lesplan

Bingo

Wil je met dit lesplan aan de slag? Klik op de knop hieronder om een eigen kopie te maken in 'Mijn Lessen'. Vervolgens kun je de lessen aanpassen naar jouw wensen.

Bingo! Dat hoeft niet heel veel uitleg te hebben. En we hoeven ook niet meer uit te leggen dat dit een geweldige werkvorm voor in de klas. Met de spinner in LessonUp kun je eenvoudig een eigen bingo-variant maken voor jouw les en vak.

Hoe maak je het?

Allereerst is het goed om na te denken over wat de leerlingen moeten wegstrepen op hun bingokaarten. Zijn dat nummers of woorden? Dit bepaalt namelijk wat je in de spinner zet en in de meeste gevallen ook de moeilijkheidsgraad van het bingospel.

De bingokaarten kun je zelf maken via deze online generator. Dit is vooral interessant als je geen nummers wilt gebruiken. Als je wel nummers wilt gebruiken, kun je ze ook online maken, maar je kunt dan ook een setje bingokaarten bij de Action kopen.
In deze voorbeeldles voor Rekenen is gekozen voor de tweede optie. Dit betekent dat er 75 sommen in de spinner moeten staan. Om de sommen in de spinner te zetten, kies je bij de instellingen van de spinner voor de optie ‘Termen gebruiken in plaats van leerlingen’. 
De vragen of opdrachten voer je hier in, steeds gescheiden door een komma.

Een dergelijke werkwijze kun je ook bij Geschiedenis doen. In de spinner plaats je allemaal gebeurtenissen, waarbij leerlingen de jaartallen op hun kaart moeten wegstrepen. Omdat standaard bingo-kaarten alleen maar de nummers 1-75, kent zal je in deze geschiedenis-bingo een deel van het jaartal al moeten geven: “De Eerste Wereldoorlog begint in 19…”. Op de kaart strepen de leerlingen dan het getal ’14’ weg.

Hoewel je deze lessen jaarlijks kunt inzetten, is het relatief veel werk om hem in eerste instantie te ontwerpen. Je moet immers 75 vragen/opdrachten in de spinner plaatsen. Wil je dat niet, dan kun je beter kiezen om de bingokaarten te maken via de bovengenoemde online generator. Hierin bepaal je zelf de grootte van bingokaart, alsmede het aantal woorden waaruit gekozen kan worden.


Hoe zet je het in?

Bingo kun je bij elk vak gebruiken. Een paar voorbeelden:

  • Rekenen: de sommen staan in de spinner, en de antwoorden moeten op de kaart worden weggestreept
  • Aardrijkskunde: de landen staan in de spinner, en de hoofdsteden moeten op de kaart worden weggestreept
  • Scheikunde: de volledige namen van de elementen staan in de spinner, en de symbolen moeten op de kaart worden weggestreept.
  • Geschiedenis: de gebeurtenissen staan in de spinner, en de jaartallen moeten op de kaart worden weggestreept.

De bingo-les voor Rekenen is hier te vinden.

Moelijkheidsgraad (ontwerpen): *