taal thema 5 les 15 en 16

• Taal
• Basisschool
• Groep 8

Taal les 15 en 16

Formeel en niet-formeel taalgebruik 

lees het gele vak op blz. 26 

Kijk naar oefening 2
zin 1 =

1. formeel
2. informeel

Kijk naar oefening 2
zin 2=

1. formeel
2. informeel

Kijk naar oefening 2
zin 3=

1. formeel
2. informeel

Kijk naar oefening 2
zin 4=

1. formeel
2. informeel

Kijk naar oefening 2
zin 5=

1. formeel
2. informeel

Kijk naar oefening 3
Welke context hoort bij zin 1?
en....is dat formeel of informeel?

Kijk naar oefening 3
Welke context hoort bij zin 2?
en....is dat formeel of informeel?

Kijk naar oefening 3
Welke context hoort bij zin 3?
en....is dat formeel of informeel?

Kijk naar oefening 3
Welke context hoort bij zin 4?
en....is dat formeel of informeel?

Kijk naar oefening 3
Welke context hoort bij zin 5?
en....is dat formeel of informeel?

Kijk naar oefening 3
Welke context hoort bij zin 6?
en....is dat formeel of informeel?

Kijk naar oefening 3
Welke context hoort bij zin 7?
en....is dat formeel of informeel?

Kijk naar oefening 3
Welke context hoort bij zin 8?
en....is dat formeel of informeel?

Hoe spreek jij tegen je buurman?

1. formeel
2. informeel
3. minder formeel
4. weet ik niet

Hoe spreek jij tegen de politie?

1. formeel
2. informeel
3. minder formeel
4. weet ik niet

Hoe spreek jij tegen je vrienden?

1. formeel
2. informeel
3. minder formeel
4. weet ik niet

Hoe spreek jij tegen je juf?

1. formeel
2. informeel
3. minder formeel
4. weet ik niet

Welke is formeel?
groetjes of met vriendelijk groet

Welke is informeel?
Beste meneer of Geachte meneer

Welke is formeel?
Tot ziens of Ik wens u een fijne dag

www.digipuzzle.net