Hoofdstuk 4.8 grammatica woordsoorten (les 1 )

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je leerwerkboek;
  • je laptop (dicht).
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je leerwerkboek;
  • je laptop (dicht).

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Huiswerk bespreken
  • Uitleg: 4.8 Woordsoorten
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les


Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
4.7 opdracht 10 en 1

Deze opdrachten zijn belangrijk,  (ng)
want deze moet je kunnen op de toets. (wg)

Slide 3 - Tekstslide

4.8 Woordsoorten (p. 60)
Nieuw:
  • voegwoord, persoonlijk voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord.
Bekend (overzicht op pagina 150)
  • lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, voorzetsel, koppelwerkwoord,  hulpwerkwoord, zelfstandig werkwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Voegwoorden (p. 61)
Zinsdelen:
  • Hebben jullie een kat of een hond?
  • We gaan dit weekend zwemmen en voetballen.
Samengestelde zin:
  • Ik heb voor wiskunde veel  huiswerk, maar voor Engels heb ik niets.
  • Ik ga meteen beginnen, omdat ik nog naar de training moet.
  • Ik hoop dat ik morgen alles gemaakt heb.

Slide 5 - Tekstslide

Voegwoorden (p. 61)
Voegwoorden die hoofdzin en hoofdzin aan elkaar verbinden:
en, want, maar, dus, of.

Veelvoorkomende voegwoorden die hoofdzin en bijzin verbinden: omdat, toen, dat, hoewel, sinds, of, als.

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord (p. 63)
Verwijst naar
persoon, dingen
of begrippen.

Enkelvoud/meervoud

1e, 2e, 3e persoon


Slide 7 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord (p. 64)
Geeft aan van wie iets is.
Meestal voor een zelfstandig naamwoord.
Soms staat er nog een woord tussen.

Bezit aangeven met:
  • Mijn fiets (bzv)
  • De fiets is van mij (psv)
  • Miekes fiets (bezits s)

Slide 8 - Tekstslide

Werkmoment
  • Maak van 4.8 de opdrachten: 1, 4, 6, 7, 9 en 11.
  • De opdrachten zijn vrijdag voor de les af en nagekeken.
  • Lees de vraag goed.
  • Lees steeds de theorie goed.

Klaar? 
Herhaal lastige zaken uit paragraaf 4.7 met Versterk jezelf.




Welke woordsoort heeft uitleg nodig?

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
Huiswerk staat in Magister.

Slide 10 - Tekstslide