Methodiek - H13 13.4 Uitvoeren

Methodiek 
13.4 Uitvoeren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Methodiek 
13.4 Uitvoeren

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Terugblik
  • 13.4
  • Nakijken/bespreken 'Extra verwerkingsopdracht H9'
  • Aan de slag
  • Huiswerk 

Slide 2 - Tekstslide

Leren hoe je zelfstandig met de bus van huis naar de dagbesteding reist.
Knippen en plakken.
Het verzorgen van de nagels.
Vormings- of educatieve activiteiten
Ontwikkelingsgerichte activiteiten
Zelfzorgactiviteiten

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Samen met een cliënt kies je voor een bepaalde activiteit. De voorbereiding op de activiteit is de belangrijkste fase. De keuzes die je maakt, leg je vast in een plan.

Waarom is het maken van een plan als voorbereiding op de activiteit belangrijk?
timer
0:30
A
Omdat dit ervoor zorgt dat je alle stappen zet die nodig zijn om de activiteit succesvol uit te voeren.
B
Omdat evalueren zonder werkplan onmogelijk is.
C
Omdat je daarmee je cliënten goed kunt voorbereiden en motiveren om aan de activiteit mee te doen.

Slide 5 - Quizvraag

timer
1:00
Wat komt er volgens jou kijken bij het uitvoeren van een activiteit?

Slide 6 - Woordweb

Uitvoeren:
Voordat je daadwerkelijk aan een handeling of activiteit begint, doe je het volgende:
  • De cliënt(en) motiveren 
  • Cliënt(en) voorbereiden
  • Vertellen wat er gaat gebeuren en hoe (instructies en uitleg)

Slide 7 - Tekstslide

Wat motiveert jou om in beweging te komen?
timer
1:00

Slide 8 - Open vraag

Hoe zou jij de cliënt gaan motiveren om deel te nemen aan de activiteit of handeling?
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Cliënt voorbereiden:
  • Hoe lang van te voren en op welk moment kaart ik aan dat ik de activiteit    wil doen?
  • Hoe kaart ik het aan?
  • Mogelijke reactie van de cliënten en hoe bereid ik me daarop  voor?
  • Later nog herhalen?
  • Lichtelijk druk opvoeren? Hoe?
  • Wat doe ik als de cliënten niet mee willen doen, niet gemotiveerd zijn?


Slide 10 - Tekstslide

timer
1:00
Waar moet volgens jou een goede instructie aan voldoen?

Slide 11 - Woordweb

Instrueren (of uitleggen):

  • Vertellen wat er precies gaat gebeuren
  • wie wat doet en
  • op welke manier.
  • Hangt van de cliënt of cliëntgroep af wat en op welke manier je vooraf uitlegt: sommigen willen stap voor stap weten wat er komen gaat, terwijl anderen er juist onzeker van worden.



Slide 12 - Tekstslide

timer
1:00
Op welke wijze kun je instrueren?

Slide 13 - Woordweb

Verschillende manieren van instrueren

  • Verbaal, mondeling en/ of schriftelijk:
       Vertellen en/of gebruik maken van papier, schema's  en plaatjes.
  • Voordoen of demonstreren:
       Je doet voor hoe het moet en/of laat een filmpje zien.
  • Samen doen
  • Stap voor stap:                                                                                                                                                             Soms is het beter een grote activiteit of handeling op te delen in deelactiviteiten of             deelhandelingen. Elk deel kan dan afzonderlijk worden uitgelegd, voorgedaan of samen  gedaan.

Slide 14 - Tekstslide

timer
1:00
Wat is volgens jou een draaiboek?

Slide 15 - Woordweb

Draaiboek:
Bij grote activiteiten maak je gebruik van een draaiboek.

Bij kleine activiteiten heb je voldoende aan een activiteitenschema.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Tijdens de uitvoering van een activiteit is het belangrijk om steeds te evalueren. Misschien moeten de doelen bijgesteld worden.
timer
0:30
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Aan de slag:
  • Lees H13: 13.4 Uitvoeren
  • Maken: Thema 3, hoofdstuk 13:                                                     Niveau 3 & 4: opdracht 3 en 4                                                                   Niveau 4: alle opdrachten

Slide 21 - Tekstslide