Geschiedenisleraar.nl
Dé link tussen verleden en heden

Proefwerk Het Romeinse Rijk (mavo)

Proefwerk
Het Romeinse Rijk
1 / 63
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenistoetsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 63 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Proefwerk
Het Romeinse Rijk

Slide 1 - Tekstslide


Gebruik de bron 
De naam van de man over wie de tekst gaat, is vervangen door een stippellijntje. 

➤Welke naam moet op het stippellijntje staan?

Gebruik de bron 

Slide 2 - Open vraag


Gebruik de bron 
De naam van de man over wie de tekst gaat, is vervangen door een stippellijntje. 

➤Waarom werd deze man vermoord?


Gebruik de bron 

Slide 3 - Open vraag


In een koninkrijk en in een keizerrijk is één man de baas: de koning of keizer.

➤Bedenk hiervan een voordeel.



Slide 4 - Open vraag


In de Romeinse republiek was de macht verdeeld onder meerdere mensen: de consuls en de senatoren.

➤Bedenk hiervan een voordeel.



Slide 5 - Open vraag


Langs de grens van hun rijk bouwden de Romeinen forten. In Utrecht werden in 1927 resten van zo’n fort gevonden. Op de foto zie je een deel van een Romeinse barak. Dat is een gebouw binnen de muren van het fort waarin soldaten konden slapen.

➤Hoe werd de grens van het Romeinse Rijk genoemd?



Gebruik de bron 

Slide 6 - Open vraag


Langs de grens van hun rijk bouwden de Romeinen forten. In Utrecht werden in 1927 resten van zo’n fort gevonden. Op de foto zie je een deel van een Romeinse barak. Dat is een gebouw binnen de muren van het fort waarin soldaten konden slapen.

➤Welke rivier was in Nederland de grens van het Romeinse Rijk?




Gebruik de bron 

Slide 7 - Open vraag


Gebruik de bron.

➤In welk beroemd gebouw in Rome speelt de tekening zich af?





Gebruik de bron 

Slide 8 - Open vraag


Gebruik de bron.

➤Gladiatoren waren vaak slaven. Aan welke zin (of woord) uit de tekst kun je dat zien?






Gebruik de bron 

Slide 9 - Open vraag


In de tijd van keizer Nero was het erg gevaarlijk om christen te zijn. Mensen die christen waren, werden zwaar gestraft. Toch groeide het christendom: steeds meer mensen werden christen. 

➤Geef daar twee redenen voor.







Slide 10 - Open vraag


We weten weinig over het leven en de gewoonten van de mensen die in Nederland woonden vóórdat de Romeinen hier kwamen. 

➤Hoe komt het dat we daar weinig over weten?








Slide 11 - Open vraag


Gebruik de bron.

➤In de tekst staan drie fouten. Schrijf de fouten op en verbeter ze.







Gebruik de bron 

Slide 12 - Open vraag


Gebruik de bron
De man die op de afbeelding gedoopt wordt, heeft een belangrijke beslissing genomen over het christendom. 

➤Welke beslissing?








Gebruik de bron

Slide 13 - Open vraag


Gebruik de bron
➤Over wie gaat deze tekst?









Gebruik de bron

Slide 14 - Open vraag


Gebruik de bron
Gebruik de bron
De man in het midden van de afbeelding heeft, volgens de legende, gedroomd dat hij een veldslag zou winnen als hij christen werd. Hij won de veldslag en kort daarna we hij gedoopt. Dat zie je gebeuren op de afbeelding. 

➤Hoe heet de man die gedoopt wordt?
A
Caesar
B
Augustus
C
Constantijn
D
Theodosius

Slide 15 - Quizvraag


Het Romeinse Rijk was tot 500 v. Chr. een [...1...]. Daarna werd het een [...2...] en ten slotte een [...3...]. Het Romeinse Rijk is nooit een [...4...] geweest.


➤Schrijf de bestuursvormen op de juiste plaats.
A
1. republiek 2. keizerrijk 3. democratie 4. koninkrijk
B
1. democratie 2. keizerrijk 3. republiek 4. koninkrijk
C
1. keizerrijk 2. koninkrijk 3. republiek 4. democratie
D
1. koninkrijk 2. republiek 3. keizerrijk 4. democratie

Slide 16 - Quizvraag


Gebruik de bron
Gebruik de bron
➤Wie zie je op de afbeelding?
A
soldaten in het Colosseum
B
gladiatoren in het Colosseum
C
gladiatoren in een villa
D
soldaten in een insula

Slide 17 - Quizvraag


Gebruik de bron
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.

