We leggen hier kort de wetenschappelijke achtergrond van het EF-aanbod van de methode uit.
Executieve (uitvoerende) Functies (EF) zijn vaardigheden die mensen nodig hebben om taken effectief uit te kunnen voeren en problemen op te kunnen lossen.
Kinderen worden niet geboren met kant en klare EF.
De omgeving zorgt voor prikkels en ervaringen die nodig zijn voor de ontwikkeling.
EF zijn veranderbaar en goed te trainen.
De rol van een mentor en docent is cruciaal. Zij kunnen de leermotivatie en studieprestaties verhogen en een brede basis leggen voor de persoonlijke ontwikkeling.
In deze methode gaan we uit van 11 EF:
Dit uitgangspunt is gebaseerd op de verdeling die Dawson en Guare (2009; 2010; 2016) aanhouden. Grofweg kan onderscheid gemaakt worden in twee vaardigheidscategorieën.
Denkvaardigheden
Vaardigheden waarmee we doelen kiezen en realiseren en oplossingen kunnen bedenken.
Gedragsvaardigheden
Vaardigheden waarmee we ons gedrag kunnen sturen of aanpassen om ons doel te kunnen bereiken binnen de gegeven omstandigheden.
( klik op onderstaande afbeelding voor het overzicht van de 11 EF)
Belang
EF bepalen je gedrag & leervaardigheid, dus het succes op school.
Executieve Functies zijn van belang om de volgende redenen:
- EF zorgen ervoor dat jongeren andere vaardigheden kunnen ontwikkelen zoals samenwerken, beslissingen nemen en kritisch denken.
- Door EF worden jongeren zich bewust van hun eigen gevoelens en die van anderen.
- EF zijn verantwoordelijk voor succesvol leren. Ze zorgen ervoor dat de meer schoolse vaardigheden zich ontwikkelen zoals het onthouden van simpele en complexe instructies en het doorzetten bij moeilijke taken.
- Met het inzetten van EF kunnen leerlingen zich concentreren en omgaan met afleidende prikkels.