Piece of cake
Lesprogramma voor leerlingen met een beperking
lesplan

Lesplan Piece of cake

Een lesplan van Piece of cake

Wil je met dit lesplan aan de slag? Klik op de knop hieronder om een eigen kopie te maken in 'Mijn Lessen'. Vervolgens kun je de lessen aanpassen naar jouw wensen.

De eerste slide van elke les geeft waar de les over gaat en bij welke fase die past. Daarbij hebben we een onderverdeling in de sensatiefase, de klikfase en de begrijpfase (Fases LACCS). We koppelen de fases aan de kleur van de slide.
Activeren van voorkennis
Dit is bedoeld om leerlingen te activeren. “Voorkennis ophalen doe je niet door te vragen wat de leerlingen al weten van het lesdoel, maar door naar gerelateerde eerder onderwezen leerstof te vragen.” Werk hierbij voor onze EMB leerlingen vooral met verbanden leggen en verwijzers (denk aan picto’s, foto’s, concreet materiaal en filmpjes). Maak de leerlingen nieuwsgierig, prikkel ze, daag ze uit!
Lesdoel
Een goede les heeft een duidelijk doel dat concreet en controleerbaar omschrijft wat de leerlingen aan het eind van de les weten of kunnen.
(Een lesdoel bestaat uit een concept en een vaardigheid).
Formuleer het lesdoel in de ik- vorm.
Maak of ondersteun het lesdoel voor de EMB leerlingen met verwijzers (denk aan picto’s, foto’s, concreet materiaal en filmpjes).
Deel het lesdoel met de leerlingen en zorg dat dit lesdoel steeds in beeld is, zodat je erop terug kunt wijzen.
Kern
Instructie met Onderwijzen van het concept en de vaardigheid:
De belangrijkste fase van een les is de instructiefase. Hierin wordt de leerstof aangeboden aan de leerlingen. Hoeveel tijd je ook besteedt aan begeleide inoefening en zelfstandige verwerking, zonder een goede instructie verliezen deze lesfasen hun kracht. Er bestaan drie vormen van instructie; uitleggen, voordoen en hardop denken.
Bij de EMB leerlingen zul je veel gebruik maken van de vorm “voordoen”. Gebruik voor de EMB leerlingen vooral veel voorwerpen en materialen. Laat de EMB leerlingen beleven en ervaren!
Begeleide inoefening:
Tijdens de les verschuift de verantwoording van de leerkracht naar de leerlingen: “ik doe het voor, wij doen het samen, jij doet het zelf.”
De fase van begeleide inoefening is de fase van “wij doen het samen”.
Deze fase betekent voor de EMB leerlingen “nabijheid”, iets wat heel belangrijk voor ze is. Zorg voor voldoende tijd en voorbeelden om dit samen met de leerlingen te doen. Zorg daarbij dat niet alle voorbeelden compleet verschillend zijn van elkaar. Zo zien de EMB leerlingen het verband niet tussen de voorbeelden en raken ze het lesdoel uit het oog. Herhaling en inoefening is belangrijk.
CvB, controle van begrip:
Tijdens de kern ben je constant bezig met CvB. Monitoren of alle leerlingen het begrijpen tijdens het lesgeven. Laat het doel steeds zien en verwijs en vraag er steeds naar.Zo controleer je ook welke leerlingen in de volgende fase zelf aan de slag kunnen en welke leerlingen verlengde instructie nodig hebben.
Zelfstandige verwerking:
Het resultaat van een goede instructie en begeleide inoefening is dat alle leerlingen in staat zijn om de leerstof zelfstandig verder in te oefenen. Je wilt dat de leerlingen succeservaringen opdoen tijdens de zelfstandige verwerking. Dus moet de opdracht aansluiten op het lesdoel, de instructie en de begeleide inoefening.
De leerlingen kunnen met behulp van de module stap voor stap de les eindeloos herhalen. Het herhalen van de les die onder begeleide inoefening is gegeven dient dan direct als zelfstandige verwerking. 
Lesafsluiting
Sluit af door het lesdoel nogmaals te benoemen of nog beter laat de leerlingen benoemen wat ze geleerd hebben. Ook kun je bespreken hoe de les ging, hoe de werkhouding was.
Ook kun je bespreken hoe de les ging, hoe de werkhouding was.
Is je dit op opgevallen?
Zoals je misschien al opvalt gebruiken we bij de slides die we maken kleuren. Deze kleuren zijn steeds hetzelfde en komen overeen met een onderdeel van EDI.
Daarna gaan we met de slides verder met de verschillende EDI onderdelen waarbij de volgende onderverdeling is:
- Geel: activeren van voorkennis en doel benoemen
- Rood: Instructie
- Oranje: begeleide inoefening en eventueel zelfstandige verwerking
- Blauw: Evaluatie