➤Welke conclusie kun je trekken uit de bron?
A
De Romeinen waren niet zo goed in het maken van kunst.
B
Romeinen deden aan sport.
C
Slaven maakten de mozaïeken.
D
Vrouwen mochten niet aan sport doen

Slide 18 - Quizvraag


Gebruik de bron
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.

Bath is een plaats in Engeland. 
➤Welke conclusie kun je hieruit trekken?
A
De Engelsen hebben de bouwkunst van de Romeinen overgenomen
B
De Romeinen hebben heel Engeland veroverd.
C
Binnen het Romeinse Rijk bevonden zich delen van Engeland.
D
De Romeinen waren ook in Nederland.

Slide 19 - Quizvraag


Gebruik de bron
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.

In de bron zie je een plattegrond van het centrum van het oude Rome. Je ziet een gebied van ongeveer vijf km2. 
Er is aangegeven hoeveel thermen er in Rome bevonden.

➤Welke conclusie kun je daaruit trekken?
A
Romeinen gingen vaak naar een badhuis.
B
Romeinen vergaderden vaak.
C
Er woonden veel Romeinen in het oude Rome.
D
Romeinen hielden van zwemmen.

Slide 20 - Quizvraag


De Romeinen kenden munten.
➤Maar kenden de Romeinen ook al briefgeld?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag


➤Wat herken jij van de Romeinen?
A
Riolering en toilet
B
Voetbalstadions en theaters
C
Flats en dakpannen
D
Bestuur (stemmen en democratie)

Slide 22 - Quizvraag


Waar of niet waar?
➤Met de komst van de Romeinen eindigt de prehistorie in Nederland.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag


➤Wat was de Limes?
A
Reeks forten om het rijk te beschermen
B
Een rang in het Romeinse leger
C
De natuurlijke grenzen van het rijk
D
Een soort van tweede kamer van de Romeinen

Slide 24 - Quizvraag


Arme Romeinen leefden in flatjes. 
➤Hoe noemen we die flatjes?
A
Insula
B
Villa
C
Via
D
Therm

Slide 25 - Quizvraag


➤Hoe noemden de Romeinen het gebied waarin wij leven?
A
Germania Ferior
B
Germania Inferor
C
Germania Inferior
D
Germania Feriori

Slide 26 - Quizvraag


De Romeinen zijn ook in Nederland geweest. Maar niet overal. ➤Waar liep de grens in Nederland?
A
Langs de Maas
B
Langs de Rijn
C
Langs het IJsselmeer
D
Alleen Limburg was Romeins

Slide 27 - Quizvraag


➤Hoe kwamen de Romeinen aan drinkwater?
A
Ze kochten flesjes water.
B
Dat kwam binnen via de riolen.
C
Dat kwam binnen via aquaducten.
D
Ieder huis had een eigen put.

Slide 28 - Quizvraag


➤Waarom werd Julius Caesar vermoord?
A
Hij was een slechte keizer
B
Hij werd te machtig
C
Hij had de keizer beledigd
D
Hij had een veldslag verloren

Slide 29 - Quizvraag


➤Wat is de juiste volgorde over het bestuur van het Romeinse Rijk?
A
koninkrijk-republiek-keizerrijk
B
republiek-keizerrijk-koninkrijk
C
keizerrijk-koninkrijk-republiek
D
koninkrijk-keizerrijk-republiek

Slide 30 - Quizvraag


Waar of niet waar?
➤Julius Caesar was de eerste keizer van het Romeinse Rijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag


 ➤Wat betekent de titel 'Augustus'
A
De verhevene
B
Dictator voor het leven
C
Keizer van het Romeinse rijk
D
Redder van de Republiek

Slide 32 - Quizvraag


➤Hoe noem je de mannen die Caesar vermoord hebben?
A
Consuls
B
Plebejers
C
Patriciërs
D
Senatoren

Slide 33 - Quizvraag


➤Wie waren er machtiger:
De 2 consuls of de senatoren?
A
De consuls
B
De senatoren

Slide 34 - Quizvraag


Waar of niet waar?
➤Nijmegen was een castellum
A
Waar
B
Niet waar

Slide 35 - Quizvraag


Waar of niet waar?
➤De limes was een natuurlijke grens.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag


