Phion
Het orkest van Gelderland & Overijssel bij jou in de klas

Toonhoogte

Toonhoogte
Tip!
Klik op het notitie-icoontje rechtsonder de volgende slides voor een korte lesuitleg.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
muziekBasisschoolGroep 1,2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Introductie

In deze les luisteren leerlingen naar hoog en laag, bewegen zij hierbij en maken ze muziek met hoge - en lage geluiden.

Instructies

Benodigdheden:
  • DigiBord
  • Enkele glazen flessen gevuld met verschillende hoeveelheden water en/of een xylofoon
Aandachtspunten / bijzonderheden:
  • Wanneer je een glazen fles met water vult dan verandert de toon die deze fles maakt als je er met een stokje tegenaan slaat. Hoe meer water, hoe hoger de toon. 
  • Vul een aantal flessen met verschillende hoeveelheden water, één zonder, één volledig gevuld en een stuk of twee er tussenin.
  • Door de bloem in deze les te vervangen door iets anders (bijvoorbeeld een dier of een voertuig) kan de les eenvoudig in een ander thema gezet worden.
  • De leerlingen kunnen rondom deze les mooie handbloemen knutselen of tekenen.
Aan het eind van de les kunnen de leerlingen:
  • actief luisteren naar korte stukken muziek uit een breed repertoire, aansluitend bij zijn belevingswereld.
  • met taal, beweging of beeld een eigen betekenis geven aan muziek in binnen- en buitenschoolse situaties.
  • verschillen in klank (toonhoogte) in een breed repertoire van muziek herkennen en benoemen.
  •  betekenissen en klanktegenstellingen in muziek van een breed repertoire onderscheiden en vertalen naar beweging.



Onderdelen in deze les

Toonhoogte
Tip!
Klik op het notitie-icoontje rechtsonder de volgende slides voor een korte lesuitleg.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoog

Slide 2 - Tekstslide

Toelichting slide 2
- Laat leerlingen op het bord zien dat een bloem laag (in de grond) begint en bij het groeien steeds hoger wordt.
- Laat de leerlingen voordoen hoe een bloem groeit van laag naar hoger. Ondersteun dit evt. verbaal door het te benoemen.


Laag

Slide 3 - Tekstslide

Toelichting slide 3

- praat met leerlingen over bloemetjes en hoe deze groeien en steeds hoger worden;
- laat de leerlingen voordoen hoe een bloemetje groeit waarbij hun handen van een vuist naar een bloem met blaadjes gaan of; laat de leerlingen zitten op de grond en 'groot groeien' als de bloem bloeit.
- vertel: 'We gaan luisteren naar een stuk muziek. 'Als de muziek laag is is de bloem nog klein; als de muziek hoog is groeit de bloem groot!'
Hoog of laag?
A
HOOG
B
LAAG

Slide 4 - Quizvraag

Toelichting slide 4
- Speel telkens een fragment af en laat de leerlingen antwoorden (via beweging of verbaal) of een geluid hoog of laag klinkt.

Slide 5 - Tekstslide

Toelichting slide 5 
Maak je eigen Chinese muziek 
Laat de leerlingen improviseren op klankstaven van een xylofoon (wellicht keyboard) of boomwhackers.

Opdracht
Maak Chinese muziek voor het Chinees Nieuwjaar; heel zacht beginnen, harder worden en weer zacht eindigen.

Gebruik het volgende tonen materiaal: c- d - e - g - a (haal de andere staven eruit)
Hoog of laag?
A
HOOG
B
LAAG

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoog of laag?
A
HOOG
B
LAAG

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoog of laag?
A
HOOG
B
LAAG

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afbeelding: The Dad Lab - YouTube

Slide 9 - Tekstslide

Toelichting slide 9
  • Laat de leerlingen nu het 'waterorgel' zien en vraag de leerlingen welke tonen hoog klinken en welke lager? 
  • Bekijk met de leerlingen hoeveel water er in de glazen zit (hoe meer water, hoe lager de toon)
  • Laat enkele leerlingen het waterorgel voorzichtig proberen; geef telkens ook één leerling de opdracht om de spelende leerling te sturen (als bloem, door hoog / laag te zeggen of met een stokje hoog en laag te dirigeren).



Slide 10 - Tekstslide

Toelichting slide 10
  • Alle leerlingen zitten weer in de kring. Iedere leerling krijgt iets in handen dat een Bij voorstelt; bv. een propje papier, een klein balletje of iets anders dat zacht is. 
  • Vertel: Een Bij vliegt hoog en laag. Laat tijdens de muziek met je bijtje zien hoog hoog of hoe laag hij vliegt; je zult het vanzelf horen!
Afsluiting

Slide 11 - Tekstslide

Toelichting slide 11
  • Blik met de leerlingen terug op de les door het vragen te stellen of iets voor te laten doen. 
  • Herhaal indien de tijd het toelaat een onderdeel (bv. het lied van de Bij)