Voorbereidende les Happy Me (over mentale gezondheid, PO)

Voorbereidende les Happy Me (PO)
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMens & Maatschappij+4BasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

Introductie

Deze les gaat over mentale gezondheid. De les is bedoeld om leerlingen voor te bereiden op de KiKiD voorstelling over mentale gezondheid. De les gaat aan de hand van vragen, stellingen, video’s en opdrachten dieper in op emoties, (niet) lekker in je vel zitten en positief denken.

Instructies

Voor deze les hebben leerlingen alleen pen en papier nodig. Het is een les zonder telefoon of laptop, zorg dus dat je het vinkje “devices in de klas” niet aangevinkt hebt (zie beginslide onderaan). 

Tijdens de les wordt veel gebruikgemaakt van vragen en opdrachten. Het is daarbij de bedoeling dat het een open en eerlijk gesprek wordt tussen de leerlingen. Voor jou als docent belangrijk om goed te luisteren, niet te oordelen en vooral door te vragen: waarom heeft een leerling een bepaald antwoord ingevuld? Waarom is een leerling het eens of oneens met de stelling? Bij iedere slide staan in de instructies voorbeelden van vervolgvragen die je (optioneel) kunt stellen. 

De allerbelangrijkste tip bij het gegeven van een les van KiKiD is: creëer een veilige sfeer.
- Maak afspraken met elkaar
- Gebruik LSD (Luisteren-Samenvatten-Doorvragen) en laat je OMA (Oordelen-Meningen-
Adviezen) thuis.
- Gebruik humor, maak het onderwerp niet te zwaar.

Tot slot nog wat praktische informatie:
- Zet de les op volledig scherm voor de juiste ervaring;
- Download (en print) het PDF bestand met instructies en houd dat bij de hand tijdens het geven van de les. Deze vertelt je precies wat je moet doen. 

Heel veel plezier met de les!

Groetjes,
Het KiKiD team

Instructies

Onderdelen in deze les

Voorbereidende les Happy Me (PO)

Slide 1 - Tekstslide

Vertel je leerlingen dat ze binnenkort de theatervoorstelling Happy Me van KiKiD te zien krijgen, over mentale gezondheid. En dat deze les bedoeld is om de leerlingen daarop voor te bereiden. De les gaat aan de hand van video’s, vragen, stellingen en opdrachten dieper in op deze onderwerpen. 

Slide 2 - Tekstslide

Klassikale vraag
Deze vraag is bedoeld als inleiding van het onderwerp. Dit is een mooi moment om te kijken wat leerlingen al weten over het onderwerp. Bespreek de vraag klassikaal. Op de volgende slide vind je een definitie van mentale gezondheid. 

Vervolgvragen (suggesties)
- Wat versta je onder mentale gezondheid?
- Wat beïnvloedt je mentale gezondheid?
- Vind je dat er genoeg gepraat wordt over mentale gezondheid?

Slide 3 - Tekstslide

Leg uit wat mentale gezondheid is:

Mentale gezondheid gaat over hoe we ons van binnen voelen, en hoe we omgaan met onze emoties en gedachten.

Net zoals we voor ons lichaam zorgen door goed te eten, te slapen en te bewegen, kunnen we ook voor onze mentale gezondheid zorgen. Dat betekent dat we bijvoorbeeld kunnen leren om:
  • om te gaan met emoties zoals blijdschap, verdriet, liefde of boosheid;
  • positief over onszelf te denken;
  • ontspannen en rustig te blijven in moeilijke situaties. 
Als we goed voor onze mentale gezondheid zorgen, voelen we ons beter, gelukkiger en minder gestrest. 

Slide 4 - Tekstslide

Geef de leerlingen mee: Het is belangrijk om te onthouden dat het normaal is om soms verdrietig, boos of zenuwachtig te zijn, en dat het goed is om met iemand te praten en hulp te vragen als je je niet goed voelt.

Slide 5 - Tekstslide

Stelling
Leerlingen kunnen bijvoorbeeld hun hand opsteken of gaan staan als ze het eens zijn met de stelling, en hun hand omlaag of blijven zitten als ze het oneens zijn. Vraag de leerlingen waarom ze eens of oneens hebben geantwoord. Het doel van deze stelling om leerlingen bewust te maken dat het niet realistisch is om altijd gelukkig te zijn. Geef dit de leerlingen dus mee. 

Vervolgvragen (suggesties)
- Is het realistisch om altijd gelukkig te zijn?
- Is het normaal om je slecht te voelen?

Slide 6 - Tekstslide

Klassikale vraag
Welke emoties kennen de leerlingen allemaal? Roepen maar!

Slide 7 - Tekstslide

Individuele oefening
Vraag de leerlingen om pen en papier te pakken. Laat ze een positieve emotie en een negatieve emotie bedenken. Vervolgens vullen ze voor beide emoties in:

Als ik … ben, dan voel ik mij …

Bijvoorbeeld
Als ik boos ben, dan voel ik mij gespannen en gaat mijn hart sneller kloppen
Als ik blij ben, dan voel ik mij gelukkig en moet ik veel lachen

Benadruk dat het onderscheid tussen positieve en negatieve emoties subjectief is en voor iedereen anders is. Over het algemeen worden emoties als blijdschap, liefde en trots als plezierig, en emoties als verdriet, schaamte of angst als onplezierig gezien. Maar voor iedereen geldt weer iets anders. 

Doel van de opdracht: het leren kennen van emoties en het onderscheiden van positieve en negatieve emoties

Slide 8 - Tekstslide

Individuele oefening
Vraag de leerlingen om pen en papier te pakken. Laat ze een positieve emotie en een negatieve emotie bedenken. Vervolgens vullen ze voor beide emoties in:

Als ik … ben, dan voel ik mij …

Bijvoorbeeld
Als ik boos ben, dan voel ik mij gespannen en gaat mijn hart sneller kloppen
Als ik blij ben, dan voel ik mij gelukkig en moet ik veel lachen

Benadruk dat het onderscheid tussen positieve en negatieve emoties subjectief is en voor iedereen anders is. Over het algemeen worden emoties als blijdschap, liefde en trots als plezierig, en emoties als verdriet, schaamte of angst als onplezierig gezien. Maar voor iedereen geldt weer iets anders. 

Doel van de opdracht: het leren kennen van emoties en het onderscheiden van positieve en negatieve emoties

Slide 9 - Tekstslide

Klassikale vraag
Bespreek klassikaal wat het verschil is tussen negatieve en positieve emoties. 

Positieve emoties zijn gevoelens die over het algemeen als plezierig worden beschouwd. Deze emoties kunnen een gevoel van geluk, tevredenheid en welzijn geven. Denk bijvoorbeeld aan blijdschap, liefde, trots, dankbaarheid of vertrouwen. 

Negatieve emoties zijn gevoelens die over het algemeen als onplezierig worden beschouwd. Deze emoties worden vaak geassocieerd met stress, spanning en angst. Denk bijvoorbeeld aan verdriet, woede, schaamte, onzekerheid of jaloezie. 

Slide 10 - Tekstslide

Geef de leerlingen mee dat hoewel negatieve emoties geen prettige ervaring zijn, ze onderdeel van het leven zijn. Het is heel normaal om je soms verdrietig, boos of zenuwachtig te voelen. Dat het ‘negatieve’ emotie heet, is omdat het over het algemeen als onprettig wordt ervaren. Niet omdat de emotie zelf niet goed is. 

Slide 11 - Tekstslide

Klassikale vraag
Bespreek klassikaal: wat betekent het om lekker in je vel te zitten? Wat voel je dan?

Vervolgvragen (suggesties):
- Wanneer zit jij lekker in je vel?
- Wat doe jij om lekker in je vel te zitten?

Slide 12 - Tekstslide

Bespreek in tweetallen
Waardoor kan het leven soms niet leuk zijn? Laat de leerlingen dit in tweetallen bespreken en ieder drie dingen bedenken. Bespreek daarna klassikaal.

Vervolgvragen (suggesties):
- Is het erg dat het leven niet altijd leuk is?

Hulp vragen
Vraag om hulp bij je ouders, vriend(in), docent, mentor of vertrouwenspersoon.
Hulpinstanties
Kijk op de website van een hulpinstantie (@eaze, kindertelefoon, jouwggd.nl) en chat met een hulpverlener.
Praat erover
Praat erover met iemand die je vertrouwt.
Sporten
Van sporten of (intensief) bewegen komen er stofjes in je hersenen vrij die voor een gelukkiger gevoel zorgen.
Iets leuks doen
Ga iets doen waar je blij van wordt (bijvoorbeeld sporten, film of serie kijken, met een vriend(in) afspreken, muziek luisteren, etc.).

Slide 13 - Tekstslide

Vraag de leerlingen klassikaal wat je kan doen als je je niet goed voelt. Vraag bijvoorbeeld wat ze zouden doen als ze zich in de klas niet goed voelen. Weten ze de juiste personen te vinden? Bekijk daarna de tips op het bord door op de sterretjes te klikken.

Voorbeelden (ook zichtbaar op slide):
- Om hulp vragen bij je ouders, vriend(in), docent, mentor of vertrouwenspersoon
- Kijk op de website van een hulpinstantie (@eaze, kindertelefoon, jouwggd.nl) en chat met een hulpverlener
- Praat erover met iemand die je vertrouwt 
- Van sporten of (intensief) bewegen komen er stofjes in je hersenen vrij die voor een gelukkiger gevoel zorgen
- Ga iets doen waar je blij van wordt (bijvoorbeeld sporten, film of serie kijken, met een vriend(in) afspreken, muziek luisteren, etc.) 

Slide 14 - Video

Bekijk de video van MINDF*CK over de invloed van positiviteit.

Bron: MINDF*CK (2018). Invloed van positiviteit | Het beste brein van Nederland: https://www.youtube.com/watch?v=Ffl81INebzA

Slide 15 - Tekstslide

Opdracht
Laat de leerlingen een voorbeeld van een negatieve gedachte en een voorbeeld van een positieve gedachte opschrijven. 

Slide 16 - Tekstslide

Klassikale vraag
Vraag de leerlingen klassikaal wat makkelijker te bedenken was, een positieve of negatieve gedachte. Waarschijnlijk zeggen de meeste leerlingen dat ze het makkelijker vinden om een negatieve gedachte te bedenken. 

Boodschap: we zijn snel geneigd om negatief te denken. In plaats van te focussen op wat niet goed gaat, probeer te focussen op wat wél goed gaat. 

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht
Positief denken helpt! Laat leerlingen drie positieve dingen over zichzelf opschrijven.  

Vragen die ze zichzelf hierbij kunnen stellen:
  • Waar ben je trots op?
  • Wat gaat er goed?
  • Waar ben je dankbaar voor?
  • Waar ben je goed in?
  • Wat maakt je blij?

Slide 18 - Tekstslide

Dit was het einde van de les. Vraag of de leerlingen nog vragen hebben en check of ze de les goed afsluiten. 

Dankjewel voor het volgen!