Opties 5v 22 mei 2025

Leerdoelen van vandaag:
- Je kunt uitleggen wat een optie is
- Je kunt een call- en putoptie beschrijven
- Je kunt long versus short positie uitleggen
- Je kunt het rendement bij opties berekenen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen van vandaag:
- Je kunt uitleggen wat een optie is
- Je kunt een call- en putoptie beschrijven
- Je kunt long versus short positie uitleggen
- Je kunt het rendement bij opties berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Beschrijf wat een opties is

Slide 2 - Open vraag

Het kopen van aandelen, obligaties of opties

Aandelen: hier wordt je eigenaar van het bedrijf waar je aandelen van koopt.

Obligaties: hier wordt je geen eigenaar van het bedrijf maar leent het bedrijf alleen een bedrag waardoor je een vaste rente ontvangt.

Opties: het recht om een aandeel op of voor een bepaalde datum te mogen kopen of te mogen verkopen.

Slide 3 - Tekstslide

Opties
recht (of plicht) om in de toekomst (aandelen) te kopen of verkopen tegen een  vooraf vastgestelde prijs
gedurende een bepaalde periode of op vastgestelde datum

Kans op veel winst (of verlies) in een korte periode

Bij opties kan je handelen/beleggen in verschillende onderliggende waarden. Maar wij gaan het hebben over aandelenopties

Slide 4 - Tekstslide

Op het CE moet je het rendement op opties kunnen analyseren. Bij het gebruik van opties horen een aantal belangrijke begrippen. Koppel de begrippen aan de definities.
Uitoefenprijs
Expiratiedatum
Optiepremie
Onderliggende waarde
Het product dat gekoppeld is aan de optie.
De prijs van de optie.
Het bedrag waartegen het gekoppelde product gekocht of verkocht kan worden.
De uiterste dag waarop de optie uitgeoefend kan worden.

Slide 5 - Sleepvraag

Terminologie bij opties
  • De vooraf afgesproken prijs waartegen je de onderliggende waarde (het aandeel) kan kopen of verkopen bij deze optie, heet de uitoefenprijs
  • De uiterste datum waarop het recht kan worden uitgeoefend, heet de expiratiedatum
  • Het bedrag waartegen de optie zelf wordt verhandeld, heet de optiepremie.

Slide 6 - Tekstslide

De waarde van de optie

  • De waarde van een optie (= optiepremie) is voornamelijk gebaseerd op: 
1) de koers van de onderliggende waarde
2) de looptijd van het optiecontract en 
3) de volatiliteit.


Slide 7 - Tekstslide

De koper van een call optie heeft het recht om in de toekomst aandelen te verkopen tegen een vooraf afgesproken prijs.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

 B: De bewering is onjuist.
 Antwoord: De koper van een call optie heeft het recht om in de toekomst aandelen te KOPEN tegen een vooraf afgesproken prijs.

Slide 9 - Tekstslide

Een call optie koop je indien je verwacht dat de koers van de onderliggende aandelen gaat dalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

B: De bewering is onjuist.


Een call optie koop je indien je verwacht dat de koers van de onderliggende aandelen gaat STIJGEN.

Slide 11 - Tekstslide

Sjoerd heeft de afgelopen maand de koers van het aandeel ABN-AMRO goed in de gaten gehouden. Hij ziet dat de koers behoorlijk is gestegen. Voor de komende maanden verwacht Sjoerd een daling van het aandeel ABN-AMRO. Hij zit erover te denken om opties te kopen en zo te verdienen aan deze verwachte koersdaling. Wat voor soort optie kan hij dan het beste kopen?
A
Een calloptie
B
Een putoptie

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

De koper van een optie kan nooit meer verliezen dan het bedrag waarvoor hij/zij die opties heeft gekocht
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quizvraag

 A: De bewering is juist.
Dat is zo. De koper van optie kan niet meer verliezen dan de optiepremie die moet worden betaald.

Slide 15 - Tekstslide