Een verhuizing in Julianastraat (Les 1)

Een verhuizing in Julianastraat 
Les 1 
Praten over wonen en verhuizen 
Lezen over wonen en verhuizen 
woorden leren over wonen en verhuizen 
Schrijven over wonen en verhuizen 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Een verhuizing in Julianastraat 
Les 1 
Praten over wonen en verhuizen 
Lezen over wonen en verhuizen 
woorden leren over wonen en verhuizen 
Schrijven over wonen en verhuizen 

Slide 1 - Tekstslide

Als ik ga verhuizen, wil ik weten hoe mijn nieuwe buren heten.
JA
Nee

Slide 2 - Poll

Ik wil weten of mijn nieuwe buren huisdieren hebben.
Ja
Nee

Slide 3 - Poll

Ik wil weten of mijn nieuwe buren kinderen hebben.
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Caroussel
Praat 2 minuten per persoon. Bespreek samen de vragen: 
In wat voor straat woon jij? 
Welke beroepen hebben de mensen in jouw straat? 
Ken je aardige mensen in jouw straat? 
Wat zou je veranderen aan jouw straat? 
timer
2:00

Slide 5 - Tekstslide

Lezen 
  • Lees de tekst op bladzijde 12 en 13.  
  • Onderstreep de woorden die je niet weet. 
  • Beantwoord de W-H-vragen (Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?) Schrijf het antwoord op. 

Slide 6 - Tekstslide

provincie
gemeente
gemeentehuis
verzorgingshuis
pensioen
buurtbewoner
zorghulp 
huisschilder 
creche 
inburgeringsexamen 

Slide 7 - Tekstslide

Provincie:      Een groot stuk land met zijn eigen regels. Het is verdeeld in steden en dorpen.

Gemeente:      Een kleinere plek, zoals een stad of dorp. Het heeft zijn eigen regels en een burgemeester die de baas is.
Gemeentehuis:     Het is als het kantoor van de stad of het dorp. Mensen gaan hier naartoe voor belangrijke dingen zoals paspoorten, vergunningen en om te stemmen.
Verzorgingshuis:     Een huis waar oudere mensen wonen als ze niet meer goed voor zichzelf kunnen zorgen. Ze krijgen daar hulp.
Pensioen:      Geld dat mensen krijgen als ze oud zijn en niet meer werken.
Buurtbewoner:     Iemand die in dezelfde buurt woont als jij.
Zorghulp:     Iemand die helpt met dingen zoals schoonmaken of persoonlijke verzorging, vooral voor mensen die ziek of oud zijn.
Huisschilder:     Iemand die de buitenkant of binnenkant van huizen verft.
Crèche:     Een plek waar jonge kinderen naartoe gaan als hun ouders aan het werk zijn. Ze spelen daar en worden verzorgd.
Inburgeringsexamen:     Een test die mensen moeten doen als ze naar een nieuw land komen om te bewijzen dat ze de taal en cultuur begrijpen.








Slide 8 - Tekstslide

Moeilijke woorden

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Schrijven 
Maak een beschrijving van drie huizen in jouw straat. 
Vertel over de huizen en tuinen. 
Vertel over de mensen die er wonen. 
Kun je nog iets anders bedenken? 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide