Vrije tijd
Van dierentuin tot luchtvaartmuseum

Je ziet ze vliegen

Ik zie ze vliegen
groep 3-4

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekBasisschoolGroep 3,4

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Instructies

Werkbladen

Onderdelen in deze les

Ik zie ze vliegen
groep 3-4

Slide 1 - Tekstslide

Heb je weleens gevlogen?
Waarheen ?

New York
PARIJS
Thailand
Rome

Slide 2 - Woordweb

Schrijf woorden op die met vliegen te maken hebben
Vleugels
Opstijgen
Motor
Vliegveld

Slide 3 - Woordweb

Waarom vliegt een vliegtuig?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Wat is zwaartekracht?
A
Iets zwaars dat je kunt optillen.
B
Iemand die heel sterk is.
C
Dat je gewichtloos bent in de ruimte.
D
De aarde die jou of dingen naar zich toe trekt.

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Vleugels van vliegtuigen
De wind duwt aan de onderkant van de vleugels.
Hoe groter de vleugels hoe gemakkelijker het vliegtuig dus zweeft.

Slide 9 - Tekstslide

Vleugels van vliegtuigen
Als de vleugels klein zijn dan moet het vliegtuig krachtige motoren hebben om het vliegtuig vooruit te krijgen. Hij kan dan wel heel snel.

Slide 10 - Tekstslide

Kan een vliegtuig zonder motor vliegen?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Instructiefilmpjes 
vliegtuigen vouwen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Vliegtuigen kunnen met hun vleugels ook kleppen open en dicht doen om zo te sturen.

Slide 19 - Tekstslide

Stuurtips!    Maak aan de achterkant van beide vleugels
                      twee kleine 'knipjes'.
Gaat je vliegtuig naar rechts?
Buig de 'knipjes' van de linkervleugel omhoog en/of
buig de 'knipjes van de rechtervleugel omlaag.
Gaat je vliegtuig naar links?
Buig de 'knipjes' van de linkervleugel omlaag en/of 
buig de 'knipjes van de rechtervleugel omhoog.

Slide 20 - Tekstslide

Stuurtips!    Maak aan de achterkant van beide  
                      vleugels twee kleine 'knipjes'.
Gaat de neus van je vliegtuig te veel naar boven?
Buig de 'knipjes' van beide vleugels omlaag. 
Gaat de neus van je vliegtuig te veel naar beneden?
Buig de 'knipjes' van beide vleugels omhoog.

Slide 21 - Tekstslide

Wat hoor je precies?
Fragment 1
Je hoort verschillende vliegtuigen maar...

Slide 22 - Tekstslide

Wat voor soort vliegtuig hoor je?
Fragment 2
Je hoort verschillende vliegtuigen maar...

Slide 23 - Tekstslide

Wat voor soort vliegtuig hoor je?
Fragment 3
Je hoort verschillende vliegtuigen maar...

Slide 24 - Tekstslide

Van oude tot nieuwe vliegtuigen
Fokker Spin, 1912
Fokker 100, 1980

Slide 25 - Tekstslide

Sleep de vliegtuigen van oud naar nieuw.
1
2
3
4
5

Slide 26 - Sleepvraag

Fokker Spin, 1912
Anthony Fokker vliegt met zijn Spin in 1911 voor de eerst een rondje rond de kerk in Haarlem. 
Na dit succes maakte hij nog veel meer andere vliegtuigen.
Hij is meest bekende vliegtuigbouwer van Nederland en bouwde vele vliegtuigen.

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Fokker F2, 1920
Passagiers vlogen in dit vliegtuig alsof ze in een koets zaten met het eerste gesloten dak.

De piloot zat op wel in de openlucht.
Er konden 5 mensen mee, 4 mensen binnen en 1 persoon naast de piloot.


Passagier=iemand die mee vliegt in het vliegtuig

Slide 29 - Tekstslide

Fokker F7, 1924
Het eerste vliegtuig dat vloog van Nederland naar Oost-Indië.
Deze reis duurde 55 dagen door pech met het vliegtuig. De stoomboot deed er toen korter over. 
Op latere vluchten vlogen de F7 vliegtuigen veel sneller. 


Slide 30 - Tekstslide

Douglas DC3, 1943
KLM vloog voor, tijdens en na de 2e wereldoorlog met deze vliegtuigen. Het is het meest gebouwde passagiers- en vrachtvliegtuig. Hij kon op alle vliegvelden landen.
Hij heeft zijn naam te danken aan de Douglas fabriek in Amerika waar hij gemaakt werd.


Slide 31 - Tekstslide

Fokker F27, 1958 'Friendschip'
Dit vliegtuig heet 'vriendschap'.
Hij heeft twee turbo propeller motoren. Hij was lichter gebouwd dan de oudere vliegtuigen en ging daardoor sneller. 

Hij kan 428 km per uur. 


Slide 32 - Tekstslide