Universiteit Twente
Pre-U

Verslag/Paper Deel 1

Verslag/Paper
E-Learning
'Verslag/Paper' (Deel 1)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProfielwerkstukMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Verslag/Paper
E-Learning
'Verslag/Paper' (Deel 1)

Slide 1 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Welkom bij de e-learning “Verslag/paper” waarin we kort door de onderdelen van het onderzoeksvoorstel gaan en wat elk onderdeel inhoudt. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Leerdoelen
Na afloop van deze e-learning kan je
  • in meer details de stappen van de onderzoekscyclus beschrijven,
  • zelfstandig de onderzoekscyclus doorlopen,
  • een verwondering beschrijven waarmee je jouw opdracht kan starten,
  • uitleggen waarom het belangrijk is om te proberen aan te tonen dat je hypothese NIET klopt,
  • uitleggen dat validiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid op verschillende momenten in je onderzoek een belangrijke rol spelen en
  • de weg vinden naar andere e-learnings die je verder helpen met verschillende stappen van de onderzoeks- en ontwerpcyclus.





Leerdoelen
Na afloop van deze e-learning:  
  • ... weet je hoe een wetenschappelijk verslag er inhoudelijk uit ziet.
  • ... kan je een onderzoeksvoorstel opstellen. 
  • ... weet je waarom een onderzoeksvoorstel belangrijk is.  

Slide 4 - Tekstslide

De opbouw van een verslag is grofweg hetzelfde voor elk wetenschappelijk verslag. Maar waarom is dat zo?

De belangrijkste reden hiervoor is dat het zo makkelijk te reproduceren is, en kennis over te brengen. Zo zorgen we er samen voor dat we kunnen bouwen op de kennis van de mensen voor ons, en zo kunnen we elkaar controleren of de onderzoeken wel degelijk zijn! Daarnaast heeft elk onderdeel van het onderzoek zijn eigen doel en nut, zoals je in de tabel op de volgende slide kan zien.


 

Slide 5 - Tekstslide

De volgorde van onderdelen in een verslag ziet er als het volgt uit. In deel 1 en 2 van deze e-learning gaan we hier verder op in.

Slide 6 - Tekstslide

Titel

Het eerste wat de lezer ziet, is natuurlijk de titel of de titelpagina. Een goede titel zorgt ervoor dat de lezer meteen doorheeft wat het onderwerp van het artikel is, maar het moet ook interessant klinken voor de lezer. Hierdoor kunnen titels van wetenschappelijke artikels nogal lang of saai zijn, maar hierdoor is de inhoud wel duidelijk. Als jouw verslag ‘Is een cactusplant in jouw huis nuttig?’ heet, dan is het onduidelijk waar het verslag nou precies over gaat. 

Slide 7 - Tekstslide

Abstract

Na de titel komt een korte samenvatting van het hele verslag. Dit noemen we de abstract. Een abstract hoeft maar heel kort te zijn, hij is vaak maar tussen de 150 en 300 woorden. Het abstract schrijf je pas als laatste, als je je hele verslag al af hebt. Je legt niet alleen het onderwerp / onderzoeksvraag uit, maar je vertelt ook de conclusie van het onderzoek. Daarnaast introduceer je kort de onderzoeksmethode die je hebt gebruikt. 

Slide 8 - Tekstslide

Introductie

In de introductie wordt, zoals de naam al zegt, het onderwerp geïntroduceerd. Er wordt een korte aanleiding gegeven tot het onderzoek, dus: waarom is het onderzoek relevant? Waarom heb je dit onderzoek gedaan? Vervolgens geef je achtergrondinformatie die de gemiddelde lezer nodig heeft om jouw onderzoek te begrijpen.
 
Als laatste worden in de introductie de onderzoeksvraag, deelvragen en hypotheses gegeven. Deelvragen zijn kleinere, specifiekere vragen. Deze vragen helpen je je hoofdvraag op te delen in meer behapbare delen, want een hoofdvraag kan soms erg complex zijn. De antwoorden van deze vragen beantwoorden samen je hoofdvraag. Je stelt ook hypotheses op, gebaseerd op je literatuuronderzoek in je theoretisch kader, om zelf alvast je verwachtingen uit te spreken over je onderzoek. Ik verwacht dat...

Slide 9 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Schrijf voor jezelf op welke achtergrondinformatie  je lezers nodig hebben voor de volgende onderzoeken?

  1.  Hoe overleven cactusplanten de droogteperiode in de Gobiwoestijn?
  2. Hoe maak je een ontstekingsremmend medicijn dat binnen een half uur effectief is?
  3. Hebben fysiek intensieve sporten invloed op het leervermogen van leerlingen in de bovenbouw binnen een uur na het uitvoeren van de sport?
Test jezelf!

Slide 10 - Tekstslide

De volgende onderwerpen kunnen antwoorden zijn op de vraag:

  1.  Wat voor soort cactusplanten heb je het over? Wat is precies een woestijnklimaat?
  2. Hoe effectief moet het medicijn zijn? Hoe meet je of hij ‘effectief’ is? Hoe werken ontstekingsremmende medicijnen?
  3. Hoeveel leerlingen hebben sport op school? Wat wordt er met leervermogen bedoeld? Wat voor sporten onderzoek je? 


