Respect Leskanaal
by Respect Foundation - Week van Respect

VO - Elke stem telt! (voor Provinciale Staten- en waterschapsverkiezingen)

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Introductie: Elke stem telt!
In Nederland hebben we een democratie. Dit betekent dat alle inwoners met stemrecht mogen meebepalen wie, wat en hoe we in Nederland bepaalde dingen regelen.

Dit gebeurt middels verkiezingen en het uitbrengen van stemmen! Binnenkort gaan we naar de stembus voor de provinciale Staten en waterschapsverkiezingen.

Waar stemmen we dan over? Hoe dat zit gaan we ontdekken in deze les.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zit dat ook alweer? 

Iedere Nederlander boven de 18 jaar met kiesrecht krijgt een oproep om te stemmen. Je verliest dit recht alleen door hele zware misdaden te plegen (en als je dus letterlijk in de gevangenis zit). 

In sommige landen zijn er andere regels voor kiesrecht, maar bijna overal ter wereld mogen alle volwassenen meestemmen. 

Gebruik eventueel het onderstaande filmpje:

https://www.hoewerktstemmen.nl/nl/

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je nodig om te stemmen? 

Het enige dat je mee moet nemen is je stempas en je ID-bewijs. Mag je stemmen? Dan ontvang je de stempas persoonlijk via de post. Op de dag van de verkiezingen neem je deze samen met je ID-bewijs mee naar het stemlokaal in de buurt.  

Slide 4 - Tekstslide

Je stemt anoniem  

Stemmen doe je alleen! Je bepaalt zelf op wie je stemt en hoeft dat aan niemand te vertellen. In het stemlokaal breng je je ‘stem’ uit in een afgesloten stemhokje. Vóór de verkiezingsdag krijg je met de post een kandidatenlijst. Hierop staan alle partijen en hun mensen waar je op kunt stemmen. Deze lijst lijkt exact op het stembiljet van het stembureau. Denk van tevoren dus goed na op wie je gaat stemmen. Niet alleen de partij, maar ook de persoon!  

Kruis je voor de grap of per ongeluk te veel aan, dan is je stembiljet ‘ongeldig’ en telt hij niet mee.  

Slide 5 - Tekstslide

15 maart - Provinciale statenverkiezingen? 

Hmmm... De Provinciale Staten- en waterschapverkiezingen?  
Waar stem ik dan eigenlijk op?  

Tweede Kamer  
De bekendste verkiezingen zijn de Tweede Kamerverkiezingen. Deze krijgen ook de meeste aandacht in de media. Het gaat hierbij om het kiezen van de 150 leden van de Tweede Kamer. Het volk kiest! Dit gebeurt om de vier jaar. Maar… ontstaat er ruzie binnen het kabinet of maken ze een grote beslissingsfout? Dan kan het zomaar zijn dat het kabinet moet opstappen (dit noem je ‘het kabinet valt’). 
Als dat gebeurt, is het eerder tijd voor verkiezingen. 

Stemmen 15 maart 
Op 15 maart staan er andere verkiezingen voor de deur. Namelijk de Provinciale staten- en de waterschapsverkiezingen. Deze zijn ook om de vier jaar. 

Slide 6 - Tekstslide

Provinciale Staten: Onze 12 Provincies

In Nederland zijn er 12 provincies. (Kennen jullie ze nog allemaal?). 

Bij de provinciale statenverkiezingen gaat het om wat er gebeurt in jouw provincie. In elke provincie wordt van alles besloten. De beslissingen van jouw provincie gaan vooral over jouw omgeving en hebben veel invloed op jouw dagelijks leven.  

De provinciale staten wordt gevormd door mensen in de politiek. De mensen die al deze beslissingen nemen, noemen wij de statenleden. Zij zijn gekozen om te beslissen over plannen van jouw provincie.  

Slide 7 - Tekstslide

Taken Provinciale Staten  

De statenleden bepalen bijvoorbeeld waar nieuwe wegen, fietspaden, huizen, groen of bedrijven komen. Maar bijvoorbeeld ook waar de bussen stoppen en mogen rijden. En ook maken zij beslissingen over het beschermen van de natuur en het klimaat in jullie provincie. Dit doen zij in veel overleg met alle gemeentes (dorpen en steden) in de provincie. Best belangrijke dingen, dus! 

Slide 8 - Tekstslide

Jouw stem, jouw mening! 

Deze statenleden horen bij een politieke partij. En elke politieke partij vindt andere dingen belangrijk. Als jij gaat stemmen bij deze verkiezingen, kies jij mee wie er in de Provinciale Staten komen van de Provincie waarin jij woont. Stem dus altijd op een persoon in van een partij die dezelfde dingen belangrijk vindt als jij.  

Gebruik eventueel dit filmpje van Prodemos:

https://www.youtube.com/watch?v=j3fLcqGWh68

Slide 9 - Tekstslide

Waterschapsverkiezingen 
 
Wat zijn de waterschapsverkiezingen? 

Het bestuur van het waterschap beslist over hoe we om gaan met water. Water is heel erg belangrijk voor Nederland. Er moet genoeg water zijn in sloten en rivieren. Dat is belangrijk voor de natuur, schepen, maar ook voor het werk van de boeren. Daarnaast moet water ook schoon zijn (zodat je er bijvoorbeeld 's zomers in kunt zwemmen).  

De waterschappen zorgen er ook voor dat Nederland niet overstroomt door sterke dijken en genoeg ruimte voor rivieren. Als jij gaat stemmen op de waterschappen bepaal jij mee over wie van welke partij er in het bestuur van jouw waterschap komen. Ook hier vinden verschillende partijen verschillende dingen belangrijk. Stem dus ook echt op een partij die dezelfde dingen belangrijk vindt als jij.  

Slide 10 - Tekstslide

Taken waterschap  

Een waterschap houdt zich bezig met genoeg en schoon water en bescherming tegen te véél water. Om dat te kunnen doen, betaal je belastingen aan het waterschap. 

De taken van een waterschap zijn: 

1. Waterstand regelen met bijvoorbeeld gemalen en sluizen; 
2. Afvalwater zuiveren; 
3. Dijken beheren; 
4. Natuurbeheer in en aan het water; 
5. Kwaliteit zwemwater controleren.  

Gebruik eventueel dit filmpje van Prodemos:

https://www.youtube.com/watch?v=rZs0fugPQKo

Slide 11 - Tekstslide

Samenwerken in een ‘Coalitie’

Een coalitie is een ander woord voor een samenwerkingsverband. De partij die na de verkiezingen de meeste stemmen heeft, mag als eerste de partijen uitkiezen met wie zij wil en kan samenwerken. Samen vormen zij een coalitie.
De partijen die gaan samenwerken zijn de partijen die de meerderheid van de stemmen hebben gehaald. Meerdere partijen met verschillende standpunten moeten gaan samenwerken om een coalitie te vormen. Dat kan best lastig zijn.
Lukt het niet om een coalitie te vormen, dan verdelen ze verschillende taken en afdelingen onder partijleden: de statenleden! Deze nemen dan samen de beslissingen.

Slide 12 - Tekstslide

Meeste stemmen gelden! Waarom zou je gaan stemmen? 

Tegenwoordig zeggen mensen vaak “Wat maakt het nou uit, mijn stem heeft toch geen zin!”. Dat klopt niet helemaal. Elke stem geeft een partij meer macht in de gemeente, provincie, Eerste en/of Tweede Kamer. Eén stem van een Kamerlid kan al genoeg zijn om een wet juist wel of niet door te laten gaan.  

In een democratie* blijft het zo dat ‘de meeste stemmen gelden’. Dus hoe meer leden van een partij in de gemeenteraad, het provinciebestuur of de Eerste of Tweede kamer zitten, hoe meer invloed die partij heeft. Alle verkiezingen zijn dus belangrijk en iedere stem telt mee. Altijd stemmen dus! 

*Democratie is een manier waarop je een land kunt besturen. In een democratie heeft het volk het voor het zeggen. Het volk kiest wie hun ‘stemmen’ vertegenwoordigen. En al deze partijen moeten dus samenwerken om het beste voor alle Nederlanders te regelen! 
 

Slide 13 - Tekstslide

Wat je belooft moet je doen!  

In de verkiezingstijd beloven partijen veel om stemmen te winnen. Het is voor het volk natuurlijk belangrijk dat de partijen deze beloftes ook echt nakomen. Dat is soms lastig, vooral als je als partij (om een meerderheid te krijgen) samen moet gaan werken met een partij die heel andere dingen belooft. Samen moeten de partijen er zo goed mogelijk uitkomen, voordat ze kunnen gaan regeren. Na de verkiezingen kost het altijd veel tijd om goede afspraken met elkaar te maken.  

Slide 14 - Tekstslide

Waarom is stemmen zo belangrijk? 

We hebben veel geleerd over stemmen en de verkiezingen van de Provinciale Staten en waterschap. We leerden ook waarom het belangrijk is om je te laten horen. Natuurlijk zullen er soms beslissingen worden gemaakt in de politiek waar je het niet mee eens bent, maar als je helemaal niet gaat stemmen weet je zeker dat je stem niet wordt gehoord.

Bekijk het filmpje van Prodemos:

https://www.youtube.com/watch?time_continue=82&v=AtE8u3comGQ&feature=emb_logo 
 
De grootste groep ‘niet-stemmers’ zijn nog altijd de jongeren van 18 t/m 25 jaar. Dat is jammer, want jongeren hebben juist een belangrijke visie op en rol in de toekomst.  

Het is júllie toekomst!  
Dus… als je 18 bent… LAAT je stem horen! 

Slide 15 - Tekstslide

Deel 2: KlassenKabinet Let’s Go! 

We gaan aan de slag met onze eigen politieke standpunten. Wat vinden we nou écht belangrijk? De leerlingen denken eerst individueel na en vormen vervolgens met een aantal anderen een partij. Wat zijn de gezamenlijke idealen? Wat wordt jullie partijnaam en waarom moeten mensen op jullie stemmen? 

Slide 16 - Tekstslide

Standpunten werkblad 

Individueel: 
Elke leerling start met een standpunten-werkblad, deel ze uit of laat elke leerling hem downloaden. Elke leerling kiest uit de standpunten de drie belangrijkste en kruis deze aan, omcirkelt ze of klikt ze digitaal aan. Er zijn twee lege vakjes voor eigen ideeën, mocht jouw mening/standpunt er niet tussen staan.. 

 

Slide 17 - Tekstslide

Vorm je partij 

Deel het werkblad ‘KlassenKabinet’ uit of laat de leerlingen het downloaden.  

In groepjes:  
Vorm willekeurige groepen van drie á vier (in de klas of via break-out rooms.)  
In je groepje bespreek je welke drie standpunten iedereen heeft. Wat vinden jullie van elkaars standpunten? Waarin kan jij je vinden en waarover vormt zich een discussie? Het kan zijn dat er verschillende meningen zijn. Bij deze oefening is het de truc om de overeenkomsten te vinden. 

Kom gezamenlijk tot vijf partijpunten. Wat vinden jullie belangrijk? Waar gaan jullie je voor inzetten? Zoek naar de overeenkomsten! 

Tip: Vergeet niet jullie namen rechts boven in het werkblad in te vullen. Het is handig als één iemand in het groepje dingen noteert.  

Slide 18 - Tekstslide

Partijnaam en manifest 

Hebben jullie je vijf punten? Dan is het tijd om je partij een naam te geven en een kort manifest* te schrijven. Waarom moeten mensen op jullie stemmen? Waar maken jullie je hard voor? Lever deze in bij de docent.  

*Manifest: een korte en duidelijke beschrijving van jullie meningen over het standpunt. 

Slide 19 - Tekstslide

Afsluiting
 
Sluit de les af door een aantal partijen te vragen hun manifest voor te lezen en de bijbehorende standpunten. De rest van de groep kan hierop reageren. Zijn klasgenoten het echt oneens? Vraag dan naar hun manifest en standpunten! Bepaal zelf of je elk groepje aan het woord wilt laten of maar een aantal programma’s uitlicht.  
 
Je kunt de les afsluiten met een aantal reflectievragen.  

Maak eventueel gebruik van onderstaande voorbeelden:  

Proces: 
- Wat vonden jullie ervan?  
- Was het moeilijk?  
- Heb je verrassende standpunten van je klasgenoten gehoord?  
- Hebben jullie misschien al een rolverdeling binnen jullie partij ontdekt?  
- Wie is er bijvoorbeeld minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap? En wie de minister van Financiën? 

Inhoud: 
- Waarom zijn de Provinciale Staten- en waterschapverkiezingen belangrijk?  
- Zou je gaan stemmen als je 18 bent? 
- Heb je het idee dat we in Nederland in een democratie leven? 
- Zou je zelf statenlid willen zijn? Waarvan? - Wat zouden je standpunten zijn? 
- Ken je de namen van partijen in Nederland en waar ze voor staan? 
- Zou je dat uitzoeken als je kiesrecht hebt? Waarom wel/niet? 
- Weet je nu wat een coalitie is?  
- Weet je nu wat de provinciale staten zijn?  
- Weet je nu wat statenleden zijn?  
- Weet je nu wat een kabinet is?  
- Weet je nu wat een regering is?  
- Weet je nu wat de waterschapsverkiezingen zijn?  

 
 

MEER POLITIEK? 
TIP - Wil je de leerlingen ook echt laten stemmen? Geef de leerlingen dan op een ander moment in de week een stembiljet met de namen van jullie partijen. Laat ze anoniem aankruisen welke partij en -lid hun voorkeur heeft. De partij met de meeste stemmen mag bepalen met welke groepjes ze een coalitie willen vormen. Let op; het aantal leerlingen in de coalitie moet de meerderheid van de klas zijn! De rest voert oppositie. Laat de coalitie een week lang klassenregels bepalen die passen bij hun standpunten. 

Voorbeeld:   
Is ‘groen gewoon doen’ aan de macht dan gaat de kachel uit en wordt afval gescheiden. 
Is ‘vrijetijd &vrijheid’ aan de macht, tja… dan misschien even geen huiswerk deze week! 

Slide 20 - Tekstslide

Leeg