2.2 bindingen tussen moleculen

Wat gaan we vandaag doen?
  • Eigenschappen van moleculaire stoffen
  • Binding tussen moleculen
  • Vanderwaalsbinding 
  • dipoolbinding
  • Waterstofbruggen
  • Apolaire moleculen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we vandaag doen?
  • Eigenschappen van moleculaire stoffen
  • Binding tussen moleculen
  • Vanderwaalsbinding 
  • dipoolbinding
  • Waterstofbruggen
  • Apolaire moleculen

Slide 1 - Tekstslide

Eigenschappen van moleculaire stoffen
  1. Geleid geen elektriciteit
  2. Oplosbaarheid
  3. Smeltpunt, kookpunt 
  4. Waterstofbruggen

Slide 2 - Tekstslide

Binding tussen moleculen
Algemeen principe:

Hoe sterker de bindingen tussen moleculen zijn, 
des te hoger zijn het smeltpunt en het kookpunt

Slide 3 - Tekstslide

Vanderwaalsbinding 
Deze houdt moleculen bij elkaar. 
Alle moleculen hebben vanderwaalsbindingen

Zowel molecuulmassa als molecuuloppervlak
maken de binding sterker

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verband?

Slide 5 - Tekstslide

Hoe kan dit, is toch de zelfde stof?

Slide 6 - Tekstslide

Dipool-dipoolbinding
Binding tussen polaire moleculen ("dipolen")
Binding tussen         en            van verschillende moleculen
Voorbeeld: SO2

        
δ
δ
δ
δ
2δ+
2δ+
δ+
δ

Slide 7 - Tekstslide

Dipool-dipoolbinding
Binding tussen polaire moleculen ("dipolen")
Binding tussen          en          van verschillende moleculen
Voorbeelden: HCl en H2O
        
δ+
δ

Slide 8 - Tekstslide

Een molecuul is een dipool als
- er polaire atoombindingen aanwezig zijn
- er een vlak in het molecuul aan te wijzen is, waarin de ladingen elkaar niet opheffen (geen symmetrie)

Slide 9 - Tekstslide

Waterstofbrug
Bij polaire bindingen met een H-atoom kunnen moleculen waterstofbruggen vormen
Voorbeeld: H2O

(En alle andere
N-H, O-H bindingen)
- - - - - -
- - - - - -

Slide 10 - Tekstslide

Waterstofbrug
Ander Voorbeeld: H2O met ethanol, dat kan ook!




Dus: 1 polaire binding met H (hier: O-H) en
een andere polaire binding met of zonder H (hier: C=O)
- - - - - -

Slide 11 - Tekstslide

Waterstofbruggen
Waterstofbruggen geven ijs een
kenmerkende structuur met veel 
lege ruimte, 
vandaar de lage dichtheid!
waterstofbrug (H - O)

Slide 12 - Tekstslide

Apolaire moleculen
Soms kunnen polaire bindingen in een molecuul elkaar precies tegenwerken
Er is dan netto geen dipool en het molecuul is apolair
Voorbeeld: CO2 
δ
δ
2δ+
0

Slide 13 - Tekstslide

Is dit molecuul een dipool?
A
Ja, er is een netto dipool.
B
Nee, er is een netto dipool.
C
Ja, er is geen netto dipool.
D
Nee, er is geen netto dipool.

Slide 14 - Quizvraag

Is waterstofchloride
een dipool?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Polaire molecuul
Apolair molecuul
Waterstof
Methaan
Methanol
Waterstofchloride
Koolstofdioxide
Water

Slide 16 - Sleepvraag

Aan de slag
Lezen H2.2
Havo: Maken opdrachten 1 t/m 11
Vwo: Maken opdrachten 1 t/m 10

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video