Slide 11 - Tekstslide

Theoretisch kader

Nu je lezers weten waarover je onderzoek gaat, komt het moment om een overzicht te geven van wat er al precies bekend is over het onderwerp van je onderzoek. Dit doen we in het theoretisch kader. Hier is het belangrijk dat je goed kijkt naar wat andere onderzoekers hebben onderzocht van jouw onderwerp, en dat je goed naar hun artikelen verwijst. Hoe je dit het beste kan doen vind je in de e-learning Bronnen Evalueren en de e-learning Bronvermelding.

Als je een ontwerpcyclus volgt, geef je hier je marktonderzoek weer. Wat is er al op de markt, en wat kan je van deze kennis gebruiken voor je eigen product/onderzoek? 
E-learning 'Bronnen evalueren'
E-learning 'Bronvermelding'

Slide 12 - Tekstslide

Methode

In de methode leg je vervolgens uit wat je gaat doen bij het uitvoeren van je onderzoek. Wat voor experimenten of testen ga je doen? De methode schrijf je voordat je je experimenten daadwerkelijk gaat doen. Daarom is het hierbij belangrijk dat je zo gedetailleerd mogelijk bent over de procedure en de opstelling, want het is ook voor jezelf een handleiding voor welke stappen je moet doorlopen bij de uitvoering. Hoeveel deelnemers zijn er bij het onderzoek? Heeft een deel van de groep bepaalde kenmerken of kennis die relevant zijn voor het onderzoek? Welke stappen ga je doorlopen? 

Hoe gedetailleerder je bent, hoe betrouwbaarder je onderzoek wordt, want andere onderzoekers moeten jouw onderzoek in principe kunnen herhalen. 

Let op: Als je een vragenlijst of interview hebt gedaan, dan benoem je die kort in de methode. Het volledig uitgeschreven interview / vragenlijst inclusief antwoorden zet je in een bijlage aan het eind van je verslag.   

Slide 13 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Zijn de volgende stellingen waar of niet waar?
Test jezelf!

Slide 14 - Tekstslide

In de methode moet je het aantal deelnemers van je onderzoek noemen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Waar! In je methode beschrijf je altijd het aantal deelnemers.

Slide 16 - Tekstslide

Een interview wordt in zijn geheel beschreven in de methode.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Niet waar! Een volledig interview moet in de bijlage. In de methode verwijs je ernaar. 

Slide 18 - Tekstslide

Je onderzoek moet goed te herhalen zijn aan hand van de methode.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Waar! Dit maakt je onderzoek betrouwbaar en reproduceerbaar.

Slide 20 - Tekstslide

In de methode schrijf je nog niet op hoe je de data geanalyseerd hebt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Waar! De manier waarop je je data gaat verwerken zet je ook in de methode (maar de resultaten daarvan horen hier niet bij!  

Slide 22 - Tekstslide

Onderzoeksvoorstel

Alle onderdelen die hierboven genoemd zijn, behalve het abstract, doe je voordat je je onderzoek daadwerkelijk uitvoert. Dit heet ook wel een Onderzoeksvoorstel. Achteraf, als je je onderzoek hebt uitgevoerd, pas je je methode nog een beetje aan aan de hand van het onderzoek, als je bijvoorbeeld een andere locatie / aantal deelnemers / etc. hebt gehad. Dit zijn meestal kleinere dingen. Onderzoekers schrijven een onderzoeksvoorstel om bijvoorbeeld toestemming te krijgen om hun onderzoek voort te zetten, of bijvoorbeeld om financiële steun te krijgen voor een onderzoek. Ook wordt hiermee gekeken of het onderzoek wel ethisch verantwoord is.

In de video op de volgende slide wordt kort uitgelegd wat ethiek is, en wat een ethisch verantwoord onderzoek precies betekent. 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Zoals je kan zien gaat er al vrij veel werk in een verslag en een onderzoek voordat het überhaupt uitgevoerd wordt! In het tweede deel van deze e-learning gaan we verder op wat er allemaal na je onderzoek moet gebeuren! 

Slide 25 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?
Als het goed is heb je na deze e-learning geleerd:

  • ... hoe een wetenschappelijk verslag er inhoudelijk uitziet.
  • … hoe je een onderzoeksvoorstel opstelt.
  • … waarom een onderzoeksvoorstel belangrijk is.

Slide 26 - Tekstslide

Klik op het symbool hieronder om terug te gaan naar de skills academy pagina.
Klik op het symbool hieronder om naar de volgende Verslag/paper les te gaan!

Slide 27 - Tekstslide

Bedankt!
Hartelijk bedankt voor het volgen van deel 1 deze e-learning en heel veel succes met het afronden van het verslag!
Kijk ook eens naar deze lessen:




Tip
bekijk de les ‘Onderzoekcyclus’ voor meer informatie over alle stappen van een onderzoek.
Tip
Bekijk de les ‘Plan van Aanpak’ voor meer informatie over het opstellen van het plan van aanpak voor jouw onderzoek.

Slide 28 - Tekstslide