Termen en begrippen moderne cultuur, 8.1 Expressie

Termen en begrippen moderne cultuur
Hoofdstuk 8.1 Expressie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 5

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Termen en begrippen moderne cultuur
Hoofdstuk 8.1 Expressie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.1 Expressie
Freud   Der Blaue Reiter   Les Ballet Russes
Les Ballet Suedois   Jazz   Ready made   Dada    
Surrealisme   Expressionisme    Gesamtkunstwerk   Avant garde
'primitivisme'    volkskunst   Atonaal    Expressionisme      
Stanislavski     Conceptuele kunst   

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is expressionisme?
A
De INDRUK van licht en van het moment weergeven.
B
De wereld wordt ontleed in FRAGMENTEN en tijdseenheden.
C
Uitdrukking van GEVOEL, vooral door kleur en de toegepaste techniek.
D
Onderdelen van de VOORSTELLING dragen een diepere betekenis uit.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een 'Gesamtkunstwerk'?
A
Een kunstwerk dat door meerdere kunstenaars is gemaakt
B
Een kunstwerk dat mensen van een nationaliteit met elkaar verbindt
C
Een voorstelling waarin het publiek wordt betrokken
D
Een kunstwerk waarin allerlei kunstdisciplines samenkomen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke kunstvormen zijn typerend voor Der Blaue Reiter?
A
Literatuur
B
Schilderkunst
C
Beeldhouwkunst
D
Theater

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat kenmerkt de voorstellingen van Der Blaue Reiter?
A
Romantisch
B
Realistisch
C
Abstract
D
Expressief

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Figuratief betekent
A
Realisme
B
Abstract

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Realisme
B
Abstract

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kenmerkend
voor de dans van
Isadora Duncan?
A
Strakke en gestructureerde choreografie
B
Vrije en expressieve bewegingen
C
Gebruik van technische danspassen
D
Klassieke balletposities

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe benadrukte Isadora Duncan emotie in haar dans?
A
Door middel van natuurlijke bewegingen
B
Met behulp van acrobatische stunts
C
Door complexe danscombinaties
D
Door dramatische belichtingstechnieken

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat onderscheidt de expressionistische dans van Isadora Duncan van klassiek ballet?
A
Focus op persoonlijke expressie en improvisatie
B
Gebruik van specifieke dansregels en technieken
C
Strakke kostuums en tutu's
D
Grote groepschoreografieën

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Makers van la creation du monde kozen
niet voor academische dansbewegingen,
want die suggereren afstand van de ..
A
toeschouwers
B
natuur
C
kostuums
D
traditie

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het tekstboek van een opera, operette of musical heet een
A
Klavecimbel
B
Syllabus
C
Manifest
D
Libretto

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke video hoor je atonale muziek?
A
Video 1
B
Video 2
C
Video 3

Slide 14 - Quizvraag

1. https://youtu.be/JEY9lmCZbIc?t=10 

2. https://youtu.be/q9wrsXjhTa4?t=11

3. https://www.youtube.com/watch?v=16u6w0cjjrU

4. https://youtu.be/hqFjiR0enVE?t=13
Wat is niet waar over de opera Erwartung van Arnold Schonberg?
A
De muziek is expressionistisch
B
De muziek heeft geen gangbare compositie, opbouw
C
Er zijn heel veel tempowisselingen
D
Schonberg maakt gebruik van de tonica in dit stuk

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk genre theaterstuk
is 'Machinal' van Sophie
Treadwell?
A
Absurdistisch toneelstuk
B
Tragedie
C
Komedie
D
Expressionistisch drama

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kenmerkend voor het expressionistisch theater?
A
Klassieke toneeldecors
B
Rationalistische dialogen
C
Het gebruik van vervormde en uitvergrote emoties.
D
Naturalistische acteerstijl

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat typeert het werk van Sophie Treadwell in 'Machinal'?
A
Liefdesverhaal tussen twee individuen
B
Kritiek op de onderdrukking van vrouwen.
C
Politieke satire over regeringsbeleid
D
Beschrijving van een idyllisch plattelandsleven

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verband tussen 'expressionisme' en
'het primitieve'?
A
Niets, er is geen verband
B
Primitieve volkeren leven puurder dan de westerling. Dat sprak expressionisten aan
C
Expressionisten wilden de primitieven helpen aan een comfortabeler leven
D
Primitieve volkeren creëren vanuit hun natuurlijk instinkt en niet om prestige doeleinden

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belangrijk kenmerk van jazz?
A
hard spelen
B
veel instrumenten
C
je kan er goed op dansen
D
improviseren

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1. Hoort het liedje bij jazz?
A
Ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarin onderscheidde dixieland-jazz van de daar voorafgaande jazz?
A
Deze was veel sneller
B
Deze was dansbaar
C
Deze werd door academies erkend als kunstvorm
D
Deze werd door blanke muzikanten gemaakt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De jazz houdt verband met het expressionisme, omdat
A
..de jazz chaotisch was
B
..de jazz atonaal was
C
..bij improvisaties wordt gespeeld op gevoel en niet vanaf bladmuziek
D
..bij intermezzo's polyfoon gezongen werd

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kunstwerk als deze dat geëxposeerd
wordt als kunstwerk, terwijl het eigenlijk
een gebruiksvoorwerp is heet een..
A
toegepaste kunst
B
ready made
C
ready art
D
design

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kenmerk van dadaïsme?
A
Absurde en irrationele kunstwerken
B
Realistische portretten
C
Harmonieuze kleurenpaletten
D
Strakke geometrische vormen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verschilt surrealisme van dadaïsme?
A
Dadaïsme gebruikt traditionele technieken
B
Surrealisme focust op het onderbewuste
C
Surrealisme is gebaseerd op logica
D
Dadaïsme heeft politieke thema's

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De stanislavski methode is er een waarin de acteur
A
doet aan method acting
B
heel naturalistisch speelt
C
gehoor geeft aan abstracte theatermethoden
D
zelf geïmproviseerd vormgeeft aan de regie

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies