Universiteit Twente
Pre-U

Wetenschappelijke Poster

E-learning
Wetenschappelijke poster
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudievaardighedenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 9 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

E-learning
Wetenschappelijke poster

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Dit weet je al
Doen
Terugkijken
Kijken
Klik op de hotspot
Afbeelding vergroten
Navigeren door de les
Dit leer je nu
Hoe gebruik je deze les?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Na afloop van deze e-learning kan je
  • in meer details de stappen van de onderzoekscyclus beschrijven,
  • zelfstandig de onderzoekscyclus doorlopen,
  • een verwondering beschrijven waarmee je jouw opdracht kan starten,
  • uitleggen waarom het belangrijk is om te proberen aan te tonen dat je hypothese NIET klopt,
  • uitleggen dat validiteit, betrouwbaarheid en nauwkeurigheid op verschillende momenten in je onderzoek een belangrijke rol spelen en
  • de weg vinden naar andere e-learnings die je verder helpen met verschillende stappen van de onderzoeks- en ontwerpcyclus.





Welkom bij de e-learning “Wetenschappelijke poster"! Aan het eind van deze e-learning...
    
  • kan je zelfstandig een goede wetenschappelijker poster ontwerpen aan de hand van een voltooid  wetenschappelijk onderzoek.
  • weet je hoe je een wetenschappelijke poster moet presenteren.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Deze e-learning bestaat dus uit de volgende 3 fasen: 
1. Ontwerp van de poster
2. Inhoud van de poster
3. Poster presentatie
Wat gaan de doen?

Slide 6 - Tekstslide


Voordat we toelichten wat wij als een goede wetenschappelijke beschouwen, willen we je eerst naar twee voorbeelden laten kijken. Het zijn twee hele verschillende posters met beiden hun eigen eigenschappen. Sleep op de volgende slide de verschillende eigenschappen naar de juiste poster.
Fase 1 - Ontwerp van de wetenschappelijke poster 

Slide 7 - Tekstslide

Veel verschillende kleuren
Afbeelding in de achtergrond
Rustig kleurenpallet
Uitgelijnde blokken
Overzichtelijke figuren
Lange stukken tekst

Slide 8 - Sleepvraag

Wij hebben een duidelijke voorkeur voor één van de twee posters op basis van het ontwerp en hoe deze poster over komt. Welke poster vind jij het meest aantrekkelijk om naar te kijken?
A
B

Slide 9 - Quizvraag

Poster 2 was in dit geval de beste wetenschappelijke poster. Had jij dat ook gekozen?

Beide posters hebben blokken waarin de tekst staat en een grote leesbare titel, dit zijn belangrijke kenmerken van een wetenschappelijke poster. Maar daarnaast waren er veel verschillen die de ene poster beter maken dan de andere. De goede antwoorden op de sleepvraag voor de eigenschappen bij Poster 2 zijn kernmerken die horen bij een goede poster. 
 r.
Fase 1 - Ontwerp van de wetenschappelijke poster 
Korte stukken tekst
Voorkom grote lappen tekst (dus niet delen van de verslag letterlijk kopiëren en plakken). De boodschap van je verkaal moet kort en duidelijk zijn, je wilt voorkomen dat de bezoeker zijn aandacht voor jouw verhaal verliest in het lezen van stukken tekst.
Duidelijke figuren
Het resultaat van jouw onderzoek moet in één oogopslag duidelijk zijn. Maak de figuren groot genoeg zodat ze goed leesbaar zijn, met daarbij de eigenschappen voor figuren zoals je die ook hebt geleerd voor in het verslag. 
Duidelijk ontwerp
Het is belangrijk dat poster er mooi uitziet, maar dat de elementen niet afleiden van het verhaal. Hierbij kan je denken aan: (1) een rustige achtergrond (zoals één effen kleur), waar de tekst goed leesbaar is (geen blauwe letters op een donkere achtergrond). (2) Gebruik ook niet te veel verschillende kleuren, het wordt aangeraden om meerdere tinten van eenzelfde kleur te gebruiken. (3) Let ook op het uitlijnen van de blokken om de tekst: zorg voor strakke lijnen en voorkom gekke verspringingen. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video



Met het doorlopen van de volgende stappen, kan je je eigen wetenschappelijke presentatie ontwerpen. Dus open jouw gekozen software en ga mee aan de slag!


Fase 1 - Ontwerp van de wetenschappelijke poster 

Slide 12 - Tekstslide

Als je een poster in PowerPoint maakt, vormt één slide de uiteindelijke poster. De poster moet groot genoeg worden voor tekst en figuren die leesbaar zijn vanaf aan aantal meter. Welk formaat poster denk jij dat je het beste kan gebruiken?
Hint
Bedenk dat A3 de grootte heeft van 2x een A4tje, A2 is de groote van 2x een A3tje, enz.
A
A0
B
A1
C
A2
D
A3

Slide 13 - Quizvraag




Het goede antwoord is (a) A0, dit 118,9 cm bij 84,1 cm, flink groot!


Fase 1 - Posterformaat
Waar te vinden in Powerpoint?
Kies in het tablad “Ontwerp” de “Slide grootte” en zet deze op de “Custom grootte” van A0. Je kan zelf kiezen of je graag een staand of een liggend ontwerp wil, net wat jij mooi vindt!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Om de poster goed te kunnen lezen is het van belang dat het juiste lettertype en de juiste grote wordt toegepast. Het juiste lettertype is een lettertype zonder schreef, dit lettertype is vaak lastiger leesbaar.

Welke van de onderstaande lettertypes denk jij dat we aanraden om te vermijden?

A
B
C

Slide 16 - Quizvraag



Het goede antqoord is (b) Amasis MT Pro. Amasis MT Pro is een voorbeeld van schreef-schift. Schreef-schrift is een soort lettertype met extra franjes, ook wel schouders en voetjes genoemd. Dit geeft de letters een minder saai uiterlijk, maar maakt het ook minder goed leesbaar en daardoor minder geschikt voor op een poster. Probeer op de hele poster gebruik te maken van hetzelfde lettertype. Dit oogt een stuk netter en professioneler.


Naast het juiste lettertype, heeft ook de lettergrootte invloed op de leesbaarheid. Een handige lettergrootte voor de tekst in de blokken is 28, voor de kopjes 40 en voor de titel 72. Dit zijn handvatten om toe te passen, maar mocht je zelf grotere letters willen, dan kan dat natuurlijk zeker!


Fase 1 - Lettertype & grootte

Slide 17 - Tekstslide



Om de poster op te laten vallen en niet te saai te laten ogen, voegen we ook kleur toe aan de poster. Denk hierbij aan een achtergrondkleur, kleuren voor de blokken en kleuren voor het lettertype. 

Welk van de onderstaande opties vind jij het meest toepasselijk voor een wetenschappelijke poster?


Fase 1 - Lettertype & grootte

Slide 18 - Tekstslide

Welk van de onderstaande opties vind jij het meest toepasselijk voor een wetenschappelijke poster?

A
B
C

Slide 19 - Quizvraag



Wij zouden voor optie (c) kiezen. Een lichte achtergrond werkt vaak goed op een wetenschappelijke poster. Hierbij steekt tekst met een donkere kleur af en ontstaat er een duidelijk contrast waardoor de tekst goed leesbaar is. Andersom (donkere achtergrond met lichte letters) heeft natuurlijk ook veel contrast, maar kan uiteindelijk minder prettig leesbaar zijn van een afstand.

Verder is het goed om niet te veel verschillende kleuren te gebruiken. Dit kan namelijk de lezer afleiden. Twee tot drie kleuren zijn echt voldoende. Probeer in de plaats van veel verschillende kleuren, te experimenteren met meerdere tinten van eenzelfde kleur. Zo kan je verschillende vlakken goed van elkaar onderscheiden, zonder dat het een erg druk en afleidend geheel wordt.


Fase 1 - Kleurenpallet

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video






Met de poster ga je je onderzoek toelichten. Daarom komen op de poster ook de onderdelen terug die je zal herkennen uit je onderzoek.




Fase 2 - Inhoud van de poster

Slide 22 - Tekstslide

Welke van de volgende onderdelen komt niet op de poster?
Methode
Resultaten
Titel
Inleiding
Discussie & Conclusie
Naam van onderzoeker en school

Slide 23 - Poll



Alle benoemde onderdelen komen op de poster, een hele boel! 

Dat benadrukt maar weer hoe belangrijk het is om straks kort en bondig aan de slag te gaan met de tekst, anders gaat het niet passen en tegelijk goed leesbaar zijn.


Fase 2 - Inhoud van de poster

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video



Nu je weet hoe je verschillende onderdelen kan opdelen op je poster is het belangrijk om te kijken naar de inhoud van deze blokken. 

Fase 2 - Inhoud van de poster

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video


Met de methode leg je uit welke stappen zijn ondernomen binnen het onderzoek. Er zijn verschillende manieren om dat te doen. Welke optie zou jij kiezen voor op de poster?
Fase 2 - Methode
(a) “Een beknopte versie van de methode” 
Allereerst zijn de materialen verzameld en afgewogen. Vervolgens is voor elk verschillend snoepje, met de smaken aardbei, banaan, peer, rood fruit en anananes, een losse beker gepakt, waarin 100 ml water is gevoegd. In elke beker zijn drie snoepjes met dezelfde smaak gevoegd. Dit mensel is voor een minuut lang doorgeroerd en daarna 15 minuten laten staan. De snoepjes zijn uit het water gehaald en opnieuw gewogen. De gemeten waarden zijn genoteerd als totaal overgebleven gewicht per smaak. Het gehele experiment is drie keer herhaald.
(b) "Een flowchart"

Slide 29 - Tekstslide

Welke optie om de methode weer te geven zou jij kiezen voor op de poster?
Een uitgebreide tekst versie
Flowchart
Beknopte tekst versie

Slide 30 - Poll






Wij zouden voor de optie van een flowchart kiezen. Wanneer je de methode uittypt in woorden, kan dit snel een lange lap tekst worden, ondanks dat je het zo beknopt mogelijk wil houden. Grote stukken tekst willen we te allen tijde voorkomen voor op een poster. Daarom wordt bij een wetenschappelijke poster vaak gebruik gemaakt van een flowchart, zoals te zien was bij optie (b).


 

Fase 2 - Methode
Vind je dit lastig voor jouw methode?
Probeer ook hierbij de denken aan strakke en logisch te volgen lijnen, niet te veel blokken en niet te veel tekst in de blokken. Lukt dit niet om voor elkaar te krijgen voor jouw methode, probeer dan alsnog een beknopte versie van jouw methode in tekst uit te typen! Gebruik maken van een opsomming kan hierin helpen.

Slide 31 - Tekstslide





De resultaten geven de uitkomsten van jouw onderzoek weer. Op een poster kan je dit het beste doen met een grafiek of tabellen. Zo geef je op een objectieve manier direct een duidelijk beeld van jouw resultaten die de bezoekers in één oogopslag kunnen interpreteren.

Een aantal goede eigenschappen van grafieken en tabellen zijn:
- Juiste (as)titels met grootheden en eenheden
- Assen in gelijke stappen verdeeld
- Duidelijk leesbaar

 

Fase 2 - Resultaten

Slide 32 - Tekstslide

Geef van de volgende figuren aan of je dit goed of minder goed vindt:  Bedenk welk van de benoemde eigenschappen je kan gebruiken om jouw keuze te beargumenteren.
Fase 2 - Resultaten
Antwoord (probeer eerst zelf te bedenken)
Dit vinden wij een minder goede grafiek. Er zijn geen astitels gebruikt en dat maakt dat je niet in één keer kan zien wat de grafiek uitdrukt.

Slide 33 - Tekstslide

Geef van de volgende figuren aan of je dit goed of minder goed vindt:  Bedenk welk van de benoemde eigenschappen je kan gebruiken om jouw keuze te beargumenteren.
Fase 2 - Resultaten
Antwoord (probeer eerst zelf te bedenken)
Dit vinden wij een goede tabel. Alle juiste gegevens staan hierin en het is direct duidelijk welk begrip gekoppeld is aan welke waarde. 

Slide 34 - Tekstslide

Geef van de volgende figuren aan of je dit goed of minder goed vindt:  Bedenk welk van de benoemde eigenschappen je kan gebruiken om jouw keuze te beargumenteren.
Fase 2 - Resultaten
Antwoord (probeer eerst zelf te bedenken)
De grafiek vinden wij goed. Alle juiste eigenschappen zijn hierin zichtbaar: astitels, duidelijke gegevens en het is goed leesbaar

Slide 35 - Tekstslide

Fase 2 - Resultaten
Belangrijk om te onthouden
Een grafiek of tabel trekt ook snel de aandacht van een bezoeker die naar jouw poster kijkt. Probeer deze daarom centraal op de poster te plaatsen en niet veel verschillende afbeeldingen of figuren te gebruiken. Kies de belangrijkste gegevens die je aan de bezoeker mee wilt geven, zodat het geheel overzichtelijk blijft. 

Slide 36 - Tekstslide


In de conclusie vat je kort samen wat de resultaten vertellen en geef je antwoord op je onderzoeksvraag, probeer dit te doen in een paar concrete zinnen. Het is van belang dat de resultaten objectief worden bekeken en je onderzoeksvraag aan de hand van de resultaten wordt beantwoord.

Ook kan je bij je conclusie een aantal discussiepunten van jouw onderzoek meenemen. Meestal wordt dit beknopt bij de conclusie gevoegd en wordt er niet een heel nieuw blok voor de discussie gemaakt. Het is namelijk niet de bedoeling dat er een grote hoeveelheid tekst ontstaat waarin je jouw onderzoek bediscusseerd.

Fase 2 - Conslusie (& Discussie)
Lastig?
Twijfel je nog wat er in de discussie en conclusie moet komen te staan? Kijk dan bij onze e-learning Discussie & Conclusie!

Slide 37 - Tekstslide



Net als bij een verslag, is het ook op een poster belangrijk om netjes naar gebruikte bronnen te refereren en plagiaat te voorkomen. Dit geldt voor de informatie in de tekst die op de poster staat, maar ook voor gebruikte afbeeldingen.

Onderaan op de poster, in een zeer klein lettertype, worden de bronnen geplaatst. Een waslijst met bronnen is niet erg handig voor op de poster, dus probeer wel zoveel mogelijk je eigen woorden en afbeeldingen te gebruiken!


Fase 2 - Referenties

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video



Dat was een lange e-learning, waarin we een hele hoop informatie hebben verwerkt! Om allemaal duidelijk op een rijtje te krijgen, zullen we het nog een keer voor je samenvatten.


Terugblik

Slide 40 - Tekstslide


Er zijn verschillende programma’s om de poster meer te maken, zoals Canva, Microsoft Powerpoint en Adobe Indesign Hierin kan je een template maken voor een A0 formaat poster.

We hebben een aantal eigenschappen onderzocht die passen bij een goede poster:

Terugblik - Fase 1: Ontwerp van de poster
Duidelijk ontwerp
Door het toepassen van (1) een rustig kleurenpallet, (2) donker-licht contrast voor de achtergrond en de letters, (3) leesbaar lettertype en -grootte

Korte stukken tekst
 We kunnnen het niet vaak genoeg benoemen, maar kort en krachtig is de sleutel van een goede poster. Laat de bezoeker zich niet afleiden door het lezen van lappen tekst
Duideijke figuren
Figuren trekken veel aandacht op een poster. Kies deze daarom bewust, waarbij ze direct de boodschap van jouw resultaat overbrengen.

Slide 41 - Tekstslide






De elementen op de wetenschappelijke poster zijn: titel, auteurs, inleiding, methode, resulaten, discussie en conclusie (net als bij je onderzoek).





Terugblik - Fase 2: Inhoud van de poster
Titel
De titel staat groot en duidelijk bovenaan over de hele breedte van de poster. Deze geeft in één oogopslag weer waar jouw poster over gaat.

Auters en organisatie
De auteurs (en school) staan, iets kleiner, onder de titel genoteerd.

Slide 42 - Tekstslide



Onder de titel en auteurs staan de andere onderdelen, deze zijn verdeeld over de blokken in twee a drie kolommen op de poster. Hierbij moet je rekening houden dat de bezoekes op jouw poster van boven naar beneden en links naar rechts leest (dus inleiding linksboven en conclusie rechtsonder).

Terugblik - Fase 2: Inhoud van de poster
Inleiding
De inleiding benoemd kort de aanleiding voor jouw onderzoek en de onderzoeksvraag.
Methode
Met de methode vertel je de stappen die je ondernomen hebt in het onderzoek. Een flowchart of stappenplan kan helpen om dit bondig en duidelijk weer te geven.
Resultaten
De resultaten vertellen de uitkomst van jouw onderzoek. Maak hierbij gebruik van een grafiek of tabel om de bezoeker direct een idee te geven van het resultaat. Zo een figuur trekt vaak de aandacht van de bezoeker, plaats deze daarom bewust en zorg dat de bezoeker het goed begrijpt.
Referenties
Vergeet, net zoals bij het onderzoek zelf, niet netjes onderaan de bronnen te noteren voor de informatie die je hebt verwerkt op de poster. Dit kan in een klein lettertype, zodat het niet te veel ruimte in beslag neemt.

Conclusie
Concludeer wat uit jouw onderzoek komt door in één of twee zinnen antwoord te geven op jouw onderzoeksvraag aan de hand van de resultaten.
Meer informatie
Voor meer informatie over de inhoud van de onderdelen op de poster kan je terecht bij één van onze andere e-learnings zoals: “Discussie & Conclusie” 

Slide 43 - Tekstslide


De poster kan je het beste presenteren met een korte pitch presentatie, waarbij je de bezoeker enthausiasmeert voor jouw onderzoek.
Terugblik - Fase 3: Posterpresentatie

Slide 44 - Tekstslide






Wat heb je geleerd? Schrijf zoveel mogelijk op!
timer
1:00

Slide 45 - Open vraag


Wat vond je van deze e-learning?
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll

Wat heb je geleerd?
Na afloop van deze e-learning:

  • kan je zelfstandig een goede wetenschappelijker poster ontwerpen aan de hand van een voltooid wetenschappelijk onderzoek.
  • weet je hoe je een wetenschappelijke poster moet presenteren.

Slide 47 - Tekstslide

Bedankt!
Hartelijk bedankt voor het volgen van deze e-learning en veel succes met de laatste stappen voor de wetenschappelijke poster en het geven van de presentatie!   


Kijk ook eens naar deze lessen:




Tip
bekijk de les ‘Presenteren’ voor meer informatie over het geven van een succesvolle presentatie.
Tip
Bekijk de les ‘Pitchen' voor tips en tricks voor het geven van een goeie pitch bij je poster.

Slide 48 - Tekstslide

Bedankt!
Hartelijk bedankt voor het volgen van deze les. Je hebt de lessenserie van Wetenschappelijke poster voltooid!

Klik op de knop hiernaast om terug te gaan naar Skills Academy pagina

Slide 49 - Tekstslide