Examentraining - Round up lesson

Examentraining Round up Lesson
Quiz 


1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examentraining Round up Lesson
Quiz 


Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Engels CE Quizzz



Slide 2 - Tekstslide

Engels CE Quizzz

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel boekjes krijg je op je examen?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 4 - Quizvraag

Welke drie boekjes krijg je dan?

Slide 5 - Open vraag

Welke hulpmiddelen zijn er toegestaan?
A
NL-ENG en ENG-NL woordenboek
B
Nederlands woordenboek
C
Rekenmachine
D
Digitaal woordenboek

Slide 6 - Quizvraag

Wie zorgt dan voor die woordenboeken?

Slide 7 - Open vraag

In welke taal worden de meeste vragen gesteld?
A
Nederlands
B
Engels
C
50% Nederlands/ 50% Engels
D
Frans

Slide 8 - Quizvraag

In welke taal worden de open vragen gesteld?
A
Nederlands
B
Engels
C
50/50
D
Frans

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent het woord 'citeer'?

Slide 10 - Open vraag

'Citeer de eerste twee woorden van de zin' --> Hoeveel woorden schrijf je op?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 11 - Quizvraag

'What is the point made in paragraph 1?' --> in welke alinea zoek je je antwoord?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quizvraag

'What is the point made in paragraph 1?' --> Wat betekent het woord 'paragraph'?
A
Paragraaf
B
Hoofdstuk
C
Alinea
D
Koptekst

Slide 13 - Quizvraag

'What is the point made in paragraph 1?' --> Wat betekent 'point made'?

Slide 14 - Open vraag

'Function of paragraph' --> Wat betekent dat?

Slide 15 - Open vraag

Wat moet je bij deze vraag doen?
A
Kiezen welke drie woorden er passen
B
Kiezen welk woord er op het nummer past

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent 'concluded'?

Slide 17 - Open vraag

Wat betekent 'discussed'?

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent 'mentioned'?

Slide 19 - Open vraag

Wat betekent 'He's' ?
A
He was
B
He has
C
He is
D
She

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekenen 'their, they're and there'?
A
Daar, ze zijn en hier
B
Hier, daar en daar
C
Van haar, zij zijn en hier
D
Van hen, zij zijn en daar

Slide 21 - Quizvraag

Wat betekend het woord 'adapted'?
Staat vaak bij de tekst!

Slide 22 - Open vraag

Wat betekend het woord 'sources'?
Staat vaak bij de tekst!

Slide 23 - Open vraag

Wat betekenen de woorden 'due to this'?

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel procent van het CE Engels is meerkeuzevragen (ongeveer)?
A
30%
B
40%
C
50%
D
60%

Slide 25 - Quizvraag

Hoeveel teksten krijgt MAVO op het CE Engels?
A
8-12
B
8-14
C
11-14
D
12-16

Slide 26 - Quizvraag

Signaalwoorden

Slide 27 - Tekstslide

Wat betekent het woord 'because' en welk soort verband geeft het aan?

Slide 28 - Open vraag

Wat betekent het woord 'but' en welk soort verband geeft het aan?

Slide 29 - Open vraag

Welk soort verband geven de woorden 'Decades ago ... now' aan?

Slide 30 - Open vraag

Welke verwijswoorden kennen de Engelsen? (die/dat etc)

Slide 31 - Open vraag

Hoe kijk je tegen het CE Engels aan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

DONE!

ipad graag terug in de kar 
Let op: aan de oplader doen, thank you so much :)

Slide 33 - Tekstslide