Respect Leskanaal
by Respect Foundation - Week van Respect

VSO - Stemmen

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
politicologieBurgerschap+2Speciaal Onderwijs

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Introductie

Stemmen: Met deze les leggen we uit wat stemmen is en daar gaan we ook mee oefenen. We stemmen omdat we in een democratie leven. Maar wat betekent democratie eigenlijk? En wat vind ík eigenlijk belangrijk? Ga met je klas aan de slag met het begrip ‘stemmen’ en laat de leerlingen ervaren hoe het is om zelf ergens op te stemmen.

Instructies

Deze les heeft een stembiljet als bijlage.
Deze kun je printen en in vieren knippen.

  • stembiljet (vier ll.)
Doel van de les    
Met deze les maken de leerlingen kennis met stemmen, de verkiezingen en enkele begrippen die daarbij horen.
Werkvormen   
Klassikale informatieve les, individueel je standpunten kiezen en in groepsverband reflecteren op je keuze en het proces
Kennis/competenties/vaardigheden   
Basiskennis over stemmen en de verkiezingen, mening vormen en onder woorden brengen, dialoog voeren.


Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Stemmen!
Met deze les leggen we uit wat stemmen is en daar gaan we ook mee oefenen.
We stemmen omdat we in een democratie leven. Maar wat betekent democratie eigenlijk? En wat vind ík eigenlijk belangrijk?

Ga met je klas aan de slag met het begrip ‘stemmen’ en laat de leerlingen ervaren hoe het is om zelf ergens op te stemmen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zit het nou precies?

Politieke partijen
In Nederland kennen we verschillende politieke partijen. Een politieke partij is een groep mensen die met elkaar dezelfde dingen willen voor Nederland. De een is bijvoorbeeld voor grotere snelwegen en de ander juist voor minder vervuiling en auto’s op de weg.

Elke politieke partij heeft andere ideeën. Ben je het eens met wat een partij vindt? Dan kun je hier op stemmen tijdens de verkiezingen.

Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder mag stemmen. Degene die mag stemmen heeft ‘stemrecht’. Je kan dit stemrecht kwijtraken als je iets doet dat niet mag volgens de wet en in de gevangenis zit.

In sommige landen zijn er andere regels voor het stemmen, maar bijna overal ter wereld mogen alle volwassenen stemmen.

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je nodig om te stemmen?

Als je gaat stemmen heb je je ID-bewijs en een stempas nodig. Je ID-bewijs (identiteitsbewijs) is je paspoort of een pasje waar op staat wie je bent. Een stempas is een briefje waarmee alleen jij mag stemmen. Je krijgt deze via de post. Op de dag van de verkiezingen neem je deze samen met je ID-bewijs mee naar het stemhokje.


Slide 4 - Tekstslide

Stemhokje…
Stemhokjes staan (op de verkiezingsdag) op verschillende plekken in de stad. Bijvoorbeeld in een school, het stadhuis of bij een sportclub. Je stemt in een stemhokje. Dit is een hokje met 3 muren. Hierin zet je op een groot vel papier een kruisje bij de politieke partij waar jij het mee eens bent.

Stemmen doe je alleen. Je bepaalt zelf op wie je stemt en hoeft dat aan niemand te vertellen.

Kruis je voor de grap of per ongeluk te veel aan, dan telt jouw stem niet mee…
Helaas pindakaas!

Slide 5 - Tekstslide

De meeste stemmen gelden! Waarom zou je gaan stemmen?

Wij wonen in een democratie. Wat is dat…?

In een democratie mogen alle mensen meebeslissen over belangrijke keuzes die er gemaakt worden. Dit doen we door hierover te stemmen. Je mag dan laten weten of je het ergens wel of niet mee eens bent.
Iedere stem telt dus mee!

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht: stemmen

We gaan nu zelf stemmen!
Wat vinden jullie zelf belangrijk?
Deel de stembiljetten uit in de klas.   

TIP: Je kunt ook zelf standpunten verzinnen die beter bij jouw klas passen.
Gebruik hiervoor de lege slide aan het eind.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen aankruisen op hun stembiljet waar zij voor stemmen. Wat zouden ze het liefst willen?

Let op! Stemmen doe je anoniem, niemand hoeft te weten waar jij op stemt!

Tip: Als je de lege slide gebruikt en zelf ideeën verzint, dan kun je kiezen voor iets dat je ook echt kan uitvoeren. Zo maak je extra indruk met het stemmen.

Slide 8 - Tekstslide

Laat de leerlingen nu hun stembiljet dubbel vouwen en inleveren zoals bij een stembureau.

Tip: gebruik hiervoor een (schoenen)doos met een gleuf erin. Zet deze op je bureau, zo lijkt het net echt!


Slide 9 - Tekstslide

Tel de stemmen door op het bord mee te turven. Welk idee heeft gewonnen?

Slide 10 - Tekstslide

Afronding
Sluit de les af door kort te reflecteren op de les.
Maak evt. gebruik van onderstaande reflectievragen:

Reflectievragen
Proces:

  • Wat vonden jullie van de opdracht?
  • Was het moeilijk om te kiezen?
  • Had jouw idee de meeste stemmen en hoe voelt dat?
  • Etc.

Inhoud:
  • Zou je zelf gaan stemmen als je 18 bent?
  • Waarom is het belangrijk om te stemmen?
  • Wie zou er wel minister willen worden? Waarvan? En wat zou je standpunt (idee) zijn?
  • Etc.


Slide 11 - Tekstslide

Lege slide voor eigen standpunten