Universiteit Twente
Pre-U

Onderzoeks- & ontwerpcyclus - Onderzoekscyclus 2

Onderzoeks- & Ontwerpcyclus
E-Learning
Deel 2: Onderzoekscyclus
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProfielwerkstukMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Onderzoeks- & Ontwerpcyclus
E-Learning
Deel 2: Onderzoekscyclus

Slide 1 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
Welkom bij deel 2 van de e-learning “Onderzoeks- & Ontwerpcyclus,” waarin je meer leert over de onderzoekscyclus.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze e-learning kan je
  • in meer details de stappen van de onderzoekscyclus beschrijven,
  • zelfstandig de onderzoekscyclus doorlopen,
  • een verwondering beschrijven waarmee je jouw opdracht kan starten,
  • uitleggen waarom het belangrijk is om te proberen aan te tonen dat je hypothese NIET klopt,
  • uitleggen dat validiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid op verschillende momenten in je onderzoek een belangrijke rol spelen en
  • de weg vinden naar andere e-learnings die je verder helpen met verschillende stappen van de onderzoeks- en ontwerpcyclus.





Leerdoelen
Na afloop van deze e-learning kan je:

  •     in meer details de stappen van de onderzoekscyclus beschrijven en zelfstandig de onderzoekscyclus doorlopen,
  •     een verwondering beschrijven waarmee je jouw opdracht kan starten,
  •     uitleggen waarom het belangrijk is om te proberen aan te tonen dat je hypothese NIET klopt,
  •     uitleggen wat er in een plan van aanpak hoort.

Slide 3 - Tekstslide

Stap 1: Verwonderen
Stap 2: Verkennen
Stap 6: Presenteren
Stap 5: Concluderen
Stap 4: Onderzoek uitvoeren
Stap 3: Plan van Aanpak
Weet jij de stappen van de cyclus nog?

Test jezelf!
Tip
Houdt gedurende je opdracht goed bij met welke stap van de onderzoekcyclus je bezig bent, bijvoorbeeld in je logboek. Op die manier heb je een mooie basis voor je uiteindelijke verslag!

Slide 4 - Tekstslide

Stap 1: Verwonderen
Al het onderzoek begint met een verwondering. Waarom is de lucht blauw? Hoe bouwden de Egyptenaren zonder machines hun enorme piramides? Waarom vluchten sommige mensen als ze bang zijn en andere niet? Waar komen de nieuwe woorden vandaan die elk jaar aan de Van Dale worden toegevoegd? Misschien weet jij jouw verwondering voor je onderzoek al. Mooi! De volgende stap is dan om je er verder in te verdiepen en te zorgen dat je het inkadert tot iets dat realistisch en haalbaar is met de middelen en tijd die je hebt. Uiteindelijk maak je er dan een onderzoeksvraag van (nu dus nog niet!). Heb je nog geen idee wat jouw verwondering is? Bekijk dan de volgende tips!







Slide 5 - Tekstslide

Verwondering is te omschrijven als zien, horen, voelen wat er om je heen gebeurt en dat bestormen met vragen. Je verwondert je dagelijks over dingen, maar hier ben je niet altijd bewust van. Als je het nieuws bekijkt, een artikel leest of video bekijkt of als je een interessant gesprek voert.

Tips om je op dit soort momenten bewust te worden van je verwondering, kan je hier vinden:
Leg je mobiel weg
Online inspiratie is helemaal aangepast naar jouw zoekgedrag. Probeer hiervan los te raken en kijk in plaats daarvan gewoon eens om je heen!
Vertraag
Hoe meer rust en tijd je voor iets neemt hoe beter je kan verwonderen.
Focus
Richt je op één ding tegelijk. Multitasken bestaat niet: je schakelt dan alleen maar snel tussen de taken en je kan je nergens echt op concentreren.
Wees nieuwsgierig
Stel eens wat vaker vragen of doorbreek standaard patronen door iets nieuws te proberen. 
Sta open
 Bekijk alles zonder vooroordelen en probeer een open houding aan te nemen.
Doe eens wat anders
Lees eens een boek, luister muziek of doe iets creatiefs.

Slide 6 - Tekstslide

Wat verwondert jou?
Tip
Hou een boekje bij je en schrijf het daarin op als je je over iets verwondert.
Soms is het goed om bij te houden wat jou verwondert, om daar inspiratie uit te halen. Heb jij dingen die je verwonderen? Schrijf ze eens op! 

Slide 7 - Tekstslide

Wat verwondert jou?

Slide 8 - Woordweb

Stap 2: Verdiepen
Nu je een onderwerp hebt gevonden dat je interessant vindt, ga je je verder verdiepen in je onderwerp. Wat weet je al precies van je onderwerp?

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Tips voor stap 2
Tip
Bekijk de les ‘Bronnen zoeken en evalueren’ voor meer informatie over het vinden van geschikte bronnen.
Ben je inmiddels bezig met het uitvoeren van deze stap? Kijk dan ook naar deze twee e-learnings om je verder te helpen met je Onderzoeksvraag en bij het zoeken naar bronnen!
Tip
Bekijk de les ‘Een onderzoeksvraag opstellen’ om te beginnen met jouw eigen onderzoeksvraag.

Slide 11 - Tekstslide

Stap 3: Plan van Aanpak
Nadat je je verder hebt verdiept in je onderwerp, ga je verder met de volgende stap. In stap 3 schrijf je je plan van aanpak.

Maar wat is een plan van aanpak precies?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

  Falsificeren
In wetenschappelijk onderzoek is het belangrijk om te proberen aan te tonen dat een theorie of hypothese ONjuist is. We noemen dat falsificeren

Stel we nemen de hypothese 'alle zwanen zijn wit'. 
Lang werd gedacht in Europa dat alle zwanen wit zijn. Zwanen in 
Europa waren tenslotte wit. Maar toen kolonisten naar Australia 
reisden, werd pas de eerste zwarte zwaan gezien! Toen bleek dat 
het idee dat zwanen altijd wit zijn niet klopte. 

Al zie je 1000 witte zwanen, 1 waarneming van een zwarte is genoeg 
om de theorie onderuit te halen.



Slide 14 - Tekstslide

  Test jezelf!
Test je kennis over falsificeren! Zijn de volgende hypotheses falsificeerbaar of niet?



Slide 15 - Tekstslide

Is dit falsificeerbaar?
Kikkers zijn groen
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Toelichting
Het antwoord is ja. Je kan naar buiten gaan om zelf te checken of alle kikkers groen zijn, dus net als bij de hypothese over zwanen is deze hypothese falsificeerbaar!

Slide 17 - Tekstslide

Is dit falsificeerbaar?
Zware voorwerpen vallen sneller dan lichte voorwerpen
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Toelichting
Het antwoord is ja. Je kan dit zelf testen door een zwaar en een licht voorwerp te timen. Deze hypothese is daarom wel falsificeerbaar.

Slide 19 - Tekstslide

Is dit falsificeerbaar?
Ieder mens heeft een ziel
A
Ja
B
Nee

Slide 20 - Quizvraag

Toelichting
Het antwoord is nee. Ondanks dat er heel veel onderzoek is gedaan naar dit onderwerp, is het nog steeds niet mogelijk om dit te kunnen meten. Daarom is deze hypothese niet falsificeerbaar.

Slide 21 - Tekstslide

Is dit falsificeerbaar?
Als je je vinger in een stopcontact steekt, krijg je een schok
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quizvraag

Toelichting
Het antwoord is ja. Je kan meten of er stroom op het stopcontact staat, en in de literatuur vinden of een mens stroom kan geleiden. Deze hypothese is daarom wel falsificeerbaar.

Slide 23 - Tekstslide

Is dit falsificeerbaar?
Gedachten ontstaan in je onderbewuste
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quizvraag

Toelichting
Het antwoord is nee. Net als bij de ziel is het nog steeds niet mogelijk om te testen waar in je hersenen gedachten ontstaan. Daarom is deze hypothese niet falsificeerbaar.

Slide 25 - Tekstslide

  Falsificeren
Ook al vind je drie situaties waarin je hypothese klopt, één situatie waarin dat niet het geval is maakt de hypothese al onjuist. Het vinden van een bewijs vóór je hypothese maakt je dus niet veel wijzer: hij kan nog steeds onjuist zijn. Maar één bewijs tegen dwingt je al om je hypothese aan te passen. Dat is dus veel effectiever!
Het tegenovergestelde van falsificeren, is proberen aan te tonen dat iets JUIST is. 

Probeer nu zelf te bedenken waarom dat een gevaarlijke aanpak is. Onder het vraagteken kan je het antwoord bekijken!

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Test jezelf!
Geef van alle onderstaande handelingen aan of ze wel of niet afgerond zijn aan het einde van stap 3.


Wel afgerond
Niet afgerond
Definitieve onderzoeksvraag opgesteld
Benodigde materialen verzameld of besteld
Hypothese getoetst
Methode van onderzoek gekozen
Voorlopige onderzoeksvraag opgesteld
Onderzoeksvoorstel uitgeschreven
Relevante theorie uitgezocht en beschreven
Afspraken gemaakt met testpersonen of voor interviews

Slide 28 - Sleepvraag

Tips stap 3
Tip
Bekijk de les ‘Een onderzoeks- of ontwerpvoorstel - plan van aanpak’ om te leren wat er precies in je onderzoeks/ontwerpvoorstel hoort te staan.
Ben je inmiddels bezig met het uitvoeren van deze stap? Gebruik dan de twee e-learnings voor de validiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid van je onderzoek, maar ook voor het schrijven van een plan van aanpak!
Tip
Bekijk de les ‘Validiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid’ voor meer informatie over het rekening houden hiermee in je plan van aanpak.

Slide 29 - Tekstslide

Stap 4: Onderzoek Uitvoeren
Nu je een goed overzicht hebt van wat je precies wil meten en hoe, ga je je onderzoek uitvoeren. In deze stap ga je je experimenten uitvoeren, meer literatuuronderzoek, of mensen interviewen.

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Tips stap 4
Ben je inmiddels bezig met het uitvoeren van deze stap? Gebruik dan deze twee  e-learnings voor meer informatie over het schrijven van een labjournaal en over het verzamelen en het verwerken van gegevens!
Tip
Bekijk de les 'Een labjournaal schrijven’ voor meer informatie over hoe je een goed labjournaal schrijft tijdens het uitvoeren.
Tip
Bekijk de les 'Gegevens verzamelen en verwerken’ voor meer informatie over op welke manieren je je onderzoek kan uitvoeren en hoe je die gegevens kan verwerken in je verslag.

Slide 32 - Tekstslide

Stap 5: Discussie en conclusies
Als je resultaten verwerkt zijn, kan je conclusies trekken. In principe is de conclusie heel kort: het is het antwoord op je onderzoeksvraag (of -vragen).

Maar: minstens zo belangrijk is de discussie over je resultaten. Hierin reflecteer je op verschillende zaken, zoals:
  • Hoe betrouwbaar en nauwkeurig zijn je resultaten?
  • Hoe valide is je conclusie?
  • Komt de conclusie overeen met je hypothese? Zo niet, heb je daar een verklaring voor?
  • Wat zijn nieuwe vragen die tijdens het onderzoek zijn ontstaan?
  • Volgen daaruit logische suggesties voor een vervolgonderzoek?







Slide 33 - Tekstslide

Tips stap 5
Tip
Bekijk de les ‘Correlatie en Causaal Verband’ om te leren wat voor verbanden er precies zijn, en hoe je deze gebruikt in je discussie.
Ben je inmiddels bezig met het uitvoeren van deze stap? Gebruik dan deze twee  e-learnings voor meer informatie over de inhoud van de discussie en conclusie, en om meer te leren over correlaties en causale verbanden. 
Tip
Bekijk de les 'Discussie en Conclusie’ voor meer informatie over wat er allemaal in je discussie moet en wat de conclusie inhoudt.

