
- Vraag 3: In de film Kapsalon Romy is de voice-over de stem van Romy (het hoofdpersonage). Met een voice-over kan een filmmaker de kijker extra informatie geven. Door de voice-over hoor je meer over de gedachtes van Romy. In het echte leven zou je die niet kunnen horen. Door de voice-over leer je Romy als personage beter kennen.

Uitleg voice-over:
Een voice-over is een vertelstem in een film. Het is de stem van iemand die je niet in beeld ziet praten. De vertelstem vertelt de kijker wat er gebeurt, gaat gebeuren of waar hij of zij aan denkt. De voice-over is eigenlijk een verteller die het verhaal aan elkaar praat.

Wat is een boekverfilming?
Wie heeft wel eens een (Nederlandse) boekverfilming gezien? Welke?
Heb je ook het boek gelezen?
Wat kan wel in een boek en niet in een film?
Wat kan er wel in een film en niet in een boek?
Kapsalon Romy is een boekverfilming, maar kan eigenlijk ook een filmverboeking worden genoemd. Wat zou dit kunnen betekenen?
boekverfilming
Een film gemaakt op basis van een bestaand boek.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 6: Boek en film

Antwoorden:
- Vraag 1: Je noemt een film een boekverfilming als de film is gemaakt op basis van een bestaand boek.
- Vraag 2 en 3: eigen interpretatie.
- Vraag 4 en 5: Laten zien in plaats van vertellen, dat is kort gezegd het grote verschil tussen een boek en een film. In plaats van het beschrijven van de omgeving en mensen kan je dit in een film allemaal laten zien. Een ander verschil heeft te maken met tijd. Over het lezen van een boek kun je soms weken doen. Een film duurt niet veel langer dan anderhalf uur. Als je van een boek een film gaat maken, moet het verhaal dus zo worden herschreven, dat het past binnen anderhalf uur.
- Vraag 6: Dat het idee voor de film er eigenlijk nog eerder was dan het idee voor het boek. Kapsalon Romy was eerst een filmscript, werd toen een boek en daarna een film.

Uitleg boekverfilming:
Je noemt een film een boekverfilming als de film is gemaakt op basis van een bestaand boek.
Waarom denk je nu dat de film Kapsalon Romy heet?
Wat vond je in het begin van de film van oma Stine? Wat vind je nu van oma Stine?
Hoe is de band tussen Romy en haar oma veranderd?
Is Romy veranderd als je het begin vergelijkt met het einde van de film?
Is je nog meer opgevallen aan het camerawerk? 
Vervolgsuggesties voor na het kijken van de film
Is je nog meer opgevallen aan de voice-over?
Had je het einde verwacht? Waarom wel? Waarom niet?

Slide 18 - Tekstslide

Vervolgsuggesties:

Kijk de hele film. De vragen uit deze les kunnen ook na het kijken van de gehele film beantwoord worden. De leerlingen kunnen dan met elkaar in gesprek of hun antwoorden aangepast moesten worden of niet en door welke informatie dit nodig was.
Deze film is geselecteerd voor het educatieprogramma van het Nederlands Film Festival. Klik hier voor meer informatie.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies