Pluriforme Samenleving

De mensen die in de jaren 60 voor werk naar Nederland kwamen, werden toen …………………. genoemd.
A
gastarbeiders
B
kolonisten
C
asielzoekers
D
vluchtelingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

De mensen die in de jaren 60 voor werk naar Nederland kwamen, werden toen …………………. genoemd.
A
gastarbeiders
B
kolonisten
C
asielzoekers
D
vluchtelingen

Slide 1 - Quizvraag

Hoe noemen we nu mensen die in Nederland willen werken?
A
vluchtelingen
B
illegalen
C
arbeidsmigranten
D
asielzoekers

Slide 2 - Quizvraag

Bart trouwt met zijn Mexicaanse vriendin die hij op vakantie heeft leren kennen. Daarna gaat hij met haar in zijn huis in Zutphen wonen. Dit noem je:
A
een asielaanvraag
B
gezinshereniging
C
gezinsvorming
D
uit een kolonie komen

Slide 3 - Quizvraag

Integratie betekent dat nieuwkomers:
A
zich helemaal aanpassen aan de Nederlandse cultuur
B
zich gedeeltelijk aanpassen aan de Nederlandse cultuur
C
zich helemaal niet aanpassen aan de Nederlandse cultuur
D
geen Nederlands hoeven te leren.

Slide 4 - Quizvraag

Bij integratie hoort dat Nederlanders:
A
andere subculturen afwijzen
B
hun eigen cultuur opgeven

Slide 5 - Quizvraag

Bij integratie hoort dat Nederlanders:
A
andere subculturen afwijzen
B
hun eigen cultuur opgeven
C
hun wetten aan nieuwkomers aanpassen
D
andere culturen accepteren

Slide 6 - Quizvraag

Verschillende waarden en normen kunnen zorgen voor … omdat nieuwkomers en Nederlanders elkaar niet begrijpen.
Welk woord is weggelaten?

A
gewoontes
B
integratie
C
spanningen
D
taalproblemen

Slide 7 - Quizvraag

Wat bedoelen we met de dominante cultuur?
A
De cultuur van de oudere generatie.
B
De cultuur van de meeste mensen in een land.
C
De subculturen die naast elkaar leven.
D
De cultuur van jongeren.

Slide 8 - Quizvraag

Met subcultuur bedoelen we cultuur die:
A
alleen populair is bij jongeren.
B
hoort bij de grootste groep in de samenleving.
C
afgeleid is van de dominante cultuur.
D
van een kleine groep mensen binnen de samenleving is.

Slide 9 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
In ons land:

A
is de Nederlandse cultuur dominant.
B
zijn er meer dominante culturen dan subculturen.
C
zijn er meerdere dominante culturen
D
kennen we geen dominante cultuur.

Slide 10 - Quizvraag

Antillianen, hiphoppers en moslims zijn voorbeelden van:
A
etnische subculturen.
B
dominante culturen
C
subculturen
D
cultuurkenmerken

Slide 11 - Quizvraag

“We laten in deze kroeg geen Marokkanen toe.” Deze uitspraak is een duidelijk voorbeeld van:
A
Een stereotype.
B
Discriminatie.
C
Een vooroordeel.
D
Respect.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een belangrijke voorwaarde voor integratie?
A
Dat iedereen zich houdt aan de basisafspraken van de Nederlandse samenleving.
B
Dat nieuwkomers alles van hun eigen cultuur vervangen door de dominante cultuur.
C
Dat mensen het vaker met elkaar eens zijn.
D
Dat het Suikerfeest een nationale feestdag wordt.

Slide 13 - Quizvraag