Slide 34 - Tekstslide

Stap 6: Presenteren

Nu je je verslag af hebt, wordt het tijd om je vondsten te presenteren! Dit kan op verschillende manieren.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Tips stap 6
Ben je inmiddels bezig met het uitvoeren van deze stap? Gebruik dan deze drie e-learnings voor het schrijven van een verslag of paper, hoe je een wetenschappelijke poster maakt en hoe je op een goede manier je onderzoek kan pitchen of presenteren!
Tip
Bekijk de les ‘Wetenschappelijk paper/verslag’ voor meer informatie over de aanpak en structuur van je paper of verslag.
Tip
Bekijk de les ‘Wetenschappelijke poster’ voor tips voor een goede wetenschappelijke poster.
Tip
Bekijk de les ‘Presenteren’ voor tips voor een goede wetenschappelijke presentatie.
Tip
Bekijk de les ‘Pitchen’ voor tips voor een goede pitch over je onderzoek.

Slide 37 - Tekstslide

Onderzoek- & ontwerpcyclus  
Crash Course
Deel 1
In het eerste deel heb je al gezien dat het doen van een onderzoek gebeurt volgens 6 stappen van de onderzoekscyclus. Een onderzoek is nooit af: na de zesde stap heb je waarschijnlijk meer nieuwe vragen dan antwoorden en kan jij – of iemand anders – zo weer door met stap 1. In deze les houden we de volgorde van de stappen aan, maar in de werkelijkheid lopen ze vaak ook door elkaar. Zo kan je tijdens het opzetten van je onderzoek (in stap 3) ontdekken dat je bepaalde materialen niet hebt en je het op een andere manier wil doen. Je moet dan weer even terug naar stap 2 om dat uit te zoeken. Of je stuit op een verrassing tijdens de uitvoering of verwerking (in stap 4), die nieuwe vragen oproept en je weer even terug stuurt naar stap 2 en 3. Onderzoek is geen lineair proces en dat maakt het juist heel leuk!
De Onderzoekscyclus

Slide 38 - Tekstslide

Stap 1: Verwonderen
Stap 2: Verkennen
Stap 6: Presenteren
Stap 5: Concluderen
Stap 4: Onderzoek uitvoeren
Stap 3: Plan van Aanpak
Weet je nu welke stappen je allemaal moet doorlopen?

Test jezelf!
Tip
Houdt gedurende je opdracht goed bij met welke stap van de onderzoekcyclus je bezig bent, bijvoorbeeld in je logboek. Op die manier heb je een mooie basis voor je uiteindelijke verslag!

Slide 39 - Tekstslide





De onderzoekscyclus is doorlopen! Waarschijnlijk heb je na je onderzoek genoeg nieuwe vragen om de cyclus opnieuw te starten.

En jij bent door deze e-learning heen. Als het goed is, kan je nu:
  • in meer details de stappen van de onderzoekscyclus beschrijven en zelfstandig de onderzoekscyclus doorlopen,
  • een verwondering beschrijven waarmee je jouw opdracht kan starten,
  • uitleggen waarom het belangrijk is om te proberen aan te tonen dat je hypothese NIET klopt.
  • uitleggen wat er in een plan van aanpak hoort.
Wat heb je geleerd?

Slide 40 - Tekstslide

Bedankt!
Hartelijk bedankt voor het volgen van deze les en heel veel succes met jouw onderzoeksopdracht!
Vergeet niet om ook de andere     e-learnings te bekijken!

Slide 41 - Tekstslide

Klik op het symbool hieronder om terug te gaan naar de skills academy pagina.
Klik op het symbool hieronder om naar de volgende onderzoeks- & ontwerpcyclus les te gaan!

Slide 42 - Tekstslide