Quiz!
De plek met alleen maar quizzen!

8.4 Arbeidsovereenkomst Quiz Economie

8.3 + 8.4 Arbeidsovereenkomst
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3,4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

8.3 + 8.4 Arbeidsovereenkomst

Slide 1 - Tekstslide

CAO staat voor:
A
Collectieve Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Actieonderneming
C
Corporale Anarchie Operatie
D
Criminele Activiteit in de Onderwereld

Slide 2 - Quizvraag

Wie is er niet betrokken bij de totstandkoming van een arbeidsovereenkomst (contract)?
A
Ouders van werknemer
B
Vakbond
C
Werkgever
D
Werknemer

Slide 3 - Quizvraag

Suzanne is 15 jaar en 11 maanden. Volgende maand wordt ze 16. Ze sluit een contract af om bij de JUMBO te gaan werken als vakkenvuller, die pas in gaat als ze 16 is. Mag dit?
A
Ja, want ze is dan 16
B
Ja, want ze mag dat gewoon doen
C
Nee, want ze is nu 15
D
Nee, haar ouders moeten dit doen

Slide 4 - Quizvraag

In welke termijn moeten ouders bezwaar maken tegen een arbeidsovereenkomst van kind?
A
1 week
B
4 weken
C
1 maand
D
1 jaar

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor werknemersorganisatie?
A
Bedrijfstak
B
CAO
C
Vakbond
D
Werkgeversorganisatie

Slide 6 - Quizvraag

Hassan gaat werken als advocaat met een proeftijd van 2 maanden. Na 40 dagen stopt ie met werken. Mag dat?
A
Ja, want hij zit nog in zijn proeftijd
B
Ja, want hij heeft geen opzegtermijn
C
Nee, want alleen een werkgever mag dat
D
Nee, want hij heeft een contract, luie donder

Slide 7 - Quizvraag

De hoogte van het loon is afhankelijk van de functie, loonschaal en ....?
A
Afspraken in de CAO
B
Het werk dat je gaat doen
C
Loontrede
D
Of je baas je mag

Slide 8 - Quizvraag

Welke van de volgende sectoren (bedrijfstak) is verzonnen?
A
Horeca
B
Techniek
C
Wapenhandel
D
Zorg

Slide 9 - Quizvraag

Minimumloon is voor iedereen hetzelfde, ongeacht je geslacht, afkomst, leeftijd of inkomen.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 10 - Quizvraag

Wat heeft invloed op je minimumloon?
A
Afkomst
B
Geslacht
C
Inkomen
D
Leeftijd

Slide 11 - Quizvraag