5.1 Planten bekijken deel 2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo lwoo, vwo
• Leerjaar 1

Pak je boek erbij.

Open op pagina 73

5.1 Planten bekijken deel 2

Vervolg uitleg hoofstuk 5.

Uitleg (15 tot 20 minuten)

Ruimte om aan opdrachten te werken

Terugblik!

Pak een papiertje, schrijf het antwoord van de volgende vragen op:

1. Welke 4 onderdelen heeft een plant?

2. Welk onderdeel zorgt er voor dat de plant rechtop blijft staan?

3. Hoe heet de buitenste, stevige laag rondom de plantencel?

Leerdoelen 5.1

Je kan uitleggen hoe planten rechtop blijven staan.

Je kan beschrijven hoe water wordt vervoert door de plant.

Je kan uitleggen waarom bomen hun bladeren verliezen.

* Je kan uitleggen hoe bloemen en vruchten kleur krijgen.

Hoe blijven planten rechtop staan?

Er zijn 2 soorten planten, kruidachtige en houtachtige planten.

Kruidachtige planten gaan hangen zonder water. Ze hebben stevigheid door de vacuole.

Houtachtige planten blijven rechtop staan. Ze zijn stevig door houtcellen.

Hoe komt water in de bladeren?

Via de huidmondjes	Via huidmondjes in het blad kunnen stoffen naar binnen en buiten.	Gebruik stoffen in voor fotosynthese in de bladeren.
Met wortelharen	Met wortelharen neemt de plant water en mineralen op uit de bodem.	Water wordt gebruikt voor transport van stoffen, vullen van vacuole en fotosynthese.

Houtvaten: Vervoer van water en mineralen vanuit de wortels richting de bladeren. Liggen aan de binnenkant van de vaatbundel.

Bastvaten: Vervoer van water met voedingsstoffen vanuit de bladeren naar de andere plantendelen. Liggen aan de buitenkant van de vaatbundel.

Samen vormen ze een vaatbundel

5. Kun je uitleggen welke 2 vaatbundels een plant heeft en wat hierdoor vervoerd wordt?

Waarom verliezen bomen hun bladeren?

In de herfst verliezen bomen hun

bladeren.

De tak maakt een scheurlaag. 

De vaatbundels worden afgesneden.

Het blad sterft en valt naar beneden. 

Er ontstaat een litteken van kurklaag. 

Dit beschermt de 'wond' tegen ziekteverwekkers.

* Waarom zijn tomaten rood?

Anders dan groene bladeren die hun 

kleur krijgen van bladgroenkorrels,

hebben bloemen en vruchten

kleurstofkorrels waardoor zij hun 

kleur krijgen.

Aardappels hebben zetmeelkorrels.

Daar worden voedingsstoffen in opgeslagen.

Zelfstandig werken.

Keuze maken.

1. Verder met digitaal herbarium.

2. Maak opdrachten 5.1 af (geen 16 en 19, VWO wel 21)

Dit is ook huiswerk.

Je werkt rustig en met fluisterstem.