Lezen. 6. Signaalwoorden en tekstverbanden

Signaalwoorden & tekstverbanden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden & tekstverbanden

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van vandaag
  • Je weet wat een signaalwoord is.
  • Je weet wat tekstverbanden zijn
  • Je kan signaalwoorden herkennen.
  • Je kan verbanden in een zin benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Uitleg: signaalwoorden 
  • Uitleg: tekstverbanden
  • Oefenen  
  • Oefenen op studiemeter (Via Vervolg, thema 5 - lezen)
  • Examens lezen/luisteren 1F op dinsdag 25 februari

Slide 3 - Tekstslide

Leesstrategieën

Slide 4 - Woordweb

Signaalwoorden 
Teksten bestaan uit alinea's
Alinea's betaan uit zinnen.

Volgorde is hierbij erg belangrijk.
Alinea's en zinnen kunnen aan elkaar VERBONDEN zijn.
Dit gebeurt door SIGNAALWOORDEN



Slide 5 - Tekstslide

Dus, ....
Een signaalwoord geeft een verband aan tussen alinea's of zinnen. Een signaalwoord geeft belangrijke informatie over de opbouw van een tekst. Het helpt de lezer om een tekst beter te begrijpen. 

Slide 6 - Tekstslide

Signaalwoorden

Slide 7 - Woordweb

Tekstverbanden
Er bestaat een VERBAND tussen verschillende delen van de tekst.
3 belangrijkste tekstverbanden:
  • opsomming
  • tegenstelling
  • oorzaak-gevolg

Slide 8 - Tekstslide

Opsomming
Een tekstverband waarbij verschillende dingen na elkaar worden genoemd.

Voorbeeld
Om te beginnen leg ik mijn paspoort klaar. Daarna pak ik mijn verzekeringspasje en ook mijn kleren leg ik alvast klaar

Slide 9 - Tekstslide

Tegenstelling
Een tekstverband waarbij iets wordt gezegd, waarna het tegenovergestelde wordt gezegd.

Voorbeeld
Ik wil graag mee naar Amsterdam maar ik kan niet mee omdat ik geopereerd moet worden.

Slide 10 - Tekstslide

Oorzaak-gevolg
Een tekstverband dat aangeeft dat er iets gebeurt (oorzaak), wat ervoor zorgt dat er nog iets anders gebeurt (gevolg).

Voorbeeld
Mijn paspoort is verlopen dus ik mag niet vliegen

Slide 11 - Tekstslide

Even oefenen...
Je krijgt zometeen 4 zinnen.
Van die zin noem je het tekstverband:
1. Opsomming
2. Tegenstelling
3. Oorzaak & gevolg

En je benoemt het signaalwoord
Voorbeeld:
Die gehuurde fietsen zijn zowel mooi, fijn als betaalbaar.
Jij antwoord dan: 
1. zowel

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het tekstverband?
Wat is het signaalwoord?
Het water in de rivier stond te hoog waardoor we niet konden gaan zwemmen.

Slide 13 - Open vraag

Wat is het tekstverband?
Wat is het signaalwoord?
Ik ben dol op actieve vakanties hoewel ik een weekje strand ook niet erg vind.

Slide 14 - Open vraag

Wat is het tekstverband?
Wat is het signaalwoord?
Doordat het hagelde mochten wij niet op de gletsjer.

Slide 15 - Open vraag

Wat is het tekstverband?
Wat is het signaalwoord?
We moeten onze tickets reserveren om vervolgens ons hotel te boeken en dan gaan we onze koffers pakken.

Slide 16 - Open vraag

Zelfstandig werken:
Wat ga je maken op Studiemeter:

Thema 5: Lezen -> Signaalwoorden &
Tekstverbanden

Thema 6: Lezen -> Tekstverbanden



Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide