Troef
LOB Methode - Jij hebt de kaarten al in handen

Troefkaart 2 - Reflectieopdrachten

Troefkaart 1
Reflectieopdrachten
Je hebt de kaarten al in handen!
voor Wiskunde / Rekenen / NLT / Muziek / CKV / Biologie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesLevensbeschouwing+25Middelbare schoolPraktijkonderwijsSpeciaal OnderwijsVoortgezet speciaal onderwijsMBOISK

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Introductie

LOB in 'jouw' vak! Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) is niet alleen iets van de mentorles. Leerlingen ontdekken hun drijfveren, talenten en motivatie pas echt als ze die leren herkennen in verschillende vakcontexten. Daarom bieden we per Troefkaart een les aan met korte, praktische, vakspecifieke verwerkingsopdrachten aan die vakdocenten eenvoudig kunnen inzetten in hun eigen les. Bij Troefkaart 2 kozen we voor de vakken Rekenen, Muziek en Biologie. Elke opdracht sluit direct aan op het thema Drijfveren. De lesideeën helpen leerlingen verbanden te leggen tussen wat hen drijft en wat ze leren of ervaren in het vak. Dat versterkt hun zelfinzicht én de relevantie van het vak. Of je nu werkt aan het vergroten van inzicht in energiebronnen (biologie), het vertalen van drijfveren naar cijfers en tijd (rekenen), of het koppelen van motivatie aan muziekkeuzes (muziek) — deze opdrachten zijn laagdrempelig en betekenisvol. Ze zijn inzetbaar binnen één les, vragen weinig voorbereiding, en zorgen voor waardevolle reflectie. Gebruik ze los of als aanvulling op je bestaande lesprogramma. Zo draag je als vakdocent bij aan een schoolbrede LOB-aanpak, zonder dat het ten koste gaat van je vakinhoud.

Instructies

De opdracht integreren in jouw les?
Je kan deze opdracht op drie manieren in jouw les integreren:

Manier 1:
  1. Sla de les op en open deze in de lesbewerker.
  2. Deselecteer de slides niet in jouw taal geschreven staan. Dit doe je door op het oogje te klikken, rechts naast de minitatuurslides in de lesbewerker. Deze slides worden dan transparant.
  3. Je kunt de les nu geven. Tijdens het geven van de les worden de gedeselecteerde slides niet getoond.
Manier 2:
  1. Ga naar het lesoverzicht in het kanaal.
  2. Bepaal welke slides je wilt toevoegen aan jouw les.
    Klik, rechtsboven in de hoek van de slides op het driehoekje.
  3. Klik vervolgens op 'Gebruik in mijn les'. De slide wordt dan meteen aan jouw les toegevoegd.
Manier 3:
  1. Sla de les op en open deze in de lesbewerker.
  2. Klik op het zwarte sterretje boven in de menubalk om de slides die wilt integreren aan je favorieten toe te voegen.
  3. Open vervolgens iedere willekeurige les waaraan je deze opdracht wil toevoegen. Klik links op 'Voeg toe' en dan in het geopende menu rechtsboven op de blauwe knop 'Favorieten'. Je krijgt dan een overzicht van de slides die jij als favoriet hebt opgeslagen.
  4. Klik onder de betreffende slide(s) op 'Gebruik in mijn les'. De slide staat dan direct in jouw les.
Staan de slides eenmaal in jouw eigen les, dan kan je de inhoud naar eigen inzicht aanpassen en toespitsen op jouw leerlingen, lesstof en/of taalniveau.

Onderdelen in deze les

Troefkaart 1
Reflectieopdrachten
Je hebt de kaarten al in handen!
voor Wiskunde / Rekenen / NLT / Muziek / CKV / Biologie

Slide 1 - Tekstslide

Voor de docent

Reflectieopdrachten
Bij iedere troefkaart wordt ook een aantal vakspecifieke opdrachten aangeboden om iedere docent uit te dagen LOB in hun lessen op te nemen en de leerlingen te motiveren 
Hoe kan je met jouw vak
De open vragen maken het eenvoudig om LOB-onderwijs in jouw vak te integreren. Je helpt leerlingen bewust te worden van hun kwaliteiten, drijfveren en versterkt daarmee de motivatie. Daarnaast wordt het je zo makkelijker gemaakt om gesprekken over de toekomst op een betekenisvolle manier aan te gaan.

Ieder thema van Troef heeft zijn eigen 5 vragen. Als vakdocent voeg je die vraag aan je les toe, die het meest aansluit bij jouw vak of jouw persoonlijkheid.

De vragen voeg je eenvoudig aan je les toe door:
  1. In het lesoverzicht rechtsboven in de miniatuur slide te klikken op het driehoekje en op 'Gebruik in mijn les'. De slide staat dan direct in de les die je op dat moment aan het maken bent.
  2. - Sla de les op en open deze in de lesbewerker.
    - Vervolgens klik je boven in de menubalk op het sterretje. Zo voeg je de slide toe aan je favorieten.
    - Wil je de slide in je les plakken, klik dan op 'Voeg toe' en vervolgens op 'Favorieten' (de blauwe knop rechtsboven in het menu).
Hoe gebruik je deze tool als docent?
  • Voeg een van de vragen toe aan je les. 
  • Neem de antwoorden bewust op en stel gerichte vervolgvragen.
  • Maak het gesprek, wanneer mogelijk, persoonlijk. En vertel ook over je eigen ervaringen.
  • Documenteer de belangrijkste inzichten die een leerling deelt. Dit kan helpen om het gesprek later voort te zetten.
Troefkaart 1
Mijn drijfveren in cijfers
Je hebt de kaarten al in handen!
Reflectie-opdracht voor Wiskunde / Rekenen / NLT

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Troefkaart 2 - Drijfveren
Welke drijfveer zie jij het meest terug in je dagelijks leven?
Draai de kaarten om en maak een grafiek of mini-infographic waarin je het antwoord op de vragen laat zien:

Slide 3 - Tekstslide

Voor de docent
Hoe doel van de opdracht:
De leerlingen krijgen inzicht in hoe hun drijfveren terugkomen in het dagelijkse leven en hoe ze invloed hebben op hun tijd en energie.

Achter iedere hotspot zit een verdiepende opdracht. Bepaal zelf in hoeverre je deze (allemaal) laat uitvoeren.

Benodigdheden:
- Papier
- (Kleur-)potloden, stiften, etc.
- (Evt devices als leerlingen hun verwerking digitaal mogen maken.)

Deze creatieve rekenopdracht laat leerlingen op een wiskundige manier nadenken over hun drijfveren, energie en tijdsbesteding. Een mooie kans om persoonlijke ontwikkeling en wiskundige vaardigheden te combineren!

Wat doen de leerlingen?
Ze maken een mini-infographic of grafiek waarin ze:
  • Hun vier belangrijkste drijfveren koppelen aan hun weekindeling.
  • Inzicht geven in hoeveel tijd ze besteden aan dingen die hen energie geven – of juist kosten.
  • Werken met verhoudingen, percentages, grafieken of energiemeters.
Tip 1:
Help leerlingen die vastlopen bij het kiezen van een passende grafiekvorm (taartdiagram, staafdiagram, assenstelsel, etc.). Geef voorbeelden van hoe je overzichtelijk verschillende componenten en de onderlinge verhouding zichtbaar maakt.
Tip 2:
Laat ze nadenken over wat ze uit de cijfers kunnen afleiden (bijv. balans tussen energiegevers en -slurpers).
Tip 3:
Geef ruimte voor creativiteit: cijfers, maar ook kleur, vorm en betekenis.

Troefkaart 2 - Drijfveren
Upload hier jouw grafiek of infographic.

Slide 4 - Open vraag

Voor de docent
Werk je met devices? Dan kan je de leerlingen een foto laten maken van hun grafiek/infographic en deze hier laten uploaden.
De onderlinge resultaten zijn dan goed bespreekbaar met de klas, in een individueel gesprek met de leerling of met bij oudergesprekken.
Troefkaart 1
Drijfveer-playlist
Je hebt de kaarten al in handen!
Muziek / CKV

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Troefkaart 2 - Drijfveren

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Troefkaart 2 - Drijfveren
Welke nummers passen bij jouw drijfveren? 
Bedenk per drijfveer:
  • Welke sfeer hoort bij deze drijfveer?
  • Welke muziek past daarbij? 
Leg per nummer uit:
  • Waarom past dit nummer bij jou?
  • Waarom heb je deze muziek bij de drijfveer gekozen? Is het de tekst, de beat, de energie of het gevoel?
Vertel eens...
  • Wanneer zet jij deze playlist op?
  • Wat doet deze muziek met jouw energie?
Bekijk je playlist.
  • Welk nummer past het best bij dit moment?
  • Herken in wat je nu doet een van jouw drijfveren?
  • Wat zou er gebeuren als je een van deze nummers opzet als je ergens écht geen zin in hebt?
Playlist ruil
Ruil je playlist met die van een klasgenoot en beantwoordt samen de volgende vragen:
  • Welke sfeer roept jouw playlist bij mij op? 
  • Ik vind dit duidelijk jouw playlist, omdat ...
  • Dit liedje in jouw playlist zou ook in de mijne kunnen staan

Slide 7 - Tekstslide

Voor de docent
Duur: ±30 minuten

Deze opdracht combineert reflectie met creativiteit en cultuur. Muziek werkt persoonlijk en associatief. Door liedjes te koppelen aan hun drijfveren leren leerlingen hun eigen motivatie herkennen én onder woorden brengen. Dit versterkt zelfkennis en eigenaarschap.

Instructie:
  • Laat leerlingen werken op papier, in een app of op een online platform.
  • Stimuleer uitwisseling: laat tweetallen of groepjes hun playlist bespreken.
  • Wil je het delen in de klas? Laat leerlingen hun “track van de week” toelichten.
Benodigdheden:
  • Laptop, telefoon of schrift
  • Optioneel: toegang tot Spotify, YouTube
Tip 1:
Laat leerlingen ook een titelbeeld ontwerpen voor hun playlist met een korte quote of motto dat hun drijfveren samenvat.
Tip 2:
Maak een groeps-playlist. Iedere leerling kiest het nummer dat nu goed voelt. Wanneer de leerlingen zelfstandig werken, zet je deze playlist op.
Bespreek naderhand:
- Wat roept deze playlist bij jullie op?
- Versterkt muziek je stemming?
- Helpt deze playlist tijdens de les?
- Kan muziek je stemming ook veranderen? Zowel positief als negatief?




Troefkaart 1
Drijfveren zijn gezond!
Je hebt de kaarten al in handen!
Biologie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat merk je aan jezelf als je iets doet dat je eigenlijk niet leuk vindt of waar je niet achter staat?
Troefkaart 2 - Drijfveren
Wat merk je aan jezelf als je iets doet dat je eigenlijk niet leuk vindt of waar je niet achter staat?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

_______
_____
Vijf biologische effecten
Wat doet het met je lijf als je werk doet dat je géén energie geeft?
Vijf biologische effecten
_____
.
.
_________________
______
___
Je hart werkt te hard.
Als je je elke dag aanpast of dingen moet doen die niet bij jou passen, gaat je hart vaak tekeer. Niet van enthousiasme, maar van stress. Je hart pompt harder, alsof je constant ‘aan’ moet staan. Op de lange duur kan dat je uitputten — letterlijk en figuurlijk. Je hart klopt het liefst voor iets waar jij in gelooft.
❤️
Je hersenen raken overprikkeld of juist verveeld.
Als je elke dag iets doet wat je niet leuk vindt of waar je geen energie van krijgt, raken je hersenen overbelast. Je stresssysteem blijft ‘aan’ staan. Dat kost bakken energie en zorgt ervoor dat je je moe, prikkelbaar of somber voelt. Je hoofd snakt dan naar een pauze — of naar iets wat wél bij je past.
🧠
.
______________
Je hart werkt te hard.
Je buik weet het vaak als eerste als je ergens niet op je plek zit. Iets doen dat tegen je gevoel in gaat, kan zorgen voor vage buikpijn, onrust of een misselijk gevoel. Ook je darmen reageren op wat jij voelt, zelfs als je dat zelf nog niet goed doorhebt. Luister dus niet alleen naar je hoofd, maar ook naar je buik.
🤢
Spieren onder spanning
Werk je te lang tegen je gevoel in? Dan zetten je spieren zich schrap. Je loopt letterlijk met je schouders opgetrokken of je kaken op slot. Dat voelt niet alleen vervelend, maar je lijf raakt er ook gespannen of moe van. Ontspanning begint vaak met dingen doen die écht bij jou passen.
💪
.
__________________________
.
___
__________________________________
___________
Hormonen in de stress
Je bijnieren blijven stresshormonen aanmaken, als je werk doet waar je niet gelukkig van wordt. Die hormonen zijn er om je een snelle oppepper te geven, voor als je moet vechten of vluchten. Maar als je die hormonen langdurig blijft aanmaken door stress, raakt je lijf uitgeput. Je voelt je gespannen, moe of snel overprikkeld. Je stresssysteem is ingesteld om in te spellen op snelle acties, niet om voor lange tijd op scherp scherp te staan.
🧪

Slide 10 - Tekstslide

Voor de docent
Vak: Biologie
Duur: 20-30 minuten

Doel: Leerlingen begrijpen hoe motivatie (drijfveren) invloed heeft op lichaam en geest, en herkennen signalen van stress en vermoeidheid.

Introductie:
In deze les kijken we niet naar spieren of organen, maar naar iets wat iedereen dagelijks voelt: motivatie. Of juist het gebrek daaraan. Wat doet het met je lichaam als je steeds dingen moet doen waar je geen energie van krijgt?


timer
1:00
timer
0:00
Troefkaart 2 - Drijfveren
Wat doet een niet uitdagende taak met jou? 
Klik op de hotspot hieronder en zet de timer.
Je hebt 5 minuten om deze tekst letterlijk over te schrijven
Klik op de afbeelding om deze te vergroten.
📄

Slide 11 - Tekstslide

Voor de docent
Deze opdracht is om leerlingen te laten ervaren wat een nutteloze opdracht met hen doet. De tekst is bewust saai  en betekenisloos voor leerlingen, waardoor hij vrijwel geen enkele drijfveer aanspreekt.

Instructie
- Zorg dat de leerlingen klaar zitten met pen en papier, start de timer en klik dán de tekst aan.
- Observeer: Kijk goed naar je leerlingen deze 5 minuten. Welke vormen van 'stress' zie je ontstaan? Denk aan houding, wiebelen, afraffelen, zuchten, klagen, lachen, verzet?
En zie je ook leerlingen die deze opdracht fijn vinden? Alles kan en wat zegt dat over hun drijfveren?
Bespreek: Benoem wat je hebt gezien tijdens de 5 minuten. Hadden de leerlingen zelf door wat ze deden? Wat maakt deze opdracht zo afstotend voor de meeste drijfveren:
   * Geen uitdaging of creativiteit
   * Geen interactie of zingeving
   * Volledig controlegericht, zonder 
      eigen inbreng
   * Geen link met persoonlijke 
      ontwikkeling of talenten
- Conclusie/Moraal: Dit was een opdracht van 5 minuten. Daarin lieten jullie al zoveel stresssignalen zien. Wat als je dit soort werk maanden achtereen moet doen? Wat zou dat met je doen?

Tip:
Bepaal zelf in hoeverre je de leerlingen de volle 5 minuten laat schrijven. Voor sommige groepen zal dit te lang zijn. Je past de timer eenvoudig aan naar een tijd die past bij jouw leerlingen.
Troefkaart 2 - Drijfveren
Wat doet een niet uitdagende taak met jou? 
Klik op de spinner en beantwoord de vraag.

Slide 12 - Tekstslide

Voor de docent
Klassikale terugkoppeling (5–10 min)
Vragen voor de docent:
Je kan, wanneer leerlingen moeite hebben met de vragen persoonlijk te beantwoorden, klassikaal de volgende vragen kunnen stellen
- Wie herkende signalen van weerstand in zijn lijf?
Wat verraste je?
Hoe zou je dit herkennen in je echte school- of werksituatie?

Laat leerlingen zelf verbanden leggen. De kunst is dat ze gaan beseffen “mijn lijf protesteert als ik te lang iets doe dat niet bij me past”.
Troefkaart 1
Je hebt de kaarten al in handen!
Klik hier voor de volgende troef

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies