Voorbereiding schrijfopdracht periode 3 - brugklas h/v

Voorbereiding deel 1
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voorbereiding deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Wat kun je nog meer doen met een laptop?
Verzin zelf een aantal voorwerpen die je op een andere manier kunt gebruiken. Denk aan voorwerpen die je in huis hebt liggen, spullen die in je etui zitten, andere voorwerpen die je goed kent. Bedenk wat iemand die geen idee heeft wat het voorstelt, erin zou kunnen zien. Waarvoor zou je het ook kunnen gebruiken?

Slide 4 - Tekstslide

Uitwisselen
  • Wissel uit met een drie- of viertal. 
  • Maak samen een lijstje van zoveel mogelijk voorwerpen. 
  • Kies vervolgens met je groepje uit wie welk voorwerp gaat gebruiken voor de schrijfopdracht.

Slide 5 - Tekstslide

Welk voorwerp heb je gekozen om te gebruiken voor je schrijfopdracht?

Slide 6 - Open vraag

Voorbereiding deel 2

Slide 7 - Tekstslide

Kijk goed naar deze personen
Als je een verhaal zou schrijven over een van deze personen: Wie zou dat dan zijn?
Wie is de persoon op deze foto? 
Gebruik je fantasie!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Kijk goed naar deze personen - vervolg
Bij de volgende sleepvraag zie je een aantal personages waaruit je kunt kiezen.
Wie koppel je aan welke foto?

Slide 10 - Tekstslide

een zwerver
de prinses van Denemarken
de CEO (directeur) van een groot bedrijf
de vriendin van mijn neef
een docent wiskunde
een conciërge

Slide 11 - Sleepvraag

En nu: out-of-the-box!
Hoe zou het ook kunnen? Draai het eens om: koppel nu een personage aan een andere foto.
Verzin iets bijzonders wat deze persoon vanochtend heeft meegemaakt, een bepaalde situatie.
Schrijf een kort verhaal waarin je beschrijft wat deze persoon doet, wat hij daarbij denkt en waarom.
Schrijf vanuit een ik-persoon.
tijdsduur: 15 minuten

Slide 12 - Tekstslide

A1a wo 28 mei
En nu: out-of-the-box!
Hoe zou het ook kunnen? Draai het eens om: koppel nu een personage aan een andere foto.
Verzin iets bijzonders wat deze persoon vanochtend heeft meegemaakt, een bepaalde situatie.
Schrijf een kort verhaal waarin je beschrijft wat deze persoon doet, wat hij daarbij denkt en waarom.
Schrijf vanuit een ik-persoon.
tijdsduur: 15 minuten

Slide 13 - Tekstslide

Feedback
We gaan nu oefenen met het geven van feedback op elkaars verhaal.

Werk in een tweetal en gebruik het model / de rubric die je van je docent hebt gekregen.

Nodig: marker met een kleurtje

Slide 14 - Tekstslide

Creatieve schrijfopdracht
> Je werkt in je schrift
> Je mag de stijlregels (hoofdletters, leestekens en werkwoordspelling > deel ik uit) gebruiken als je schrijft
Oneigenlijk gebruik van een voorwerp
Je hebt in de voorbereiding van deze opdracht een voorwerp gekozen dat je op een andere manier gebruikt dan je normaal gesproken zou doen. Denk aan de laptop die je als snijplank kunt gebruiken, of de frisbee van Martin, die wel wat nadelen kende…





Slide 15 - Tekstslide

Creatieve schrijfopdracht
Oneigenlijk gebruik van een voorwerp
Schrijf nu een kort verhaal waarin het oneigenlijk gebruik van het voorwerp voorkomt. 

Beschrijf wat er gebeurt met het voorwerp, als je het zo gebruikt. Laat je fantasie de vrije loop, blijf ook hierbij out-of-the-box denken!
Belangrijk: Schrijf het verhaal vanuit een ik-persoon waarin de ik-persoon het voorwerp gebruikt.




Slide 16 - Tekstslide

Creatieve schrijfopdracht
Oneigenlijk gebruik van een voorwerp
- Je werkt max. 20 minuten aan de schrijfopdracht
- Daarna krijg je min. 10 minuten voor het geven van feedback
- Daarna krijg je min. 20 minuten voor het verwerken van de feedback, aan het einde van de les lever je beide versies in (de beide versies staan in je schrift). Je schrijft je verhaal opnieuw met de verbeteringen.
Let op! Ik moet goed kunnen zien dat je de feedback van je klasgenoot gebruikt hebt om je verhaal te verbeteren.




Slide 17 - Tekstslide

Creatieve schrijfopdracht
Oneigenlijk gebruik van een voorwerp
20 minuten > 
1) Schrijf nu een kort verhaal waarin het oneigenlijk gebruik van het voorwerp voorkomt.
Gebruik de stijlregels (hoofdletters + werkwoordspelling > uitgedeeld)


Schrijf het verhaal vanuit een ik-persoon waarin de ik-persoon het voorwerp gebruikt.




Slide 18 - Tekstslide

Creatieve schrijfopdracht
Oneigenlijk gebruik van een voorwerp
10 minuten > 
2) Lees het verhaal van je klasgenoot, geef feedback op de punten die op de lijst staan. Bespreek dit kort met elkaar.

Gebruik de checklist feedback op je schrijfopdracht > uitgedeeld




Slide 19 - Tekstslide

Creatieve schrijfopdracht
Oneigenlijk gebruik van een voorwerp
20 minuten > 
3) Bekijk de feedback en verbeter je verhaal aan de hand van de punten die in de feedback staan. Je schrijft je verhaal opnieuw met de verbeteringen.
Let op! Ik moet goed kunnen zien dat je de feedback van je klasgenoot gebruikt hebt om je verhaal te verbeteren.

Klaar? Lever je schrift + de feedback van je klasgenoot in.





Slide 20 - Tekstslide