Vanaf het moment dat de NOB-leerlijn werd gepresenteerd door het NOB zijn wij, Esther van de Donk en Femke Gude, aan de slag gegaan met deze uit te werken tot een curriculum voor de gehele leerlijn. Aansluitend op het curriculum hebben wij daarvoor een lesprogramma ontwikkeld. Onze aanpak Uniek aan dit curriculum is niet alleen dat het gebaseerd is op de NTC-leerlijn, maar ook dat het school-breed is opgezet. De doelen hebben we omgezet naar ik-doelen en vanuit die doelen hebben we de lessen vormgegeven. Elke groep/fase werkt indien mogelijk op hetzelfde moment, op eigen niveau aan hetzelfde doel. Daarmee is het compleet afgestemd op de leerlingpopulatie en de onderwijspraktijk van NTC-scholen. We hebben gemerkt dat het lesprogramma ook goed inzetbaar is voor taalscholen (NT2) en remedial teaching.

In de lessen neemt juf Defacto de leerlingen mee door de lesstof. Hiernaast vind je haar eerste les die je met de leerlingen ter introductie van het schooljaar kan delen. Ze stelt zich voor en legt uit hoe ze aan die bijzondere naam komt.

Vanaf het moment dat de NOB-leerlijn werd gepresenteerd door het NOB zijn wij, Esther van de Donk en Femke Gude, aan de slag gegaan met deze uit te werken tot een curriculum voor de gehele leerlijn. Aansluitend op het curriculum hebben wij daarvoor een lesprogramma ontwikkeld [zie bijlage]. Onze aanpak In de lessen van VO1, VO2 en VO3 staan verschillende soorten teksten centraal. Teksten lezen en teksten schrijven. Daarnaast blijven we nog veel aandacht besteden aan taalverzorging. De lessen van VO1 zijn onder andere gebaseerd op ‘Lees mee >> NT2’ van Fros van der Maden en Didi Pijpker (Edutekst 2016). De lessen van VO2 zijn onder andere gebaseerd op ‘Vlot Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2018/2019).De lessenreeks van VO3 werkt van B1+ naar B2. VO3 kan afgesloten worden met een Staatsexamen NT2-II of met een examen CNaVT op B2-niveau. Deze lessenreeks is onder andere gebaseerd op 'Rondje Nederlands’ van Fros van der Maden - Edutekst 2021. De lessen zijn aangevuld met oefenexamens van CNaVT. Op NUMO wordt digitaal geoefend met taalverzorging en woordenschat. De oefeningen die bij elke les horen kan je in taken klaarzetten. In LessonUp en in het lesplan wordt naar deze oefeningen verwezen, zodat de leerlingen precies weten wat ze moeten oefenen. In de lessen van LessonUp wordt ook verwezen naar oefeningen uit het bovengenoemde boek. Deze worden in het boek of in een schrift gemaakt.

Ons gehele lesprogramma staat op het platform van LessonUp. Door het gebruik van LessonUp tijdens je instructie, geef je op een interactieve manier les waardoor je leerlingen actief mee kunnen doen. Het mooie van LessonUp is dat de docent ongelimiteerd leerlingen kan toevoegen en klassen kan aanmaken. Op die manier kan je ook na de instructieles de les toevoegen aan het account van je leerlingen. De leerling kan dan ook vanuit huis de les nog eens bekijken of bij afwezigheid zelfstandig de les doorwerken. De lessen zijn ook gemakkelijk online in te zetten wanneer je op afstand lesgeeft. In elke les van LessonUp zijn op de post-its bij de dia’s aantekeningen voor de docent genoteerd. Wanneer je de les op een gezamenlijk scherm kijkt, dan is de post-it voor de leerling ook zichtbaar, in dat geval is het misschien prettiger om de LessonUp-les te printen, zodat je de informatie/aantekeningen op papier hebt. De lesplannen bevatten extra informatie voor de leerkracht, informatie over de les en de instructie op LessonUp. De bijlagen die nodig zijn voor de les zijn ook opgenomen in het lesplan. Er is bewust geen lestijd toegevoegd omdat het tempo van je instructie afhangt van je leerlingen.

Doel: ik leer de letter u.

Bespreek de sprongtoetsen (1F - spelling - sprongtoets 2). Heeft iedereen hem gemaakt? De leerlingen moeten nu aan de slag met de oefeningen die voor hen klaarstaan. Je kan hier in de les wat tijd voor geven. Als alle oefeningen zijn gemaakt, moet de sprongtoets opnieuw worden gemaakt.

Doel: ik kan een vacature lezen en een motivatiebrief schrijven.

Doel: ik weet wat de kenmerken van een oproep zijn. Ik kan een oproep schrijven.

Doel: ik ken de kenmerken van een formele brief. Ik kan een formele brief schrijven.

In deze les reizen we van Utrecht naar het natuurgebied De Veluwe in Gelderland.

Woordentoets Les 13 start met een woordentoets over de woordenlijst van les 11 en 12. [‘Rondje Nederlands’ van Fros van der Maden (Edutekst 2021), p. 64] In deze toets wordt gevraagd naar: synoniemen - tegenstellingen - omschrijvingen - gebruik woord in een zin. De woorden moeten correct zijn gespeld. De toets wordt op papier afgenomen. Zie handleiding bij het boek – pagina 89. De antwoorden zijn in de handleiding terug te vinden op pagina 79.

Doel: ik kan een informatieve tekst lezen en begrijpen.