➤Voorbeelden van natuurlijke grenzen zijn:
A
Bergen, rivieren en forten
B
Forten, woestijnen en zeeën
C
Rivieren, woestijnen en zeeën
D
Forten, woestijnen en bergen

Slide 37 - Quizvraag


➤Welk volk kwam in 69 n. Chr in opstand tegen de Romeinen?
A
Tubanten
B
Friezen
C
Cananefaten
D
Bataven

Slide 38 - Quizvraag


➤Hoeveel soldaten zitten er ongeveer in een legioen?
A
60
B
600
C
6000
D
60000

Slide 39 - Quizvraag


➤Hoe heette de stad Utrecht in de Romeinse tijd?
A
Trajectum
B
Trajectum ad Mosam
C
Noviomagus
D
Fectio

Slide 40 - Quizvraag


De stad Mosa Trajectum was een Romeinse stad die ontstond bij een brug over de rivier de Maas. 
➤Hoe noemen wij die stad nu?
A
Rotterdam
B
Utrecht
C
Amsterdam
D
Maastricht

Slide 41 - Quizvraag


Gebruik de bron
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.
➤Hoe heet dit plein in Rome?
A
Forum Romanum
B
Vaticaan
C
Plaza Romulus
D
Piazza San Marco

Slide 42 - Quizvraag


➤Welk gebied veroverde Caesar?
A
Gallië
B
Jeruzalem
C
Carthago
D
Griekenland

Slide 43 - Quizvraag


Van ongeveer 500 voor Chr. tot 27 voor Chr. was Rome een republiek. 
➤Hoe werd de republiek bestuurd?
A
Door 2 consuls en de senaat.
B
Door de patriciërs en de plebejers.
C
Door een president en een parlement.

Slide 44 - Quizvraag


Gebruik de bron
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.


Met Google Streetview kun je nu Herculaneum, een stadje dat net als Pompeï door de vulkaanuitbarsting van de Vesuvius werd bedolven, bekijken. 

➤Hoe oud is dit straatje ongeveer?
A
3000 jaar
B
2000 jaar
C
1000 jaar
D
500 jaar

Slide 45 - Quizvraag


➤Hoe werden de armste Romeinen genoemd?
A
plebejers
B
proletariërs
C
patriciërs
D
consuls

Slide 46 - Quizvraag


Gebruik de bron
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.


➤Waarom noemden de Romeinen de Middellandse Zee Mare Nostrum (onze zee)?
A
Ze hadden alle gebieden rondom de Middellandse Zee veroverd.
B
Op de Middellandse Zee mochten alleen Romeinse schepen varen.
C
Alle mensen rondom de Middellandse Zee waren Romeinen geworden.

Slide 47 - Quizvraag


Langs de Rijn bouwden de Romeinen 'castella', om zich te verdedigen tegen invallen van de Germanen.

➤Een ‘castellum’ is een…

A
badhuis
B
stenen muur
C
legerplaats (fort)
D
wachttoren

Slide 48 - Quizvraag


Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.

Na de dood van de Romeinse keizer Nero braken er verschillende opstanden uit in het Romeinse Rijk. De 'Bataven' (één van de Germaanse stammen), die aanvankelijk in vrede met de Romeinen leefden, kwamen in het jaar 69 ook in opstand.

➤Hoe heette de Bataafse aanvoerder?
Gebruik de bron
A
Jupiter
B
Julius Civilis
C
Augustulus
D
Julius Caesar

Slide 49 - Quizvraag


Door de Romeinen is er veel veranderd in de Lage Landen.
➤Wat merken we nu nog van de Romeinse invloed?


A
Er staan nog veel oude kerken in Nederland.
B
Vaste maten voor bijvoorbeeld gewicht (kg) en lengte (m).
C
Geld als ruilmiddel, stenen huizen met toiletten en riolering.
D
Italië is nog steeds een populair vakantieland.

Slide 50 - Quizvraag


➤Welke natuurlijk grens van het Romeinse Rijk was er in Nederland?


A
het natuurgebied de Hoge Veluwe
B
de rivier de Rijn
C
de Sint Pietersberg

Slide 51 - Quizvraag


➤Hoe heet nu het gebied waar de Tubanten in de Romeinse tijd woonden?


A
de Achterhoek
B
Twente
C
de Betuwe
D
de Veluwe

Slide 52 - Quizvraag


Bekijk de bron en kies het juiste antwoord.

De limes vormde een tijd lang de grens van het Romeinse Rijk.

➤Is op de afbeelding de limes aangegeven?


Gebruik de bron
A
Ja, de limes is de grens tussen het gele en het groene gebied.
B
Ja, de limes is de grens tussen het groene en rode gebied.
C
Nee, de limes is niet op de afbeelding aangegeven.

Slide 53 - Quizvraag


De regeerperiode van keizer Augustus was een periode van vrede. 

➤Hoe wordt die vrede genoemd?




A
Pax Augustus
B
Pax Romana
C
Pax Christi
D
Pax Germanica

Slide 54 - Quizvraag


➤In Nederland kwam kort voor het begin van onze jaartelling een einde aan de prehistorie door





A
de verovering door de Romeinen van een deel van Nederland
B
de stichting van Romeinse nederzettingen in Nederland
C
de introductie van het schrift in Nederland door de Romeinen
D
de opbloei van de handel tussen Nederland en het Romeinse rijk

Slide 55 - Quizvraag


➤Mensen die helemaal niks hebben, behalve hun kinderen, zijn:





A
Zwervers
B
Proletariërs
C
Gladiatoren
D
Soldaten

Slide 56 - Quizvraag


Gebruik de bron

➤Bij welke tijd past deze bron het best? Kies het juiste antwoord.





Gebruik de bron
A
Bij de tijd van keizer Nero, want christenen worden met rust gelaten.
B
Bij de tijd van keizer Nero, want christenen worden gestraft.
C
Bij de tijd dat het christendom staatsgodsdienst was, want christenen worden met rust gelaten.
D
Bij de tijd dat het christendom staatsgodsdienst was, want christenen worden gestraft.

Slide 57 - Quizvraag


➤Wat hebben de jaartallen 395 en 476 te maken met het Romeinse Rijk? Kies het juiste antwoord.






A
In 395 werd het christendom staatsgodsdienst.
In 476 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
B
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
 In 476 was het einde van het West-Romeinse Rijk.
C
In 395 ging de laatste West-Romeinse keizer dood. 
In 476 was het einde van het Oost-Romeinse Rijk.
D
In 395 werd het Romeinse Rijk in twee delen gesplitst.
 In 476 veroverden de Hunnen het West-Romeinse Rijk

Slide 58 - Quizvraag


➤Wat hadden de Hunnen en de Grote Volksverhuizing met elkaar te maken? Kies het juiste antwoord.
A
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen. Overal waar ze kwamen, werden de volken die daar woonden bang en vluchtten. Dit wordt de Grote Volksverhuizing genoemd.
B
De Hunnen hadden geen vaste woonplaatsen en moesten dus steeds verhuizen. De Hunnen waren een volk, en als een volk steeds verhuist, is er dus een volksverhuizing.
C
Niets. Veel volken verhuisden, maar de Hunnen niet.
D
Niets. De Hunnen waren al eeuwen dood toen de Grote Volksverhuizing begon.

Slide 59 - Quizvraag


➤Welk begrip past bij deze omschrijving:
Grote verplaatsing van Germaanse stammen vanuit Noord- en Oost-Europa naar het Zuiden en het Westen.
A
Oost-Romeinse Rijk
B
West-Romeinse Rijk
C
Staatsgodsdienst
D
Volksverhuizing

Slide 60 - Quizvraag


➤Welke gebeurtenis is het langst geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen kan zwaar gestraft worden.
C
Keizer Constantijn wordt christen. Christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 61 - Quizvraag


➤Welke gebeurtenis is het minst lang geleden?
A
Het christendom is staatsgodsdienst.
B
Het is verboden om christen te zijn. Iedereen kan zwaar gestraft worden.
C
Constantijn wordt christen. Christendom is niet meer verboden.
D
Ondanks het gevaar worden steeds meer mensen christen.

Slide 62 - Quizvraag


➤Wat heeft keizer Theodosius gedaan?
A
Van het christendom een staatsgodsdienst maken.
B
Christenen laten vervolgens en in brand gestoken.
C
De Joden het beloofde land Israel geschonken
D
Het bevel gegeven om Jezus te kruisigen.

Slide 63 - Quizvraag